zondag 26 juli 2015

Magdalena z Kwieciszowice 68

Zittau, 19 sierpnia
Ojciec wczoraj z jego podróży mediacji wrócił. Negocjacje były trudne, mimo to on zakończył ich z sukcesem, przed Jörg dotarł do niego. Natychmiast po przybyciu do Zittau poszedł do ratusza, aby zobaczyć co pisało w list wstydu przed o niego. Ale odmówiono było mu wejście, mówiąc, że przez działanie rady biskupiej on był zwolnione jako sędzia. W związku z tym nie ma już dostępu do aktualnych akt w ratuszu. Kiedy ojciec chciał porozmawiać z sekretarz urzędu miasta, ten udał czy nie jest w domu. Pan przybywał przez kilka dni poza Zittau, powiedziane był w swoim domu. Inni radni miasto tez nie wpuścili go. Od jednego usłyszał tylko krótkie słowo; że jego życie i życzę jego rodziny było dla niego ważniejsze, jak nic innego. Że ojciec ma to zrozumieć. On lepiej przyjdę do następnym posiedzeniu Rady, które odbędzie się w ciągu dwóch dni.


Tylko u jego przyjaciel, Peter von Maxen, który także Heinrich von Raussenberg pożyczył pieniądze, mógł wejść do środka. Usłyszał tam, że on Peter von Maxen  jest wymienione w liście wstydu od Heinricha von Raussendorf. Był oskarżony o dezercję w bitwie Aussig. A przez to znacząco przyczyniły się do utraty tej bitwie. To dałby najemnikiem po przesłuchaniu przez księdza Ignacego w klasztorze do protokołu. Ten najemnik, niestety nigdzie nie można znaleźć. On był jeszcze raz widziane w jakiś knajpa. Tam dużo pył, i pijane machał z dużą torebkę pieniądze, że mu spadł w reka na z nieba. Ponieważ von Raussenberg obecnie prawie nie ma funduszach, to on nie dał mu ten worek pieniędzy. Więc pieniędzy na fałszywego oświadczenia chyba pochodzi z klasztoru. Stąd zapewne komentarz "spadł z nieba."


Ojciec twierdził, Von Maxen, że wszystko jest kłamane. Najemnicy, z kim on rozmawiał w Lippe, dali bardzo inna wyjaśnienia o tej walce i byli na pewno gotów powtórzyć swoje oświadczenia w Zittau przed Rada. O zarzutach, które zostały wyrażone w liście do wstydu na mojego ojca, von Maxen wiedział tylko, że powiedziany był że ojcem w 1424 podczas oblężenia przez Husytów razem z Hansem Koschil chciał otworzyć bram miasta Zittau, z kluczy nocnych dla oblegających. Ojciec tylko pokręcił głową, gdy słyszał takie bzdury. Jak rada, może traktować cos takiego poważne? Tam było więcej do tego, niż ten wymyślone oszczerstw. Dlatego Ojciec poszedł do Hansa Koschil który jak radnym był obecny na przyjęciu tego pisma wstydu. Tu usłyszał, że Hans Koschil przez posłańca, jeden dzień przed posiedzeniem Rady został powołany do jego majątku, ponieważ tam pali. Kiedy tam dotarł, wynikło że został oszukany przez posłańca. Nic tam się nie stało. Ktoś najwyraźniej nie chcą go być obecne w radzie. Czy to było ten von Raussendorf lub Ojciec Ignacy? Posłaniec w każdym razie nie był do znalezienie.



Zittau, 19 augustus
Vader is gisteren van zijn bemiddelingsreis terug gekomen. De onderhandelingen waren zwaar, en hij heeft ze nog net met succes kunnen afronden, toen Jörg bij hem arriveerde. Hij is meteen na zijn aankomst in Zittau naar het raadhuis gegaan, om de schandebrief tegen hem in te zien. Men heeft hem de toegang geweigerd met de mededeling, dat hij door handelen van de bisschoppelijke raad als rechter afgezet is. Daarom heeft hij ook geen toegang meer tot de voorliggende aktes in het raadhuis. Toen vader de stadssecretaris wilde spreken, gaf deze niet thuis. Hij was voor meerdere dagen niet in Zittau, heette het in zijn huis. Ook andere stadsraadsleden lieten hem niet binnen. Van eentje hoorde hij slechts een kort woord; dat zijn leven en dat van zijn familie hem belangrijker was als al het andere. Dat moest vader toch begrijpen. Hij zou beter naar de komende raadszitting komen, die over twee dagen zou plaatsvinden.

Alleen bij zijn vriend, Peter von Maxen, die eveneens Heinrich von Raussendorg geld geleend had, mocht hij binnen komen. Hij hoorde daar, dat in de schandebrief van Heinrich von Raussendorf ook hij, Peter von Maxen genoemd is. Hij werd beschuldigt van desertie in de slag bij Aussig. En zou daarmee tot het verlies van deze slag wezenlijk hebben bijgedragen. Dat zou een huurling na een verhoor door pater Ignatius in het klooster ter protocol gegeven hebben. Deze huurling is helaas nergens meer te vinden. Hij zou nog een keer in een bierhof gezien zijn. Daar had hij rijkelijk veel gedronken en in zijn roes met een grote geldbuidel opgeschept hebben, die hem uit de hemel was komen vallen. Omdat von Raussenberg op dit ogenblik slecht bij kas zit, zal die hem de geldbuidel wel niet gegeven hebben. Dus zal het geld voor de valse verklaring wel uit het klooster stammen. Vandaar zeker de opmerking ‘uit de hemel gevallen.’

Vader bevestigde, von Maxen, dat alles gelogen was. De huurlingen, die hij in Lippe gesproken had, gaven heel andere verklaringen over die slag en waren zeker ook bereid, hun verklaringen in Zittau voor de raad te herhalen. Over de beschuldigingen, die in de schandebrief tegen mijn vader geuit werden, wist von Maxen alleen , dat er beweerd werd, dat vader in 1424 bij het beleg door de Hussieten samen met Hans Koschil de poorten van de stad Zittau, met nachtsleutels voor de belegeraars wilde openen. Vader schudde alleen zijn hoofd bij het horen van zulke onzin. Hoe kwam de raad erbij, om op zoiets in te gaan? Daar moest meer achter zitten, dan deze blijkbaar verzonnen laster. Vader ging daarom naar Hans Koschil, die als raadsheer aanwezig moest zijn geweest bij de aanname van de schandebrief. Hier hoorde hij, dat Hans Koschil door een bode, net één dag voor de raadszitting naar zijn landgoed geroepen werd, omdat daar brand was geweest. Toen hij daar aangekomen was, moest hij vaststellen, dat hij door de bode bedrogen was. Er was daar niets gebeurd. Iemand wilde hem blijkbaar niet in de raadszitting hebben. Was het die von Raussendorf of Pater Ignatius? De bode was in ieder geval niet meer te vinden.

Geen opmerkingen: