zaterdag 1 oktober 2016

Konstantin Wegerer 47



Chłop poszedł znów do stodoły, aby dbać o swoich zwierząt. Poszedłem z nim i dał mi konia trochę owsa, który  zawsze mam ze sobą na nagłych przypadkach, a przyniosła mu wiadro wody ze studni. Chłop otworzył klapa w suficie szopy, z których nie wiele siana spadł.

"To jest to, co pozostało z zimą. Od jutra zwierzęta mogą iść na ziewnąć, będą one na pewno wiosenne zwariowany. Ostatniej nocy, krowa wyrywał się i rozbił drzwi o stajni.' powiedział i dodał, kiedy zobaczył moją zmartwiony twarz; " Ale teraz jest znowu spokojne i dobrze związane."


Podczas kolacji siedziała cała rodzina wokół dużego stołu, dzieci ruszyli się trochę bliżej do siebie niż normalnie, więc ja tez miałem miejsce. Matka ostatnia siedziała na miejscu narożnej po włożyła ogromną miskę zupy na środku stole. Ojciec mówił modlitwę stołowego, i wszystkie dzieci uczestniczyły z założonymi rękami na stole. Kiedy skończyli modlitwę przez chwilę było milczenie. Potem każde dziecko chwycił łyżkę ze stołu i zaczął tyle zupy nalewać w swoim talerzu jak mieściło. Ojciec i matka robili to samo. Widziałem, że leżało jeszcze jedno łyżka, który chyba oznaczony dla mnie. Ale przed ja to widziałem, miska już była pusta. Matka wstała i napełniła miska po raz drugi z resztą kotle i dorzuciła jeszcze troche rozdrobnionego chleba. Potem postawiła miska na stole i powiedziała dzieciom, że musieli czekać, aż młody Pan co najmniej kilka łyżek zupy może jeść swobodnie. Tak robiłem i miałem wrażenie, że każda łyżka zupy który wziąłem przez osiem par oczu byli liczone z zainteresowaniem. Potem powiedziałem: "A teraz łyżkowanie".A my łyżkowali jak gdyby to był zakład, dopóki tylko pochodziła dźwięki zeskrobanie z garnek. Było dla mnie jasne, że tu na obiad nikogo mógł odjeść w pełnym brzuchu, a mimo to zostałem przyjęty jako gość,  i to niewiele chcieli dzielić nawet z mną. Jaka to różnica z stołów w wielki domów, które odwiedziliśmy do tej pory. Ale muszę przyznać, że doszli do wniosku, że ta rodzina już wdzięczna wziąłem w moim sercu.




De boer ging nog een keer naar de stal om zijn dieren te verzorgen. Ik ging met hem mee, en gaf mijn paard wat haver dat ik voor noodgevallen altijd bij me heb, en bracht hem een emmer water uit de bron. De boer had in het plafond van de stal een luik geopend, van waaruit wat hooi naar benden viel.


Het is wat overgebleven is van de winter. Vanaf morgen mogen de dieren weer naar buiten, ze zijn al helemaal voorjaarsgek. Gisterennacht heeft de koe zich los getrokken en de staldeur ingetrapt.’ zei de boer en voegde, toen hij mijn bezorgde gezicht zag, nog toe: ‘Nu is ze weer rustiger en goed aangebonden’.


Tijdens het avondeten zat de hele familie rondom de grote tafel, de kinderen gingen nog wat dichter bij elkaar zitten, zodat ik ook een plaatsje had. De moeder ging als laatste op een hoekplaats zitten, nadat ze de grote soepterrine in het midden van de tafel had gezet. De vader sprak een tafelgebed uit, dat alle kinderen mee baden, waarbij ze de handen gevouwen op de tafel hadden liggen. Toen ze klaar waren met het gebed bleef het heel even rustig. Vervolgens greep elk kind een lepel van de tafel en begon zo veel mogelijk soep in zijn bord te doen. Ook de vader en de moeder namen daaraan deel. Ik had gezien dat er nog een lepel over was, die wel voor mij bedoeld zou zijn. Maar voor ik er erg in had, was de terrine al leeg. De moeder stond op en vulde de terrine een tweede maal met de rest uit de ketel en brokkelde er nu ook nog brood in. Toen ze de terrine op de tafel zette, zei ze tegen de kinderen, dat ze moesten wachten totdat de jonge heer minstens enkele lepels soep op zijn gemak had kunnen eten. Ik deed dat en had daarbij het gevoel, dat elke lepel soep die ik nam, door acht paar ogen met interesse nageteld werden. Toen zei ik: ‘En nu lepelen.’

En we lepelden alsof het om een weddenschap ging, totdat er nog maar krasgeluiden uit de terrine kwamen. Het was mij duidelijk, dat hier bij het avondeten niemand de buik rond kon eten, en desondanks was ik als gast welkom, om het weinige wat ze hadden met hen te delen. Wat een verschil met de tafels in de grote huizen, die ik tot nu toe bezocht had. Maar ik moet bekennen, dat ik deze familie al dankbaar in mijn hart gesloten heb.

Geen opmerkingen: