zaterdag 8 juni 2019

Wegerer Scholz 40 Zielona Gora

Crossen

Johann wrócił do Zielona Góra, ponownie zatrzymał się znowu w 'Landhuis' i chciał się meldować u burmistrza. To już nie było konieczne. W dworku przybyli inni podróżnicy z Crossen który dojechali dzień wcześniej. Burmistrz Zielony Góra i kilku innych panów siedziało teraz z nimi w rezydencji i powiedziano im, co widzieli po drodze. W ten sposób Johann usłyszał, że wojska pruskie rozbiły obóz w pobliżu Crossen. To mogło tylko oznaczać, że zbliża się Śląsk, jak obawiał się hrabia Hans Anton. Johann dał burmistrzowi list, który natychmiast otworzył i przeczytał. Następnie skonsultował się z dwoma Panowi i poprosił ich, aby jechać do króla pruskiego w Crossen i ostrzec go o dalszym awansie na Śląsk, jak tego wymagano w piśmie hrabiego Hansa Antoniego. Obaj panowie wcale nie byli zadowoleni z tego zadania. Cieszyli się, że Johann deklarował chęć towarzyszyć im podczas tej przejażdżki.

Następnego ranka trójka odjechała wcześnie z Zielona Góra w kierunku Brandenburgski Crossen. Przybyli tam późnym rankiem i przez długi czas byli sprawdzani przy bramie przez straż miejską. To było bardzo niezwykłe. Ich nazwiska zostały dokładne spisane i zapytano ich, gdzie nocują. Nazwali największy i najważniejszy pensjonat w mieście. Tam też był wyjątkowo zajęty. Przy drzwiach stało dwóch strażników i zapytali ich, czego chcą. Wygląda na to, że król był już w środku, lub przynajmniej spodziewano się go wkrótce. Przed pozwolenie im wejść do ich pokoju, najpierw przyszedł pruski oficer i przesłuchał ich ponownie. Przekazali mu szczegółowe informacje i powiedzieli, że chcą dać królowi wiadomość od miasta Zielona Góra. Chwili późnej zostali poinformowani przez tego samego oficera, że ​​król spodziewał się, że będą jeść z nim za pół godziny.

Kiedy weszli do jadalni we wskazanym czasie, zebrało się tam już kilku oficerów, którzy również musieli wziąć udział w kolacja. Stali w szeregu, aby król mógł ich powitać jeden po drugim. Król został trochę dłużej u panów z Zielona Gora, spojrzał im głęboko w oczy i nagle powiedział bardzo radośnie:

"Dziękuję za przybycie do mnie, więc mam zaszczyt powitać was na moim ziemie. Na pewno z przyjemnością wy to honorujecie, a jutro będzie miał zaszczyt powitać was jutro na wasze ziemie. Jeśli chcesz mnie ostrzec, wejść na Śląsk, dziękuję was bardzo za wasze troski i proszę tylko, aby to moja troska była. Pozdrówcie swojego burmistrza. Niedługo go odwiedzę. "

Johann reed weer naar Grünberg, logeerde weer in het Landhuis, en wilde zich laten aanmelden bij de burgemeester. Dat was niet meer nodig. In het landhuis waren net een dag eerder andere reizende uit Crossen gearriveerd. De burgemeester van Grünberg en nog enkele andere heren zaten nu met hen in het Landhuis bijeen en lieten zich vertellen, wat ze onderweg gezien hadden. Zo hoorde Johann, dat de Pruisische troepen in de buurt van Crossen een kamp hadden opgezet. Dat kon alleen maar betekenen dat een opmars naar Silezië aanstaande was, zoals graaf Hans Anton gevreesd had. Johann gaf de burgemeester het schrijven, die het meteen opende en las. Hij overlegde daarop met de beide heren en verzocht hen, om de Pruissenkoning naar Crossen tegemoet te reizen en hem voor een verdere opmars naar Silezië te waarschuwen, zoals het in het schrijven van graaf Hans Anton verlangd werd. De beide heren waren helemaal niet blij met deze opdracht. Ze waren blij, dat Johann zich bereid verklaarde, hen op deze rit te begeleiden.

De volgende morgen reden de drie al vroeg weg uit Grünberg richting het Brandenburgse Crossen. Ze kwamen daar in de late voormiddag aan en werden aan de poort door de stadswacht lang gecontroleerd. Dat was heel ongebruikelijk. Hun namen werden zorgvuldig opgeschreven, en er werd hun gevraagd, waar ze logeerden. Ze noemden het grootste en voornaamste gasthuis in de stad. Daar was het eveneens een ongewoon druk. Er stonden twee wachters voor de deur en vroegen hen wat ze wilden. Schijnbaar was de koning al binnen, of werd tenminste binnenkort verwacht. Aleer ze hun kamer mochten betrekken, kwam er eerst nog een Pruisische officier en verhoorde hen nog een keer. Ze gaven hem uitvoerige informatie en vertelden hem, dat ze de koning een bericht van de stad Grünberg wilden overbrengen. Even later werd hen door dezelfde officier medegedeeld, dat de koning hen over een half uur bij het eten verwachtte.

Toen ze op de aangegeven tijd in de eetzaal binnen gingen, waren daar al enkele officieren verzameld, die eveneens aan het maal moesten deelnemen. Zij gingen in een rij staan, zodat de koning hen bij het binnenkomen na elkaar kon begroeten. Bij de Grünberger heren bleef hij iets langer staan, keek hen diep in de ogen en zei plots heel vrolijk:

Hartelijk dank, dat jullie me tegemoet zijn gereisd, zodoende heb ik de eer, jullie op mijn grond te mogen begroeten. Jullie zullen dat zeker graag beantwoorden, en zullen morgen de eer hebben, mij op jullie grond te mogen begroeten. Voor het geval dat jullie me willen waarschuwen, om Silezië te betreden, zo dank ik jullie voor jullie zorgen en vraag jullie alleen maar, dat mijn zorg te laten zijn. Groet jullie burgemeester. Ik zal hem binnenkort bezoeken.’

Geen opmerkingen: