donderdag 3 juli 2014

Magdalena 15

Dom Menzel na Boża Góra

Hirschberg, 5 lipca 1425

Po śniadaniu Pan Kachel zaprosił mnie do swojego biura, gdzie, jak u nas, lezą wiele
grubych książek; książek wejściowe i wyjściowe. Oni lezą w dni roboty w halach na
katedrach, i tam piszą wszystkich ładunki i rozładunki. Wieczorem jednak idą do biura.
Ponadto lezą tu kopia książki, w której jest pisane kopia od wychodzących listów
biznesowych. Czułem się jak w domu , i zacząłem od razu mówić o planowany handlu
ołowiem.


Handel z Zittau do miast w Bohemia mieli w ostatnich latach, w związku z napady Husytów
mocno redukowało. Zittau która miało wysokiej długi Musiała szukać innych wartościowych
interesy, które można było obsługiwać tylko na bezpiecznych dróg. Rada miasta udało się
dostać od cesarza monopol na handlu, w wszystkie Babia Góra ołowiu ze Śląska. Ołów
byłby potrzebny do tworzenia witraży. W kościołach i domach prywatnych w Saksonii i
Bawarii, w coraz więcej tego typów okno montowali. Dlatego handel ołowiem wydawało się
mieć dobrą przyszłość. Ponieważ brakowało odpowiednich hali w Zittau na tym nowym
handel, rada poprosiła mojego ojca, dać jego hali do dyspozycji, które lezą korzystni
koło Bram Kobiet. Tez pytali ojciec monitorować ten handel. Ołów tam ma
być stemplowane do identyfikacji. Miasto również otrzymał prawo konfiskować
niestemplowane ołów.


Hirschberg, 5 juli 1425        
 
Na het ontbijt nodigde heer Kachel me in zijn buro, waar net als bij ons thuis, veel dikke boeken staan; de ingangs- en uitgangsboeken. Deze liggen op werkdagen, bij het in- en uitaden in de hallen op katheders om de verladingen in op te schrijven. ‘s Avonds gaan ze echter naar het buro. Ook liggen hier de kopieboeken, waarin de kopieen van de uitgaande zakelijke brieven geschreven worden. Ik voelde me hier thuis, en begon dan ook meteen over de geplande handel in lood te praten.

De handel van Zittau naar de Boheemse steden was in de laatste jaren, als gevolg van de rooftochten der Hussiten sterk terug gelopen. Het hoog verschuldige Zittau moest naar andere lonende zaken uitkijken, die men alleen op veilige wegen afhandelen kon. Zo had de raad van de stad het bij de keizer gedaan gekregen, dat al het Frauenberger lood uit Silezie, alleen in Zittau verhandeld mocht worden. Lood had men nodig voor het maken van glas in lood ramen. In kerken en prive huizen in Sachsen en Beieren werden steeds meer van deze nieuwe ramen ingebouwd. Daarom scheen de de handel in lood een goede toekomst tegemoet te gaan. Omdat voor deze nieuwe handelstak nog geen geschikte lagerhallen in Zittau waren, had de raad mijn vader gevraagd, zijn hallen, die gunstig bij de Vrouwenpoort lagen, daarvoor ter beschikking te stellen en de gehele handel voorlopig te bewaken. Het lood zou daar voor indentificatie gestempeld worden. De stad had ook het recht gekregen ongestempeld lood in beslag te nemen.

Geen opmerkingen: