donderdag 27 februari 2014

Wereldoorlog II en de na oorlogse tijd deel 3


Papier waarop staat dat de fam. Pałka de eigendommen van de fam. Mueller krijgt


Elf juli de eerste brute verdrijving van Blumendorfer door Poolse militairen. De Polen noemen hun aktie de “Hitler – Mars”. Onder geweervuur worden de mensen uit hun huizen gehaald en als vee weggedreven. Enkele families mogen blijven om koeien te melken of het vee te verzorgen. Tot dan toe waren er nauwelijks Polen in het dorp. De mars gaat via Neusorge naar Rabishau. Daar kunnen enkele families vluchten. De anderen overnachten in een schuur. De volgende dag gaat het via Giehren, Krobsdorf en Schwarzbach naar de Tsjechische slagboom. De Tsjechen laten echter niemand binnen en zodoende wordt er gedwongen overnacht in een fabriek in Bad Flinsberg. De volgende morgen kon men zonder begeleiding naar huis, waar intussen de Polen weer vertrokken waren, echter niet zonder eerst alles van hun gading te hebben meegenomen. Zelfs de tuinen werden doorwoeld op zoek naar buit. Vaak met succes.
Burgermeester Karl Esche en Arthur Scheibe, de toenmalige leraar worden door de Polen opgesloten. Scheibe wordt in Steinhäuser zwaar mishandeld. De koopman Engelbert Schmidt, die Pools spreekt, wordt als poolse burgermeester ingezet. Het buro is gevestigd  in de school.
Oud leraar Paul Jaster, die zwaar aan bronchitis leidt, laat zijn familie zweren dat ze naar het Westen moeten vluchten en kiest zelf voor de “Freitod”. Hij had in 1920 al uit West – Pruisen moeten vluchten, omdat hij Polen geen optie vond. Nu zag hij ook in Silezie geen toekomst meer. 

Augustus, de boeren moeten ieder 4 zentner (200 kilo) graan afstaan in Kunzendorf. Bijna elke dag zijn er huiszoekingen. Het Poolse bestuur wijst Poolse mensen bij Duitse gezinnen in. De eerste Polen waren; “Ernst” (zo noemde men de vorige koetsier van Lorenz), de Pool van Bergmann en de beruchte Prokopowicz. Deze laatste trekt bij Richard Enge in. Enge moet alle sleutels inleveren en Prokopowicz sluit alles af. Heeft men levensmiddelen of een kledingsstuk nodig, moet men het Prokopowicz eerst vragen. Het Poolse bestuur wordt steeds voelbaarder. Alle Duitsers moeten witte armbanden dragen, de mannen moeten naar de school komen en worden daar ondervraagd. Leden van de Partij en leden van de NSV (Volkswohlfahrt) worden uitgesorteerd. Zij krijgen te horen dat ze bij ongeregeldheden als gijzelaars zullen dienen. Op 7 en 8 augustus vinden er schijn vuurpelotons plaats. De jongens uit Gotthardsberg worden aan de bosrand onder de Schmeidelsberg verzameld. Één voor één worden ze het bos ingevoerd. Er werd gevraagd; “Heb je een pistool?”. Daarna vlogen de kogels je om de oren. Günther Walter ging het slechter af, bij een andere aktie hij werd brutaal in elkaar geslagen en aan een touw omhooggetrokken. Hij kan de volgende nacht vluchten. De jongens uit Blumendorf moetsten zich onderling in elkaar slaan. Daarna worden ze langs het struikgewas opgesteld en schieten de Polen over hun hoofden.

In oktober komen steeds nieuwe Polen in het dorp. Vee en aardappelen moeten afgegeven worden. 

Op 5 november vluchten Alfred Nocke, Adolf Böse, en Engelbert Schmidt met hun gezinnen. Ze willen naar de Lausitz waar Nockes vader een boerenbedrijf heeft. Schmidt die in Blumendorf een levensmiddelenwinkel had trekt verder naar Berlijn. Bij hem werden grote voorraden levensmiddelen gevonden. “Ernst” wordt de nieuwe burgermeester na de vlucht van Schmidt en trekt ook in zijn huis. Een grote inlevering van vee vond plaats op 21 november 1945. Het vee werd gewoon uit de stallen gehaald en naar de schooltuin gedreven. Zeven inwoners werden als veedrijvers meegenomen. Op de avond van de tweede dag in Liebenthal of Langwasser vluchten ze en lopen naar huis. 

Begin december verschijnt er een kommisie die van huis tot huis gaat om de inventaris op te nemen. Later die maand verhuist het buro van de burgermeester en de militie naar het huis van Schmidt. Hermann Zölfel verongelukt dodelijk. Hij moest in beslag genomen matrassen voor de Russische soldaten in Schwarzbach naar Krobsdorf brengen. ’s Avonds vindt hij op zijn wagen een vaatje dat er uit zag als een oliekannetje. Hij neemt het mee naar binnen en aktiveert daarmee de onsteking van een handgranaat. Hij wil het hem onaangenaam wordende ding nog naar buiten brengen, maar het explodeert en rijt hem de buik open. Enkele dagen later sterft hij.
 
Eind januari 1946 komt de Poolse identiteitskaart. De eerst zelfstandige boeren worden daarin aangegeven als “robotnik rolny” zoiets als landarbeider. De vingerafdruk is niet meer als een blauwe vlek. 


April 1946; de landbouwer en bosarbeider Albert Hase wordt bij een nachtelijke roofoverval door Polen vermoord. Traudel Knoblauch vindt haar alleen wonende opa ’s morgens. In de weken daarvoor was hij al twee maal overvallen. Eenmaal hadden de rovers hem op het bed vastgebonden en geknevelt.


Op 30 april wordt in Rabishau, Paul Jasters schoonvader, de kantor Max Engwicht door de poolse militie dood geslagen. Ook Helene en Inge Jaster werden zwaar mishandelt. Na deze moord grijpen de Russen in, en komt het tot een rechtzaak maar niet tot een uitspraak. De Jasters die waarschuwingen krijgen dat de Polen zich willen wreken, vluchten naar Kohlfort, waar de Engelsen alle vluchtelingentransporten ontluizen en verder naar het Westen sturen.


In mei controleert een commissie de graanvoorraden. Daarbij worden, waarschijnlijk volgens afspraak met het Poolse bestuur, op grote schaal huiszoekingen gehouden. Bij Frischling moeten zes duitse mannen onder toezicht hooi, stro en hout systematisch ompakken. Prokopowicz, berucht voor zulke karweitjes, ranselt Gustav Frischling daarbij af en slaat hem een tand uit. De 16 jarige zoon Werner moet in de struiken bij Tietze – Bauer  voor zichzelf een graf graven. Om hem op te jagen krijgt hij stoten met een geweerkolf en wordt er over hem heen geschoten.


Pinksteren 1946; als er in Urban’s Gasthaus de dansmuziek speelt, dringen er twee Polen uit Gotthardsberg bij Rädisch binnen. Ze plunderen hen uit, zelfs de trouwringen moeten afgegeven worden, daarbij vonden ze het ook nog nodig om de 15 en 17 jarige dochters van Rädisch met het mes op de keel te verkrachten. Paul Rädisch deed aangifte bij de 'kommandatur', maar ondanks dat de daders bekend waren deed de politie niets. De bewoners van huizen waar geen Polen bij ingetrokken waren, zijn makkelijke prooien voor criminele Polen. Helaas was het samenleven met de Polen in sommige huizen een marteling zonder einde. Helemaal erg is het als ze dronken waren. En ze waren vaak dronken van hun zelfgestookte wodka. Zo slaat “Jurek” een keer een eiken wandelstok kapot op de rug van mevrouw Greth Bruno. Vaak blijft er voor de Duitsers slechts 1 kamer over, en het grootste deel van de persoonlijke dingen verandert van eigenaar. In dorpen waar het meest Galicier Polen wonen zoals in Johnsdorf, gaat het er veel menselijker aan toe. In Blumendorf geven helaas de radikale elementen de toon aan. 


Ironia tekst powyżej był pisane na Niemiecki papier wojenny.
Ironisch was bovenstaande tekst getypt op Duitse veldpost.

II wojna światowa i okresie powojennym
Cześć 3

Jedenaście lipca pierwsze brutalne wypędzenie ludzi z Kwieciszowice przez polskich żołnierzy. Polacy nazywają ich działanie "Marsz Hitlera". Pod ostrzał, ludzie byli ciągnięty z ich domów i napędzane jak bydło. Niektóre rodziny mogą zostać żeby doić krów lub opiekować bydła. Do tego czasu nie byli prawie żadnych Polaków we wsi. Marsz idzie przez Kłopotnica do Rębiszów. Tam udało kilka rodzinny uciekać. Reszta pozostanie i spiął w jakiś stodole. Następnego dnia idą przez Gierczyn, Krobica i Czerniawa Zdrój do granica Czeski. Jednak Czesi nikt nie pusztą, i przez to ludzi byli zmuszony spędzić noc w fabryce w Świeradow Zdrój. Następnego dnia rano pozwoli ich wrócić do domu bez opieki, tam Polacy wyjechali, ale zabrali wszystko co ik podobało. Nawet wykopali ogrody poszukiwać łupów. Często z sukcesem. Burmistrz Karl Esche i Arthur Scheibe, wtedy nauczyciel byli uwięziony przez Polaków. Scheibe jest  ciężki nadużywane w Steinhäuser. Kupiec Engelbert Schmidt, który mówi po polsku, jest używany jako polskiego burmistrza. Biuro znajduje się w szkole. 
Stary nauczyciel Paul Jaster, który cierpi z powodu poważnego zapalenia oskrzeli, obieca jego rodzina przysiąc, że oni musię uciekać na zachód, i sam wybierze "Freitod" (samobójstwo). On uciekał w roku 1920 z Zachód-Prusy (region Gdańsk), bo Polska dla niego nie była opcją. Teraz nie widział przyszłość w Dolnym Śląsku. 

Sierpień, rolnicy muszą oddac 4 Zentner (200 kilo) plonu ziarna w Proszowa. Prawie codziennie są wyszukiwane. Zarząd polskiego wskazał Polakom mieszkać razem w niemieckich rodzinach. Pierwsi Polacy byli "Ernst" (jak nazywali poprzedni woźnica Lorenz), basen Polak od Bergmanna i sławny Prokopowicz. Ten ostatni przenosi się do Richard Enge. Enge musi go dać wszystkie klucze i Prokopowicz zamknąć wszystko. Kiedy ktoś potrzebuje coś jeść lub jakiś ubranie. musi najpierw poprosić Prokopowicz. Polski rząd staje się namacalna. Wszyscy Niemcy muszą nosić białe opaski, i niemczyzn muszą przyjść do szkoły na przesłuchania. Członkowie partii i członkowie NSV są odseparowane. Mówili im, że będą one służyć jako zakładników kiedy są zaburzeniami. W dniu 7 i 8 sierpnia są 'nieprawdziwe' rozstrzelanie. Chłopcy z Boża Góra byli zbierane na brzegu lasu na Tłoczyna. Jeden po drugim weszli do lasu. To było pytanie: "Czy masz broń?". Potem kule pływające obok uszu. Günther Walter miał gorzej, z innej akcji został brutalnie pobity i zawieszony na linie. Następny noc udało mu uciekać. Chłopcy z Kwieciszowice musieli się bić między sobie. Potem musieli stać w kolejce po krzakach i strzelali, nad ich głowami. 

W październiku ciągle nowe Polacy przyjdą w wiosce. Bydło i ziemniaki muszą być wydane. 

W dniu 5 listopada uciekają Alfred Nocke Adolf Bose,i Engelbert Schmidt z ich rodzinami. Chcą iść do Lausitz, gdzie Nockes ojciec ma gospodarstwo rolne. Schmidt w Kwieciszowice miał sklep spożywczy i przenosi się do Berlina. U niego znaleźli duże zapasy żywności. "Ernst" jest nowy burmistrz po ucieczce Schmidt i bierze jego dom. Wielki konfiskata bydła miała miejsce w dniu 21 listopada 1945 roku. Bydło po prostu byli wyrwane z stajni i napędzany do ogrodu szkolnego. Siedem osób zostało podjęte jako pastuchów. Wieczorem drugiego dnia uciekali w  Lubomierz lub Chmieleń i wrócili do domu. 

Na początku grudnia kommisie który idzie od domu do domu, aby napisać inwentarz domy. Pojawia Jeszcze w tym miesiącu urząd burmistrza i milicji przeniosła się do domu Schmidt. Hermann Zölfel  miał śmiertelny wypadek. On musiał  przynosić materace dla rosyjscy żołnierze  w Czerniawa Zdrój do Krobica. Wieczorem znalazł na jego wóz beczka, który wyglądał jak olejarka. Zabiera go do środka, a tym samym momencie aktywuje zapłon granatem ręcznym. On chciał jeszcze przynieść rzecz na zewnątrz , ale wybucha i rozerwał jego brzuch. Kilka dni później umiera. 

Na koniec stycznia 1946 roku introdukcja dowód osobista. Poprzedni niezależne rolnicy są w nim wskazany jako "Robotnik Rolnym" coś jak parobka. Odcisk palca jest nic więcej jak niebieskiej plamy. 

Kwiecień 1946, Albert Hase rolnik i leśnicy jest zamordowany przez Polaków na nocnej rozbój. Traudel Knoblauch znajduje  rano jej sam mieszkający dziadek. Poprzedni parę tydzien, już został okradziony dwa razy. Raz rabusie przywiązał go do łóżka i kneblowali go. 

W dniu 30 kwietnia, kantor Max Engwicht był pobity do śmierć w Rębiszów przez polska milicję, on był teść Paul Jastera. Również Helene i Inge Jaster zostały, córki Jaster byli poważnie maltretowani. Po tym morderstwie Rosjanie interweniowali, była sprawa w sądu, ale wyrok nie było. Jasterów, który został ostrzeżenia, że ​​Polacy chcą pomścić, uciekają do Kohlfurt, gdzie brytyjscy wszyscy uchodźcy odwszeniali i wysyłają na Zachód. 

W maju komisja kontroluje zapasy ziarna. W ten sam czasie, prawdopodobnie w porozumieniu z polskim rządem, odbywają się wyszukiwanie na dużą skalę. W Frischling mają sześć niemieckich mężczyzn  pod nadzorowane przepakować systematycznie siano, słoma i drewno. Prokopowicz, słynni dla takich obowiązków, bije co chwile Gustav Frischling złamie go zęba. 16-letni syn Werner Frischling był musiony kopać dla siebie grób w krzakach u Tietze - Bauer. Aby go pospieszyć biją go z kolbą karabinu i strzelili nad niego głowa. 

Zielonych Swiąt1946, kiedy w karczma Urbana  gra muzyki tanecznej,  dwie Polacy z Boża Góra pchają się w domu Radisch . Oni plądrują je, nawet obrączki ślubny muszą być wydawane. Uważali za potrzebne zgwałcić 15 i 17-letni Radisch córki z nożem na gardło.  Paul Radisch zgłosił spawa do "Kommandatur", ale mimo, że sprawcy byli znani u policji nic nie zrobili. Mieszkańcy domów, które nie mieli kwaterowane Polaków, są łatwym ofiary dla bandytów. Niestety życz razem z Polakami w niektórych domach był tortur bez końca. Najgorsze było, kiedy byli pijani. A często byli pijany bo w domu pędzili bimber. Często pozostaje dla Niemców tylko jeden pokój, i największe częśź osobisty rzeczy wymijają z właściciela. W wioskach, gdzie większość byli Galicyjskich Polaków mieszkających jak Janice, życzę była dużo humanistyczne. W Kwieciszowice niestety radykalne elementy sądzili.
 

donderdag 20 februari 2014

Wereldoorlog II en de na oorlogse tijd deel 2

 bewijs van overdracht van de Duitse burgelijke stand aan de Poolse autoriteit

Op 9 mei trekken de eerste Russiche soldaten binnen. Ze bivakkeren bij Bergmann. Als eerste bevelen ze het vertrek van de buitenlandse arbeiders en de krijgsgevangenen. De burgermeester van Blumendorf Paul Neuman vervoert de oost europese arbeiders op 10 mei naar Bunzlau en wordt sindsdien vermist. De volgende dag worden de Poolse arbeiders door Oskar Tietze en Fritz Stannek eveneens naar Bunzlau gebracht. Zij zijn de volgende dag weer heelhuids terug. De Franse en Belgische krijgsgevangenen worden in Schreibershau verzameld.
   
De daarop volgende twee weken werden gekenmerkt door doortrekkende opstandige Russische eenheden die plunderen en verkrachten, ook in Blumendorf. De 15 jarige tweeling van fotograaf Thomas word wekenlang door Russische soldaten verkracht. De in gesloten formaties teruggetrokken eenheden zijn weer gedisciplineerd en nemen alleen eten aan en gedragen zich correct. Mongolische gevechtseenheden worden zelfs bijna als gevangenen vervoert.
 
Er komen ook vluchtelingen door het dorp die hun weg via Tsjechie geblokkeerd zagen en door de Tsjechen beroofd waren. Vooral in Gotthardsberg sliepen tot in juni veel vluchtende Duitse soldaten die niet gevangen genomen wilden worden. Ze wilden persé in schuren slapen, omdat het van daaruit makkelijker ontsnappen was, als er controles waren.
 
Met Pinksteren was er een razzia om mannelijke arbeidskrachten op te pakken. Fritz Rehnert verstopte zich de hele dag onder het hout in zijn werkplaats. De andere mannen komen na enkele dagen terug. Ondertussen wordt de rest van de bevolking mishandeld en beroofd door plunderende Poolse bendes. Ook Polen zelf werden het slachtoffer van hun rovende landgenoten.

Op 21 mei moeten alle motorfietsen, fietsen, radio’s en wapens ingeleverd worden bij Richard Enge. Hij en Oswald John brengen het spul naar Rabishau en Birngrütz.
 
Karl Esche een bommenslachtoffer uit Sachsen die bij Kittelman woonde wordt op 25 mei de burgermeester. Blumendorf valt dan onder de Kommandantur in Ludwigsdorf/Rsgb. Daar moeten ook de in beslag genomen spullen afgedragen worden. 
 
Als beveiliging tegen overvallen en plunderingen door Polen wordt een Duitse politie in het leven geroepen. Met witte armbanden om en trompetten gaan ze ’s avond op patrouille. Op een nacht in mei ontmoeten de Gotthardsberger tien tot de tanden toe bewapende soldaten van het Wlassow – leger die levensmiddelen willen. In de volgende nacht komt men overeen om de Russen als arbeidskrachten onder de boeren in de gemeente te verdelen o.a. bij Ida Menzel en Tietze – Bauer. Komen er soldaten van het Rode Leger, dan verstoppen ze zich.
 
In juni komen er nog steeds doortrekkende kolonnes van Russen, Witrussen en Polen door het dorp. Vluchtelingen en nu ook, uit gevangenschap vrijgelaten Duitse soldaten zijn onderweg naar huis. Zo loopt Gustav Frischling uit Gotthardsberg in twee weken van Beieren naar huis. 
 
Burgermeester Esche die inmiddels ook de gemeentekas en burgerlijke standwerkzaamheden heeft overgenomen, geeft kwartierbonnen uit. Mensen werden gedwongen kwartiergasten onder te brengen en te verzorgen. Zonder vergoeding uiteraard.

Op 1 juli neemt Polen het bestuur over van de Duitse gebieden oostelijk van de Oder – Neiße linie.
 
Onraad! Vele oud – soldaten en en de tien Wlassowsoldaten trekken op 10 juli weg. Ze krijgen pasjes waarin staat dat ze oost – arbeider zijn. Zo hebben ze een overlevingskans. Ook verschillende dorpsbewoners vluchten de volgende morgen het bos in. 
     


II wojna światowa i okresie powojennym

Część 2


9 Maja, pierwsze Rosyjskie żołnierze zajęli wioskę. Oni mają biwak u Bergmanna. Pierwsza komenda jest zwolnic wszystkich pracowników zagranicznych i jeńców wojenny. Burmistrz Kwieciszowice Paul Neumann transportuje pracowników z Europy Wschodniej 10 maja do Bolesławiec i jest zaginiony. Następnego dnia, Oskara Tietze i Fritz Stannek transportuję Polski robotnicy też do Bolesławiec. Oni wrócą następnie dzień bez problemu. Francuskich i Belgijskich jeńców wojennych są zebrane w Szklarska Poręba.

Następne dwa tygodnie idą buntowniczy jednostki Rosyjski przez Kwieciszowice który kradli i gwałtowali. 15-letni bliźniacy fotograf Thomas byli kilka tygodni zgwałcone przez żołnierzy Rosyjskich. Wycofane w zamkniętej formacji jednostek są znowu zdyscyplinowani i biorą tylko jedzenie i zachowują się poprawnie. Mongolski jednostki bojowe transportują prawie jak więźniów. 

Chodzą również uchodźcy przez wioski, którzy ich trasa przez Czechy było blokowane, i oni byli obrabowano przez Czechów. Szczególnie na Boża Góra spali do czerwca wielu uciekających żołnierzy Niemieckich, którzy nie chcieli iść do niewolo. Chcieli koniecznie spać w stodołach, bo łatwiej było uciec z tego miejsca, gdyby było kontroli. 

W Zielonych Świąt było nalot aby złapać mężczyzn do pracy. Fritz Rehnert ukrył się cały dzień pod drewna w swoim warsztacie. Aresztowane mężczyźni wrócili po kilku dniach. Tymczasem reszta mieszkańców są nadużywane i okradziony przez grasujących gangów Polskich. Polacy sami byli również ofiarami swoich grasujących rodaków. 

W dniu 21 maja, wszystkie motocykle, rowery, radia i broni musiał być podany u Richard Enge. On i John Oswald przyniosą rzeczy do Rębiszów i Grudza. 

Karl Esche ofiarą bomby z Saksonii i który mieszkał u Kittelman na 25 maja jest powoływany jako burmistrz. Kwieciszowice podlega Komendantura w Chromiec. Tam musi być również oddane rzeczy skonfiskowane. 

Jako ochrona przed najazdami przez polaków ustawili Niemiecka policja. Z  biały pasmy wybielających i trąbek wychodzą w nocy na patrolu. Jedna noc w maju ludzi z Boża Góra spotkali dziesięć żołnierzy uzbrojonych po zęby z wojsko-Wlassow, którzy chcą żywności. Następnej nocy zgodzą się podzielić ich wśród rolników jako łania. Kiedy pojawią się żołnierze z Armii Czerwonej, chowają się. 

W czerwcu  ciągle pokazują się marszczących konwoje Rosjanie, Białorusinów i Polaków w wsi. Uchodźcy i teraz, zwolniony z niewoli Niemieckich żołnierzy są w drodze do domu. 

Burmistrz Esche, który sam przejął prace stan cywilnego i kasa gminy wydaję kupony kwaterowane. Ludzie byli zmuszony, zakwaterowanie osoby i dać im jeść. Bez odszkodowania, oczywiście.  
 
W dniu 1 lipca Polska przejmuje zarządzanie Niemieckich ziem wschód od linii Odry-Nysa. 

Niebezpieczeństwo! Wiele były żołnierze i dziesięć Wlassow żołnierze odchodzą 10 lipca. Oni dostali karty, na które jest pisane że oni są pracowników z wschodu. Tylko wtedy oni mają szansę na przetrwać. Ponadto, kilka wieśniacy uciekają następnego dnia rano w lesie.

donderdag 13 februari 2014

Wereldoorlog II en de na oorlogse tijd deel 1

Dit verhaal is niet objectief en verteld hoe de Duitse inwoners de tweede wereldoorlog beleefd hebben. Helaas heb ik geen Poolse inwoners gevonden, die in het jaar na de oorlog in Kwietniewo gewoond hebben, om hun kant van het verhaal te vertellen.

 kamp van Hitlerjugend in Gotthardsberg


De eerste tekenen van het nazisme was in de zomer van 1938 toen er achter Gotthardsberg op een wei rechts voor het Wachentor een tentenkamp met 16/17 jarige jongens van de Hitlerjugend uit Sachsen. Ze kwamen aangemarcheerd met rugzakken en dekens. Ze hadden tenten en een veldkeuken bij zich. De eerste nacht sliepen ze bij mensen in Gotthardsberg omdat het al laat was toen ze aankwamen. Ze bleven een week en hielden zich vooral bezig met wandelen in het gebergte. ‘s Avonds werd er gezongen bij het kampvuur.

Tijdens de tweede wereldoorlog werden de meeste mannen opgeroepen om in de Wehrmacht te dienen. In de landbouw werden ze vervangen, in 1939 door Polen en later in 1941 door mannen uit de Oekraine. Zij moesten zich kenbaar maken door een “P” respectievelijk “Ost” op hun kleding te dragen. 
 
In 1940 werd er bij Heimann een lager voor 10 Franse krijgsgevangenen ingericht. In Gotthardsberg bij Ida Günther en Pauline Schöckel woonden 9 gevangen Belgen. Ook bij  Karl Esche (later in 1945 burgermeester) en Ernst Kittelmann waren er krijgsgevangenen ondergebracht.

Ook werden er verschillende geevakueerde families met name uit het Rijnland bij de burgers ondergebracht. Vaak mensen die door bommen, huis en haard waren kwijtgeraakt. De eerste jaren van de oorlog verliepen rustig in deze regio. De geallieerde bommenwerpers konden het gebied niet bereiken. De streek noemde men dan ook wel “Reichsluftschutzkeller”
    
Vanaf januari 1945 trekken de vluchtelingenstromen van Sileziers door het dorp. Soms bleven mensen zelfs maanden in het dorp als de frontlijn veranderde konden ze pas weer verder trekken.
   
De frontlinie liep in februari door het Löwenberger gebied. De vluchtelingen trokken weer verder richting het westen met in hun kielzog de eerder genoemde geevakueerde mensen. De bewoners echter bleven. Boven in het bos werden houten huisjes en hutten gebouwd, omdat de Polen en Oekraieners meehielpen met bouwen, was hun waarde twijfelachtig als bescherming tegen de oprukkende Russen.

Acht Mei 1945 was het wapenstilstandsdag. De Russen waren toen bij Querbach en Rabishau. Hierdoor kreeg Blumendorf niet meer de volle laag. Die dag vluchten vele Blumendorfer de Weinberg op richting de huisjes in het bos. Maar ze keerden om, omdat het bericht kwam dat de oorlog voorbij was. Die namiddag rijdt een russiche soldaat op een motorfiets tot aan Steinhäuser en draait weer om. 
 
Gedurende de tweede wereldoorlog verliezen 35 Blumendorfer soldaten hun leven aan het front of in gevangenschap. Onderaan staan de namen.


powołanie Paul Radisch


II wojna światowa i okresie powojennym
Ta historia nie jest obiektywny i opowiedział, jak mieszkańców niemiecki doświadczyli ten okres. Niestety nie mógłbym znaleźć mieszkańców polski, które żyli pierwszy rok po wojnie w Kwietniewo aby odpowiedzieć ich stronę historię. 

Część 1
W lecie 1938 roku było na łące za Boża Góra przed Wachentor obozu namioty z 16/17-letnimi chłopcami z Hitlerjugend z Saksonii. Maszerowali z plecaki i koce. Mieli namioty i kuchnia polowa z nimi. Pierwszej nocy spali u ludzi na Boża Góra, ponieważ było późno wieczorem kiedy przybyli. Zostali tygodnie i głównie wędrowali po górach. Wieczorem śpiewali przy ognisku. 
 Większość mężczyzn w czasie II wojny światowej, musieli służyć w Wehrmachcie. W rolnictwie, zostały zastąpione w 1939 roku przez Polaków, a później w 1941 roku przez ludzi z Ukrainy. Oni musieli nosić odpowiednio "P" i "Ost" na ubraniu 
U Heimann w 1940 roku było obóz dla 10 Francuski jenców wojenny. Na Boża Góra u Ida Günther i Pauline Schöckel mieszkali 9  jenców z Belgii. Też u Karl Esche (później w 1945) burmistrz i Ernst Kittelmann byli jenców. 
Były też kilka ewakuowano rodzin, głównie od region Renu ktśry mieszkali u ludzi. Często to byli rodzinny który stracili dach na głowie przez bomby aliantów. Pierwsze lata wojny było spokojne w tym regionie. Bombowce alianckie nie mógł dotrzeć aż do tutaj. Region nazwano dlatego "Reichsluftschutzkeller" 
Od stycznia 1945 chodzą wielki grupy uchodźców z Śląsk przez wieś. Czasami ludzie byli nawet miesięcy w wiosce, tylko kiedy zmieniło linia frontu mogli przenieść się ponownie. 
Linia frontu prowadził w lutym przez powiat Lwówecki. Uchodźcy przeniósł się ponownie w stronę zachodu i za nimi ewakuowane osoby wymienionej wcześniej. Mieszkańcy jednak pozostali.  Na górze, w lesie byli budowane drewniane domy i chaty, ponieważ Polacy i Ukraińcy pomogli zbudować w lesie, wątpliwe był ich wartość jako zabezpieczenia przed Rosjanami postępowcy Rosjanami. 
Osiem maja 1945 było dzień od zawieszenie broni . Rosjanie byli wtedy w Przecznica i Rębiszów. Dlatego nie było dużo walka w Kwieciszowice . Tego dnia wiele ludzi z Kwieciszowice uciekli do budowany domów w lesie. Ale wrócili, kiedy przyszła wiadomość, że wojna się skończyła. Tego popołudnia rosyjskiego żołnierza na motocyklu jechał aż do Kolonii Kwieciszowice i tam odwrocił  . 
Podczas II wojny światowej, 35 żołnierzy z Kwieciszowice tracili życie na froncie lub w niewoli. Oni nazywali:

Hermann Rindfleisch
Helmut Rindfleisch
Karl Lorenz
Reinhard Theuner
Paul Joppe
Bruno Knoblauch
Reinhard Hoffmann
Bruno Daniel
Bruno Baumert
Herbert Krinke
Herbert Raschke
Alfred Raschke
Alfred Bergmann
Hermann Kurzer
Alfred John
Fritz Gottwald
Martin Kiesewalter
Paul Neumann
Erich Weise
Martin Scholz
Kurt Scholz
Ernst Scholz
Reinhold Tietze
Gerhard Enge
Paul Enge
Richard Merdon
Fritz Merdon
Paul Merdon 
Walter Raedisch
Ewald Menzel
Alfred Kretschmer
Heinz Guenther
Bernhard Guenther
Gerhard Guenther
Siegfried Dyballa
Georg Neue
Hermann Zoelfel