donderdag 27 februari 2014

Wereldoorlog II en de na oorlogse tijd deel 3


Papier waarop staat dat de fam. Pałka de eigendommen van de fam. Mueller krijgt


Elf juli de eerste brute verdrijving van Blumendorfer door Poolse militairen. De Polen noemen hun aktie de “Hitler – Mars”. Onder geweervuur worden de mensen uit hun huizen gehaald en als vee weggedreven. Enkele families mogen blijven om koeien te melken of het vee te verzorgen. Tot dan toe waren er nauwelijks Polen in het dorp. De mars gaat via Neusorge naar Rabishau. Daar kunnen enkele families vluchten. De anderen overnachten in een schuur. De volgende dag gaat het via Giehren, Krobsdorf en Schwarzbach naar de Tsjechische slagboom. De Tsjechen laten echter niemand binnen en zodoende wordt er gedwongen overnacht in een fabriek in Bad Flinsberg. De volgende morgen kon men zonder begeleiding naar huis, waar intussen de Polen weer vertrokken waren, echter niet zonder eerst alles van hun gading te hebben meegenomen. Zelfs de tuinen werden doorwoeld op zoek naar buit. Vaak met succes.
Burgermeester Karl Esche en Arthur Scheibe, de toenmalige leraar worden door de Polen opgesloten. Scheibe wordt in Steinhäuser zwaar mishandeld. De koopman Engelbert Schmidt, die Pools spreekt, wordt als poolse burgermeester ingezet. Het buro is gevestigd  in de school.
Oud leraar Paul Jaster, die zwaar aan bronchitis leidt, laat zijn familie zweren dat ze naar het Westen moeten vluchten en kiest zelf voor de “Freitod”. Hij had in 1920 al uit West – Pruisen moeten vluchten, omdat hij Polen geen optie vond. Nu zag hij ook in Silezie geen toekomst meer. 

Augustus, de boeren moeten ieder 4 zentner (200 kilo) graan afstaan in Kunzendorf. Bijna elke dag zijn er huiszoekingen. Het Poolse bestuur wijst Poolse mensen bij Duitse gezinnen in. De eerste Polen waren; “Ernst” (zo noemde men de vorige koetsier van Lorenz), de Pool van Bergmann en de beruchte Prokopowicz. Deze laatste trekt bij Richard Enge in. Enge moet alle sleutels inleveren en Prokopowicz sluit alles af. Heeft men levensmiddelen of een kledingsstuk nodig, moet men het Prokopowicz eerst vragen. Het Poolse bestuur wordt steeds voelbaarder. Alle Duitsers moeten witte armbanden dragen, de mannen moeten naar de school komen en worden daar ondervraagd. Leden van de Partij en leden van de NSV (Volkswohlfahrt) worden uitgesorteerd. Zij krijgen te horen dat ze bij ongeregeldheden als gijzelaars zullen dienen. Op 7 en 8 augustus vinden er schijn vuurpelotons plaats. De jongens uit Gotthardsberg worden aan de bosrand onder de Schmeidelsberg verzameld. Één voor één worden ze het bos ingevoerd. Er werd gevraagd; “Heb je een pistool?”. Daarna vlogen de kogels je om de oren. Günther Walter ging het slechter af, bij een andere aktie hij werd brutaal in elkaar geslagen en aan een touw omhooggetrokken. Hij kan de volgende nacht vluchten. De jongens uit Blumendorf moetsten zich onderling in elkaar slaan. Daarna worden ze langs het struikgewas opgesteld en schieten de Polen over hun hoofden.

In oktober komen steeds nieuwe Polen in het dorp. Vee en aardappelen moeten afgegeven worden. 

Op 5 november vluchten Alfred Nocke, Adolf Böse, en Engelbert Schmidt met hun gezinnen. Ze willen naar de Lausitz waar Nockes vader een boerenbedrijf heeft. Schmidt die in Blumendorf een levensmiddelenwinkel had trekt verder naar Berlijn. Bij hem werden grote voorraden levensmiddelen gevonden. “Ernst” wordt de nieuwe burgermeester na de vlucht van Schmidt en trekt ook in zijn huis. Een grote inlevering van vee vond plaats op 21 november 1945. Het vee werd gewoon uit de stallen gehaald en naar de schooltuin gedreven. Zeven inwoners werden als veedrijvers meegenomen. Op de avond van de tweede dag in Liebenthal of Langwasser vluchten ze en lopen naar huis. 

Begin december verschijnt er een kommisie die van huis tot huis gaat om de inventaris op te nemen. Later die maand verhuist het buro van de burgermeester en de militie naar het huis van Schmidt. Hermann Zölfel verongelukt dodelijk. Hij moest in beslag genomen matrassen voor de Russische soldaten in Schwarzbach naar Krobsdorf brengen. ’s Avonds vindt hij op zijn wagen een vaatje dat er uit zag als een oliekannetje. Hij neemt het mee naar binnen en aktiveert daarmee de onsteking van een handgranaat. Hij wil het hem onaangenaam wordende ding nog naar buiten brengen, maar het explodeert en rijt hem de buik open. Enkele dagen later sterft hij.
 
Eind januari 1946 komt de Poolse identiteitskaart. De eerst zelfstandige boeren worden daarin aangegeven als “robotnik rolny” zoiets als landarbeider. De vingerafdruk is niet meer als een blauwe vlek. 


April 1946; de landbouwer en bosarbeider Albert Hase wordt bij een nachtelijke roofoverval door Polen vermoord. Traudel Knoblauch vindt haar alleen wonende opa ’s morgens. In de weken daarvoor was hij al twee maal overvallen. Eenmaal hadden de rovers hem op het bed vastgebonden en geknevelt.


Op 30 april wordt in Rabishau, Paul Jasters schoonvader, de kantor Max Engwicht door de poolse militie dood geslagen. Ook Helene en Inge Jaster werden zwaar mishandelt. Na deze moord grijpen de Russen in, en komt het tot een rechtzaak maar niet tot een uitspraak. De Jasters die waarschuwingen krijgen dat de Polen zich willen wreken, vluchten naar Kohlfort, waar de Engelsen alle vluchtelingentransporten ontluizen en verder naar het Westen sturen.


In mei controleert een commissie de graanvoorraden. Daarbij worden, waarschijnlijk volgens afspraak met het Poolse bestuur, op grote schaal huiszoekingen gehouden. Bij Frischling moeten zes duitse mannen onder toezicht hooi, stro en hout systematisch ompakken. Prokopowicz, berucht voor zulke karweitjes, ranselt Gustav Frischling daarbij af en slaat hem een tand uit. De 16 jarige zoon Werner moet in de struiken bij Tietze – Bauer  voor zichzelf een graf graven. Om hem op te jagen krijgt hij stoten met een geweerkolf en wordt er over hem heen geschoten.


Pinksteren 1946; als er in Urban’s Gasthaus de dansmuziek speelt, dringen er twee Polen uit Gotthardsberg bij Rädisch binnen. Ze plunderen hen uit, zelfs de trouwringen moeten afgegeven worden, daarbij vonden ze het ook nog nodig om de 15 en 17 jarige dochters van Rädisch met het mes op de keel te verkrachten. Paul Rädisch deed aangifte bij de 'kommandatur', maar ondanks dat de daders bekend waren deed de politie niets. De bewoners van huizen waar geen Polen bij ingetrokken waren, zijn makkelijke prooien voor criminele Polen. Helaas was het samenleven met de Polen in sommige huizen een marteling zonder einde. Helemaal erg is het als ze dronken waren. En ze waren vaak dronken van hun zelfgestookte wodka. Zo slaat “Jurek” een keer een eiken wandelstok kapot op de rug van mevrouw Greth Bruno. Vaak blijft er voor de Duitsers slechts 1 kamer over, en het grootste deel van de persoonlijke dingen verandert van eigenaar. In dorpen waar het meest Galicier Polen wonen zoals in Johnsdorf, gaat het er veel menselijker aan toe. In Blumendorf geven helaas de radikale elementen de toon aan. 


Ironia tekst powyżej był pisane na Niemiecki papier wojenny.
Ironisch was bovenstaande tekst getypt op Duitse veldpost.

II wojna światowa i okresie powojennym
Cześć 3

Jedenaście lipca pierwsze brutalne wypędzenie ludzi z Kwieciszowice przez polskich żołnierzy. Polacy nazywają ich działanie "Marsz Hitlera". Pod ostrzał, ludzie byli ciągnięty z ich domów i napędzane jak bydło. Niektóre rodziny mogą zostać żeby doić krów lub opiekować bydła. Do tego czasu nie byli prawie żadnych Polaków we wsi. Marsz idzie przez Kłopotnica do Rębiszów. Tam udało kilka rodzinny uciekać. Reszta pozostanie i spiął w jakiś stodole. Następnego dnia idą przez Gierczyn, Krobica i Czerniawa Zdrój do granica Czeski. Jednak Czesi nikt nie pusztą, i przez to ludzi byli zmuszony spędzić noc w fabryce w Świeradow Zdrój. Następnego dnia rano pozwoli ich wrócić do domu bez opieki, tam Polacy wyjechali, ale zabrali wszystko co ik podobało. Nawet wykopali ogrody poszukiwać łupów. Często z sukcesem. Burmistrz Karl Esche i Arthur Scheibe, wtedy nauczyciel byli uwięziony przez Polaków. Scheibe jest  ciężki nadużywane w Steinhäuser. Kupiec Engelbert Schmidt, który mówi po polsku, jest używany jako polskiego burmistrza. Biuro znajduje się w szkole. 
Stary nauczyciel Paul Jaster, który cierpi z powodu poważnego zapalenia oskrzeli, obieca jego rodzina przysiąc, że oni musię uciekać na zachód, i sam wybierze "Freitod" (samobójstwo). On uciekał w roku 1920 z Zachód-Prusy (region Gdańsk), bo Polska dla niego nie była opcją. Teraz nie widział przyszłość w Dolnym Śląsku. 

Sierpień, rolnicy muszą oddac 4 Zentner (200 kilo) plonu ziarna w Proszowa. Prawie codziennie są wyszukiwane. Zarząd polskiego wskazał Polakom mieszkać razem w niemieckich rodzinach. Pierwsi Polacy byli "Ernst" (jak nazywali poprzedni woźnica Lorenz), basen Polak od Bergmanna i sławny Prokopowicz. Ten ostatni przenosi się do Richard Enge. Enge musi go dać wszystkie klucze i Prokopowicz zamknąć wszystko. Kiedy ktoś potrzebuje coś jeść lub jakiś ubranie. musi najpierw poprosić Prokopowicz. Polski rząd staje się namacalna. Wszyscy Niemcy muszą nosić białe opaski, i niemczyzn muszą przyjść do szkoły na przesłuchania. Członkowie partii i członkowie NSV są odseparowane. Mówili im, że będą one służyć jako zakładników kiedy są zaburzeniami. W dniu 7 i 8 sierpnia są 'nieprawdziwe' rozstrzelanie. Chłopcy z Boża Góra byli zbierane na brzegu lasu na Tłoczyna. Jeden po drugim weszli do lasu. To było pytanie: "Czy masz broń?". Potem kule pływające obok uszu. Günther Walter miał gorzej, z innej akcji został brutalnie pobity i zawieszony na linie. Następny noc udało mu uciekać. Chłopcy z Kwieciszowice musieli się bić między sobie. Potem musieli stać w kolejce po krzakach i strzelali, nad ich głowami. 

W październiku ciągle nowe Polacy przyjdą w wiosce. Bydło i ziemniaki muszą być wydane. 

W dniu 5 listopada uciekają Alfred Nocke Adolf Bose,i Engelbert Schmidt z ich rodzinami. Chcą iść do Lausitz, gdzie Nockes ojciec ma gospodarstwo rolne. Schmidt w Kwieciszowice miał sklep spożywczy i przenosi się do Berlina. U niego znaleźli duże zapasy żywności. "Ernst" jest nowy burmistrz po ucieczce Schmidt i bierze jego dom. Wielki konfiskata bydła miała miejsce w dniu 21 listopada 1945 roku. Bydło po prostu byli wyrwane z stajni i napędzany do ogrodu szkolnego. Siedem osób zostało podjęte jako pastuchów. Wieczorem drugiego dnia uciekali w  Lubomierz lub Chmieleń i wrócili do domu. 

Na początku grudnia kommisie który idzie od domu do domu, aby napisać inwentarz domy. Pojawia Jeszcze w tym miesiącu urząd burmistrza i milicji przeniosła się do domu Schmidt. Hermann Zölfel  miał śmiertelny wypadek. On musiał  przynosić materace dla rosyjscy żołnierze  w Czerniawa Zdrój do Krobica. Wieczorem znalazł na jego wóz beczka, który wyglądał jak olejarka. Zabiera go do środka, a tym samym momencie aktywuje zapłon granatem ręcznym. On chciał jeszcze przynieść rzecz na zewnątrz , ale wybucha i rozerwał jego brzuch. Kilka dni później umiera. 

Na koniec stycznia 1946 roku introdukcja dowód osobista. Poprzedni niezależne rolnicy są w nim wskazany jako "Robotnik Rolnym" coś jak parobka. Odcisk palca jest nic więcej jak niebieskiej plamy. 

Kwiecień 1946, Albert Hase rolnik i leśnicy jest zamordowany przez Polaków na nocnej rozbój. Traudel Knoblauch znajduje  rano jej sam mieszkający dziadek. Poprzedni parę tydzien, już został okradziony dwa razy. Raz rabusie przywiązał go do łóżka i kneblowali go. 

W dniu 30 kwietnia, kantor Max Engwicht był pobity do śmierć w Rębiszów przez polska milicję, on był teść Paul Jastera. Również Helene i Inge Jaster zostały, córki Jaster byli poważnie maltretowani. Po tym morderstwie Rosjanie interweniowali, była sprawa w sądu, ale wyrok nie było. Jasterów, który został ostrzeżenia, że ​​Polacy chcą pomścić, uciekają do Kohlfurt, gdzie brytyjscy wszyscy uchodźcy odwszeniali i wysyłają na Zachód. 

W maju komisja kontroluje zapasy ziarna. W ten sam czasie, prawdopodobnie w porozumieniu z polskim rządem, odbywają się wyszukiwanie na dużą skalę. W Frischling mają sześć niemieckich mężczyzn  pod nadzorowane przepakować systematycznie siano, słoma i drewno. Prokopowicz, słynni dla takich obowiązków, bije co chwile Gustav Frischling złamie go zęba. 16-letni syn Werner Frischling był musiony kopać dla siebie grób w krzakach u Tietze - Bauer. Aby go pospieszyć biją go z kolbą karabinu i strzelili nad niego głowa. 

Zielonych Swiąt1946, kiedy w karczma Urbana  gra muzyki tanecznej,  dwie Polacy z Boża Góra pchają się w domu Radisch . Oni plądrują je, nawet obrączki ślubny muszą być wydawane. Uważali za potrzebne zgwałcić 15 i 17-letni Radisch córki z nożem na gardło.  Paul Radisch zgłosił spawa do "Kommandatur", ale mimo, że sprawcy byli znani u policji nic nie zrobili. Mieszkańcy domów, które nie mieli kwaterowane Polaków, są łatwym ofiary dla bandytów. Niestety życz razem z Polakami w niektórych domach był tortur bez końca. Najgorsze było, kiedy byli pijani. A często byli pijany bo w domu pędzili bimber. Często pozostaje dla Niemców tylko jeden pokój, i największe częśź osobisty rzeczy wymijają z właściciela. W wioskach, gdzie większość byli Galicyjskich Polaków mieszkających jak Janice, życzę była dużo humanistyczne. W Kwieciszowice niestety radykalne elementy sądzili.
 

Geen opmerkingen: