Ale to była przeczesz moja żona, a ja jestem w drodze aby wziąć jej powrotem do domu! Ale gdzie miałem ją wziąć? Od tego nie myślałem, przez cały czas, że jej szukałem. Do Zittau, nie mogłem wrócić z nią. Stamtąd ona uciekła, bo musiała bać się o swoje życie i życie jej dziecka. Nikt, nie ja i nie mój ojciec tam nie może jej chronić przed księdza z Rzymu. Tam ona nigdy nie wróci. I jeśli ja opuściłby Zittau z nią, jak bym utrzymać rodzinę? Mogłem przejść z nią do Lipska lub Norymberdze, i tam zaczynać handlu. Ale czy Magdalena pójdzie ze mną?
Het duurde
nog bijna een week, voordat ik te voet op weg ging naar de
riddertoren. Aan rijden mocht ik nog niet denken, want mijn borst en
rug deden nog veel pijn. Toen ik bij de Bober kwam, zag ik de sterke
riddertoren, door een brede watergracht omgeven, op de andere oever
liggen. Ik ging zitten, en wilde eerst wat uitrusten, eer ik de
oversteek van de rivier wou wagen. Het had enkele dagen geleden flink
geregend, en daarom was de stroming heel sterk. Plots zag ik aan de
andere kant, een man en een vrouw op de oever toe lopen. Ik herkende
meteen, dat de vrouw Magdalena was. Ik kende haar manier van lopen zo
goed, dat ik ze er uit honderd anderen zo kon uitpikken. Ze droeg een
grote doek om haar hals, en ik zag, dat er een kind in gewikkeld was.
Ze gingen zitten, en Magdalena nam het kind er uit, wikkelde nog
enkele doeken af, ging daarna naar de oever en baadde het kind in het
koude water. Dat begon, flink te trappelen en te schreeuwen. Zo’n
flinke stem had ik zelden bij een kleine zuigeling gehoord. Dat was
mijn, ons kind! Ik zat er daar als versteend bij en kon me niet
bewegen. Dan pakte Magdalena de zuigeling op, drukte hem aan haar
gezicht en omarmde hem steeds weer. Toen ze weer ging zitten, gaf ze
het kind aan de man. Hij hield het voorzichtig vast, terwijl zij het
afdroogde. Het kind zat tussen de twee volwassenen, toen Magdalena
ook de man kuste. Ik kreeg een steek in mijn borst, alsof ik weer door een
pijl getroffen was.
Dat was toch
mijn echtgenote, en ik was toch op weg, haar weer naar huis te halen!
Maar waar naar toe moest ik haar halen? Dat had ik me niet
afgevraagd, gedurende de hele tijd, dat ik haar zocht. Naar Zittau
kon ik met haar niet terug. Daar was ze vandaan gevlucht, omdat ze om
haar leven en het leven van haar kind moest vrezen. Niemand, ik niet
en vader ook niet kon haar daar voor de pater uit Rome beschermen.
Daar zou ze nooit naar terug gaan. En als ik Zittau met haar zou
verlaten, hoe zou ik dan mijn gezin moeten onderhouden? Ik kon met
haar naar Leipzig of Nürnberg verhuizen en daar een handel
oprichten. Maar zou Magdalena met mij mee gaan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten