Później, kiedy staliśmy z naszym miejsce spanie, nie ubieraliśmy się, ale Ania proponowała, aby wziąć kąpiel w strumieniu. Obok domu było mały staw spiętrzony i ona z wesoły krzykiem skoczyła w wodzie. Ja poszłam trochę wolniej po nią, myśląc o moim ranny plecy. Uważałem ten chłodnej wody również bardzo orzeźwiający. Ania przyszła do mnie i delikatnie wcierała strupki krwi z moimi plecami. Nadal to bardzo bolało, ale silne ręce Ania, mogą być tak delikatne, że prawie nie czuje bólu. Teraz ja też raz widziałem ją zupełnie nagi obok mnie. Miała silne ciało, ale stosunkowo małe piersi. Patrząc na nią, uśmiechnęła się do mnie i zauważyła; "Tak, bardzo ładne, nie jestem mnie, wiem." Chciałem jeszcze odpowiedzi coś, ale ona zamknęła mnie buzia. "Nie musisz nic powiedzieć. Cieszę się, że cię znów widzę ci zdrowe przede mnie. Pierwszy dzień to nie wyglądała dobrze dla ciebie, i bałem się, że nie będzie to przetrwać. Myślę, że można jechać z powrotem do Zittau w ciągu kilku dni. "
’s
Morgens vroeg, tijdens de schemering, werd ik wakker. Ania was ook
wakker geworden. Ze vleide zich zeer dicht tegen me aan en zei; ‘Van
tijd tot tijd heb ik een man nodig.’ en gooide zich met onverwachte
passie op me. In het begin was het voor mij niet aangenaam, omdat ik
steeds aan Magdalena moest denken. Dan raakte ik eveneens in een
storm van enthousiasme, alsof ik door haar meegesleurd werd. Daarna
vielen we nog een keer in slaap.
Later, toen
we van ons lager opstonden, kleden we ons niet aan, maar Ania deed
het voorstel, om een bad in de beek te nemen. Langs het huis was een
kleine vijver opgestuwd, en ze sprong er met een juichkreet in. Ik
liep er iets langzamer achteraan, aan mijn gewonde rug denkend. Ik
vond het koele water eveneens zeer verfrissend. Ania kwam bij me en
wreef voorzichtig de bloedkorstjes van mijn rug. Het deed nog steeds
veel pijn, maar Ania’s sterke handen, konden zo teder zijn, dat ik
de pijn bijna niet voelde. Nu zag ik haar ook eens helemaal naakt
langs me. Ze had een sterk lichaam, maar relatief kleine borsten.
Haar zo bekijkend, lachte ze naar mij en merkte op; ‘Ja bijzonder
mooi ben ik niet, dat weet ik.’ Ik wilde nog iets antwoorden, maar
ze hield me de mond dicht. ‘Je hoeft niets te zeggen. Ik ben blij
dat ik je weer gezond voor me zie. De eerste dag zag het er niet goed
voor je uit, en ik was bang dat je het niet zou halen. Ik denk dat je
binnen een paar dagen weer naar Zittau kunt rijden.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten