zondag 18 oktober 2015

Konstatin Wegerer 1 (Siedlecin, Boberrohrsdorf)


Röhrsdorf in het jaar 1657

Bibiana heeft me verlaten! Dat is het enige waaraan ik nu kan denken. Steeds weer gaat er maar één gedachte door mijn hoofd: Bibiana heeft me verlaten. Ik heb in het tiendenhuis een rol papier gehaald en daar bogen uit gesneden. Al lang geleden heb ik me voorgenomen, om iets van de belevenissen in mijn leven op te schrijven. Maar steeds heeft het vrolijke samenleven met Bibiana en onze zoon me daarvan afgehouden. Ik heb er altijd op moeten rekenen, en ik heb het Bibiana zelfs ook beloofd, om haar te laten gaan, als ze een andere, een jongere man zou vinden. Maar nu het werkelijkheid is geworden, heeft het me toch ondanks alle voorgevoelens hard getroffen.

Als afleiding wil ik nu met schrijven beginnen. Ik wil daarmee mijn leven volgen, zo mogelijk zonder vooroordelen, en daarmee ook het leven van de vele mensen die ik leerde kennen. Dit bericht zal met mijn huidige stemming natuurlijk somberder uitvallen, dan wanneer ik het geschreven had als Bibiana nog bij me was. Dan was ik over vele ernstige belevenissen als een vlinder weg gefladderd met de vrolijke gedachte, dat Bibiana toch bij me is, en dat het leven zo mooi kan zijn.

Ik heb ooit op een slagveld langs een zojuist gedode vriend gezeten. Toe kwam er vlinder, die op zijn met bloedkorsten bedekte gezicht ging zitten. Ze sloeg nog enkele malen met haar vleugels en vloog verder de zonnige dag in. Wat weet een vlinder nou van ons mensen! Maar wij mensen weten zoveel van een vlinder en dat verplicht ons ook, om hen bijvoorbeeld niet te doden. Het verplicht ons mensen, überhaupt geen dieren te doden, als ze ons niet bedreigen of we moeten ze nodig hebben als voedsel. Onze kennis verplicht ons eigenlijk ook, om elkaar niet te doden, wat we zo vaak en zoveel, zonder na te denken doen. Kunnen wij mensen dan niet nadenken? Zijn wij aan onze driften zo hulpeloos overgeleverd? Ook die gedachten gingen toendertijd op het slagveld en daarna steeds weer door mijn hoofd. Ze komen ook vandaag weer terug, doordat ik nu begin over mijn leven te schrijven en tegenover mezelf daarover rekenschap af moet leggen. Ik wil helemaal vooraan, bij mijn jeugd beginnen.

Siedlęcin w roku 1657

Bibiana mnie opuściła! To jedyne co mogę myśleć. Znowu i znowu tylko jedna myśl kręci w mojej głowie: Bibiana opuściła mnie. Poszłam do domu dziesięciny i wziąłem rolkę papieru i z tego wycięłam łuki. Dawno temu już planowałem napisać coś z doświadczeń w moim życiu. Ale zawsze moje szczęśliwe życzę z Bibiana i nasz syn wytrzymała mnie. Zawsze musialem liczyć na to, a ja nawet obiecałem Bibiana, pozwolić jej odejść, jeśli znalazłaby innego, młodszego mężczyznę. I teraz stało się to w rzeczywistością, i jednak mimo moje przeczucia, to mnie bardzo boli.

Jako ociąganie uwaga chę zacząć pisać. Chce z tym śledzić moje życie, jeśli jest to możliwe bez przesąd, a wraz z tim życie wielu ludzi, których spotkałem. Ta relacja, przez ten mój obecny nastrój, będzie oczywiście ponurnej niż gdybym napisałem go kiedy Bibiana jeszcze była ze mną. Wtedy ja o wiele poważnie doświadczeń, jak motyl zatrzepotała z szczęśliwa myśl, że Bibiana wciąż jest z mnie, i że życie może być piękne.

Kiedyś siedziałem na polu bitwy obok przed chwile zabity przyjaciela. Nagle przyszedł motyl, który usiadł  na skorupą krwi na ja jego twarzy. On uderzył kilka razy z jej skrzydłami i poleciał dalej w słoneczny dzień. Co motyl wie o nas, ludzi! Ale my, ludzie wiedzą, tak wiele o motyla, a także wymaga od nas, aby ich na przykład nie zabić. To zobowiązuje nas, ludzi, w każdym razie nie zabijać ani zwierząt, ktory nam nie grozi, tylko wypadku kiedy my potrzebujemy ich jako pokarm. Nasza wiedza zobowiązuje nas rzeczywistości, nie zabijać między sobie, i jednak tak często i tak wiele my robimy to. Nie możemy ludzie myśleć? Czy jesteśmy tak bezradni dostarczane do naszych namiętności? Te sam myśli miałem wówczas na polu bitwy, a potem znowu i znowu mi przezli mi do głowę. Przybywają również dziś, bo zacznę pisać o moim życiu i muszą sobie z tego powodu dać odpowiedzialność. Chcę zaczynając od początku, u mojej młodości.



Geen opmerkingen: