zielarz
Dit
verhaal van grootvader wilde ik bijzonder vaak horen, en vroeg hem
steeds weer naar de geneeskrachtige kruiden en het boek. Grootvader
kende het boek niet, maar wel veel kruiden. Hij liet ze me zien, als
we de riddertoren uit gingen, in het bos of aan de oever van de
Bober, en legde me ook uit hoe je ze moest verwerken. Zo verzamelde
ik als kleine jongen al kruiden, droogde ze en bewaarde ze in kleine
potten. Andere kruiden moest ik tussen stenen fijnwrijven, en dan
inroeren in olie. Gauw genoeg begon ook ik enige proeven te doen.
Grootvader had me verteld, dat het goed was om op wonden een uienbrij
aan te brengen. Dat zou koorts voorkomen. Ik probeerde het uit nadat
ik bij een val een grote schaafwond aan de knie had opgelopen. De
uienbrij plakte echter snel aan de wond en vormde een dikke korst,
die daarbij nog eens onaangenaam stonk. Ik dacht na, hoe ik dat een
volgende keer anders kon doen. Het duurde ook niet lang, toen mijn
vriend door een hond gebeten werd en een grote vleeswond aan zijn
kuit had. Ik legde nu eerst een doek op de wond, dan de vers gemaakte
uienbrij op dit doek en dekte het af met een tweede doek. Daarover
heen wikkelde ik een groot blad en trok een kous strak over de kuit.
De volgende dag controleerde ik het verband en vernieuwde de
uienbrij. Omdat deze vochtig gebleven was, kon ik hem gemakkelijk met
het doek van de wonde af pakken. Het rook ook niet zo sterk. Drie
dagen later nam ik het hele verband weg, en in de frisse lucht
droogden de overblijvende littekens snel in. Ik was zeer tevreden met
het resultaat. Uienbrij als wondbedekking werd voor mij sindsdien een
vaak gebruikte heelmethode.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten