In februari
1638 kwam Jacob von Weiher met Anna Elisabeth naar de Greiffenstein,
om daar het beheer over te nemen. Hij ontsloeg de door de keizerlijke
gezanten ingezette burchthoofdman Kyd von Portua en zette daarvoor de
ritmeester von Janowitz in, waarop hij kon vertrouwen. Ik nam de
functie van hoofd boswachterij, en daarmee de voornaamste bron van
inkomen voor het Heerschap Greiffenstein, over. Het waren nog steeds
onrustige tijden, dan is men op een burcht veiliger dan op een open
slot als Kemnitz.
Mijn kamer,
waarin ik zo veel mooie uren met Magdalena had doorgebracht, was nog
steeds zoals vroeger ingericht. Zelfs mijn kleine schrijftafel stond
nog op dezelfde plek. Ik herinnerde me, dat we hem moesten
verschuiven, als Magdalena in een strenge winter bij mij in mijn
kamer kwam slapen. Dat was nu al twintig jaren geleden, maar het
leek, alsof het gisteren was.
Nu
schoof ik de tafel weer aan de kant, en haalde uit de aangrenzende
kamer het oude bed van Magdalena. Ik had in Kemnitz Bibiana weer
getroffen. Eerst had ik zo mijn bedenkingen of ze me überhaupt weer
zou herkennen. Ik had haar twee jaar geleden voor het laatst gezien,
toen ze acht jaar oud was, en ik veel met haar gespeeld had. Toen ik
echter in de kamer van de beheerder in Kemnitz kwam, sprong ze op,
juichte van plezier en riep steeds mijn naam. De vrouw van de
beheerder had als een moeder voor haar gezorgd en vertelde me, dat
Bibiana steeds weer mijn naam noemde. In het begin was ze steeds
begonnen met huilen. Zij, Martha, had haar echter verteld, dat ik
weldra terug zou komen en van toen af aan had Bibiana steeds vrolijk
gelachen, als ze mijn naam herinnerde. Martha was zwanger en
verwachtte binnen enkele weken een kind. Ze was heel blij, toen ik
voorstelde, om verder voor Bibiana te zorgen. Nu wilde ik ze in
Kemnitz afhalen, en zou ze bij mij wonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten