Damy dworu w Wiednu kolo 1700
Het was nu
zeer moeilijk geworden, Anna Elisabeth als hofdame te zien of te
kunnen spreken. Men moest hiervoor een langdurige en zelden
succesvolle procedure aan het keizerlijke hof doorlopen. Desondanks
lukte me het een keer, om haar in het bijzijn van twee andere
hofdames te spreken. Dit gebeurde in een grote zaal, waar ik
allereerst moest wachten. Een hofdame die me daarheen bracht, had
zich denigrerend over Anna Elisabeth uitgelaten. Ze was weliswaar
zeer mooi van gestalte, maar wanneer ze haar Silezische tongval liet
horen, viel al haar schoonheid weg. Het was makkelijk te raden, dat
die dame alleen maar jaloers was op de mooie Anna Elisabeth.
Toen Anna
Elisabeth met twee andere hofdames verscheen, konden we slechts,
luid, enkele woorden op grote afstand wisselen. Plotseling liep ze
echter op mij toe, ik knielde voor haar neer, en ze legde haar handen
op mijn hoofd. De beide andere hofdames stootten van ontzetting een
schreeuw uit en waren eveneens op me toegelopen. Maar toen ze zagen,
dat Elisabeth me blijkbaar wilde zegenen, bleven ze op een grotere
afstand van ons staan. Elisabeth boog zich een beetje naar me toe,
maar sprak geen zegen uit. Ze fluisterde: ‘Alsjeblieft, zeg Jacob,
dat ik heel veel van hem houd. Hij moet me hier zo snel mogelijk
vandaan halen. Dank je Konstantin.’ Ze nam haar handen van mijn
hoofd, ik stond op, kuste haar hand en nam afscheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten