"Myślę, że teraz oglądałeś wystarczający, robi się trochę chłodno." powiedziała w jakiś momencie, i ona miała taki zabawny, wesoły język koło jej ust, że ciągnęła jej do mnie i pocałowałem jej długo w ustach, która ona entuzjastycznie odpowiedziała.
Meteen nadat we onze last, naar de keuken gebracht
hadden, trok Ania me mee, de grote trap op naar de zolder. Hier moest ze eerst
een kleine deur openen, en daar ging een wenteltrap met brede treden naar
boven. Ania opende een valdeur en klom in het torentje. Ik volgde haar, en ze
vroeg me om na me de deur meteen weer te sluiten, anders zou het in huis flink
tochten. De toren was helemaal niet zo klein, als ze uit de verte geleken had.
Hij was zeshoekig gebouwd, en de zes steunbalken van het spitse dak gaven een
uitzicht naar alle kanten vrij. In de midden stond een eveneens zeshoekige bank
met een afgeronde hoge rugleuning, zodat men hier gemakkelijk kon zitten. Ania zocht nu die richting, van
waar we het beste de door de zonsondergang belichte hemel konden zien.
Plotseling riep ze echter: ‘Nee, dat is de richting van Zittau, waar je morgen
naar toe reist, we kunnen beter richting middag naar de bergen kijken.’ Ze liet
zich in de andere richting op de bank vallen. Ik ging langs haar zitten, en we
keken een tijdje stil naar het kleurenspel van de zonsondergang. Toen bedacht
ik, dat men van de toren uit een heel goede blik over de hele handelshof moest
hebben, en we leunden beiden over de borstwering. Daarbij roetsjte mijn gouden
kruis uit mijn hemd, en pendelde voor mijn gezicht, toen ik naar beneden keek.
‘Je hebt een mooi kruis, Symon, het schijnt al oud te zijn, want het heeft een
eigenaardige vorm.’ ‘Ja, mijn overgrootvader heeft het ooit van een ridder
gekregen, die op één van de kruistochten is geweest. Het moet uit Nikaea bij
Byzantium stammen, waar zijn vriend gestorven is. Toen ik geboren werd, was
mijn vader net voor een reis onderweg, en mijn moeder heeft het kruis uit onze
aandenkenkast gepakt en het me bij de doop omgehangen. Sindsdien draag ik het.
Jij hebt vast en zeker ook een mooi kruis.’
‘Ja, je mag het gerust zien.’zei ze met een plotseling
heel andere stem. Ik dacht, ze trekt een kettingkje omhoog, en laat me het kruis
zien. Maar ze begon haar lijfje los te knopen, helemaal tot onder aan toe, en
trok het daarna weid uit elkaar, zodat ik het kruis tussen haar beide kleine
borsten zag hangen. ‘Bekijk je het maar
goed en zo lang als je wilt, het is fijn voor mij, dat je weet waar het
hangt.’ Ik herinner me niet meer, hoe lang we daar zo zaten, ik was sprakeloos
van geluk.
‘Ik denk, dat je nu lang genoeg gekeken hebt, het wordt
een beetje fris’ zei ze op een gegeven moment en daarbij had ze een
zo’n grappige, vrolijke tong om haar mond, dat ik ze tegen me aantrok en lang
op de mond kuste, wat ze enthousiast beantwoorde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten