"Byłem wtedy sługa jeździec od zaledwie osiemnaście lat, ale u mojego Pana widziane jak niezawodne i odpowiadany. Panów mieli dużo sprawy do dyskutowanie. Magdalena odwiedziła stajnie, i chciała na jeden z pięknych koni robić przejażdżkę. Mój Pan dał mi zadanie, aby jej towarzyszyć. Po drodze, po długim jazda galopem przez zalewowej Bobra, zrobiliśmy sobie przerwę, aby dać koniom odpocząć. Magdalena wtedy także osiemnaście lat, pytała mi wszystko o życiu w wieży rycerza, a potem powiedziała obszerne o swoje życie w Giersdorf. Powiedziała mi, że mieszkał księdza ewangelickiego na ich dużej posiadłości, który zrobił mszę w każdą niedzielę w małej kaplicy i zawsze dał ciekawy kazanie, który dał potem dużo do myślenie, przez długi czas. Magdalena był wychowywany przez matkę ewangelicznych, i zdawał sobie sprawę ze bardzo dobrze wie o różnic wiary.
ja cicho i powściągliwy słuchałem jej, i kiwałem głowa kiedy zgodziłem sie z ją opinia. Ale jednak kiedy nie byłem przekonane jej zdaniem, to jej powiedziałem, otwarte i uzasadnione. Tak obydwoje gadaliśmy trochę podniecone i szybko zapomnieliśmy o różnicy klasowe. Ponadto, stało się coraz później, a ja musiałem nalegać na podróż powrotną. Magdalena zapewniła mnie na pożegnanie, że jestem wspaniały chłopiec. Ona byłoby szczęśliwa, jeśli więcej tego rodzaju chłopców były w jej kręgach, ponieważ będzie musi tam poślubić kiedyś.
Grootvader
vertelde juist deze oude liefdesgeschiedenis van Hans von Zedlitz en
zijn mooie Magdalena steeds met een opvallende toewijding en
innerlijke opwinding. Als het een zomeravond was, en hij mij het
verhaal weer een keer vertelde, kon ik daarbij zijn gezicht zien, en
merkte ik, dat hem soms de tranen in de ogen stonden. Ik dacht dan,
dat hij misschien aan zijn eigen jeugd en aan het verleiden van
grootmoeder herinnerd werd. Toen ik hem er echter ooit eens naar
vroeg, wilde hij mij geen antwoord geven. Hij zei alleen, dat hij er
misschien later ooit over zou vertellen.
Soms, als ik
na dit verhaal nog geen zin had om te gaan slapen, voegde grootvader
er aan nog toe, hoe hij Magdalena von Zedlitz als jong meisje bij haar
bezoek in Rüdersdorf met haar vader Heinrich von Zedlitz uit
Giersdorf had leren kennen;
‘Ik was
destijds een ruitersknecht van slechts achttien jaar, maar bij mijn
Heer als zeer betrouwbaar aangezien. De Heren moesten veel bespreken.
Magdalena had de paardenstal bezocht, en wilde met één van de mooie
paarden een ritje maken. Mijn Heer gaf me de opdracht, haar te
begeleiden. Onderweg, na een lange galoprit door de uiterwaarden van
de Bober namen we een pauze, om de paarden wat rust te gunnen.
Magdalena toentertijd eveneens achttien jaar oud, vroeg me van alles
over het leven in de riddertoren en vertelde daarna uitvoerig over
haar leven in Giersdorf. Zo vertelde ze, dat op hun grote landgoed
een evangelische priester woonde, die in de kleine kapel elke zondag
een mis deed en steeds een interessante preek hield, waarover men dan
nog lang moest nadenken. Magdalena was door haar moeder evangelisch
opgevoed, en was zich van de verschillen in de geloven zeer goed
bewust. Ik heb stil en met terughoudendheid naar haar geluisterd, met
haar ingestemd, als ik haar mening deelde. Was ik het echter niet van
haar opvatting overtuigd, zo heb ik haar dat open gezegd en
onderbouwd. Zo hebben we beide enigszins opgewonden gepraat en ook
snel het standsverschil vergeten. Daarbij was het steeds later
geworden, en ik moest op de terugrit aandringen. Magdalena heeft me
bij het afscheid verzekerd, dat ik een prachtige jongen ben. Ze zou
blij zijn, als er meer van zulk soort jongens in haar kringen
verkeerden, want daar zou ze wel een keer in moeten trouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten