Kwieciszowice z droga do Boża Gora
Nagle
leśniczy podszedł i powiedział, że hrabia miał wypadek podczas
polowania. Złamał nogę i leżał bezradnie w lesie. On i jego
pomocnik nie mogli go odwieźć sama. Szybko wżęli koń i woź, a
wszyscy imprezowicze, najpierw muzyką, ruszyli do leśniczówka
na górze, a stamtąd do lasu, gdzie leżał ranny hrabia. Beczka z
piwem została załadowana na woz, aby ludzie nie odczuwali
pragnienia. W
ten sposób pan
hrabia otrzymał po przyjeździe dużą szklanka chłodnego piwa,
które natychmiast nazwał najlepszym piwem w swoim życiu, bo radość
całego marszu wyrwała go z depresji.
Jörg
Hans Ulrich nauczył się kiedyś czegoś na temat leczenia ran w
Mirsku u ówczesnego aptekarza Tobiasza Sommera i opatrywał złamaną
kość hrabiego lnianymi paskami, którą robił z prześcieradła
leśnego. Chociaż hrabia czasami miał bardzo dużo bólu, poprosił
o piwo, aby złagodzić ból, powiedział on.
Wspiąłem
się na" Śnieżka "co najmniej dwadzieścia razy, w lecie
i zimą, ze wszystkich stron. Raz nawet transportowałem belki z
innymi mężczyznami na górze, aby zbudować kaplicę Wawrzyńca na
najwyższym szczycie mojego obszaru. I nic się nie stało. Ale tu,
na łagodnych wzgórzach, muszę złamać nogę! "Hrabia
narzekał.
Plots
kwam de boswachter aangelopen en vertelde, dat de graaf tijdens de
jacht een ongeluk had gehad. Hij had zijn been gebroken en lag
hulpeloos in het bos. Hij en zijn helper konden hem alleen niet
wegbrengen. Men spande snel een wagen in, en alle feestgangers, met
de muziek voorop ging op weg naar de boswachterij op de berg en van
daaruit het bos in, waar de gewonde graaf lag. Een vaatje bier was
mee op de wagen geladen, zodat men onderweg geen dorst zou krijgen.
Zo werd de heer graaf bij de aankomst een grote beker koel bier
aangeboden, wat hij direct het beste bier van zijn leven noemde, want
de vrolijkheid van de hele mars had hem uit zijn neerslachtigheid
getrokken.
Jörg
Hans Ulrich had in Friedeberg bij de toentertijd al heel oude
apotheker Tobias Sommer iets over wondbehandeling geleerd en verbond
het gebroken been van de graaf met linnen stroken, die hij uit een
beddenlaken van de boswachterij maakte. De graaf vertrok weliswaar
soms het gezicht van de pijn, maar vroeg wel nog om een bier, om de
pijn te verzachten, zei hij.
‘Ik
heb minstens twintig keer de ‘Schneekoppe’ beklommen, bij zomer-
en winterweer, van alle kanten. Een keer heb ik zelfs met andere
mannen balken de berg op getransporteerd voor de bouw van de
Laurentiuskapel op de hoogste top van mijn gebied. En er is niks
gebeurd. Maar hier in de zachtere heuvels moet ik mijn been breken!’
klaagde de graaf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten