donderdag 24 april 2014

Magdalena 5

Dom Frischling na Boża Góra
 
 
Hans bil z bata, a nasz konwój ponowie ruszal i kontynuowaliśmy podróż. Po jakiś czas Hans odwrócił się do mnie i poklepał mnie po ramieniu; "Naprawdę dobry chłopak! Dużo respekt." Byłem bardzo dumny, bo po raz pierwszy w tej podróży miałem wrażenie, że był użyteczny.

Odjechaliśmy bardzo wcześnie z Mirsk na Kwisa. W Rębiszów musieliśmy czekać żeby mogliśmy dostać dwóch dodatkowych koni który mogli nas pomagać ciągać woź przez następny góry. Było sporo koni, ale Hans nie chciał ich, powiedział ze oni byli w taki stanie, ze szybszej zdechli niż nas pomagać z wozem. Później, kiedy byliśmy po za górze, podróż poszło dość gładko.

Droga była w bardzo złym stanie, nawet na wiosnę, byli wiele głębokich dziur. Niektóre były tak głębokie, że nie można przejechać. Wcześniejszy wozy dlatego już szukali nowe droga obok. W rezultacie z droga była dwa do trzech razy szerszy niż było to konieczne. Hans miał pełne ręce roboty, aby właściwie kierować wóz. Jörg końcu poszedł obok koni prowadzi ich i wziął ich na uzdę. Ja tez skoczył z wóz, bo tak kołysała, że prawie spadł. Nagle wóz pochylił się na bok z dużo hałasu i groził upadek na bok. Złamał się koła. Hans pozostawił przekleństwo wyniesienie do nieba, tak długo, która nigdy wcześniej w życzę nie słyszałem. Jego dobry humor również znikło. Jörg pociągnął pod woź kawałek drewna z otwory, od gdzie ja sens nie widziałem. Hans nie chciałem pytać. Ale zobaczyłem, jak mógł z drewnianym prętem i docierania samochodu zwiększyć stopniowo. Jak to możliwe? To ciężka załadowany wóz!. Ale to działało. Pod uniesionym wóz, jeszcze innego kawałek drewno została zaciśnięta, i złamane koła mogli być usunięta. Nastrój Hansa poprawiło po każdego krok. Wyciągnął oba konie i lądował złamane koła na jednej z nich i kazał mnie wspinać na drugi. Ja to chętnie robiłem.
Potem wyszliśmy, nadal w dół,  tam gdzie będzie karczma. Jörg został u woź. Hans przeszedł obok koni, w przypadku koni, uwolnione od ich ciężkiej pracy pójdzie kłusem, i trzymał je krótko, tak by zaoszczędzić siły na ten gorący dzień. Hans zaczął ponownie śpiewać piosenki jego dobry humor wrócił. Przestał śpiewać tylko żeby zwrócić do mnie pokazać z odległej karczmie. Kolejne pół godziny i mamy tam być.

 


Hans knalde met de zweep, en onze kolonne zette zich weer in beweging. Na dat we een tijdje gereden hadden draaide hij zich op de koetsiersbok naar mij en klopte me op de schouder; ‘ Dat heb je goed gedaan jongen! Alle repect!’ Ik was zeer trots, want voor de eerste keer deze reis had ik de indruk, van nut te zijn geweest.
We waren in Friedeberg aan de Queis zeer vroeg vertrokken. In Rabishau moesten we echter lang wachten, tot we een voorspan van twee extra paarden konden krijgen, om de volgende bergen over te kunnen. Er waren daar wel enkele paarden, maar Hans wou er geen enkele van hebben, want die zouden onderweg eerder kreperen als onze wagen helpen, zei hij. Toen we later de berg over waren, ging het tamelijk vlot verder.
De weg was in zeer slechte toestand , nog van het voorjaar had ze veel diepe gaten. Sommige waren zo diep, dat je er niet door kon rijden. Eerdere wagens hadden daarom er al een nieuwe weg  langs gezocht. Daardoor was de weg twee tot drie maal zo breder als nodig was. Hans had zijn handen vol om de wagen goed te sturen. Jörg ging tenslotte voor bij de paarden lopen en nam ze aan de teugel. Ook ik was van de wagen gegaan, want hij schommelde zo sterk  heen en weer, dan ik er bijna van af viel.  Plotseling leunde de wagen met veel lawaai naar één kant en dreigde om te vallen.  Er was een rad gebroken.
Hans liet een vloek ter hemel stijgen, van een lengte die ik nog nooit had gehoord. Zijn goeie zin was dus ook voorbij. Jörg haalde onder de wagen een houtklots met keilvormige openingen vandaan, waar ik eerst het nut  niet van inzag. Hans vragen wilde ik ook niet. Toen zag ik echter, hoe hij met een houten stang en de klots de wagen beetje bij beetje kon opkrikken. Hoe was dat nou  mogelijk? Deze zware vol beladene wagen. Maar het werkte. Onder de opgekrikte wielnaaf werd een andere klots geklemt, en het gebroken rad kon er af gehaald worden. Het humeur van Hans verbeterde met elke handeling. Hij spande beide paarden uit, en laadde het gebroken rad op één van hen en beval mij op het andere paard te bestijgen, wat ik best graag deed.
Toen vertrokken we, verder bergafwaarts, alwaar een herberg zou zijn. Jörg bleef bij de wagen. Hans liep langs de paarden, voor het geval dat de paarden, bevrijd van hun zware werk, zouden gaan draven, en hield hij ze rustig zodat ze hun kracht op deze hete dag zouden sparen. Hans begon weer een liedje te zingen, zijn goeie zin was weer terug. Hij onderbrak het zingen alleen, om me de in de verte gelegen herberg te wijzen. Nog een half uur en dan zouden we er zijn.
 


 



Geen opmerkingen: