Fresko w wieża rycerski w Siedlęcin.
Op een dag
kwam de vrouw van de poortwachter Dehmel naar me toe en vertelde
opgewonden, dat haar man iets had met één van de vrouwen uit de
voorgebouwen. Ik moest die mensen allemaal meteen de burcht uit
sturen. Ik kalmeerde de vrouw eerst, want ik merkte, dat haar
jaloezie ziekelijk overdreven was. Ik sprak ook met haar man, die
deze beschuldigingen verre van zich wierp. De vrouw liet haar man
niet met rust, en ergerde haar man zo zeer, dat hij tenslotte boos
werd en haar op een dag in de mangelkamer tijdens een ruzie dood
sloeg. Ik moest het gebeuren aan het gerecht in Greiffenberg melden,
die de moordenaar arresteerde. Enkele dagen later werd hij
veroordeeld en geëxecuteerd. Ik was zeer aangedaan door het
gebeuren, want ik had meegemaakt, hoe de man door de blinde jalousie
van zijn vrouw, tenslotte tot deze daad gedreven werd.
We hadden net
een schilder uit Greiffenberg bij ons op de burcht, die de
wandschilderingen in de ridderzaal vernieuwde. Ik gaf hem de
opdracht, op de wand in de grote bediendenkamer een tekening over het
hele gebeuren te maken. In de hoek rechts beneden schreef hij: ‘Der
Dehmel von Sankt Veit und Christine sein liebes Weib’. Met de
tekening wilde ik een waarschuwing uitbeelden, wat ziekelijk
overdreven gevoelens konden aanrichten. Dehmel was daardoor gek
geworden, en zijn vrouw was tevoren een redelijk lieve vrouw. Ik
merkte ook aan mij opwinding over dit kleine incident, dat ik niet
meer de rust bezat, de vele persoonlijke conflicten van de
burchtbewoners op te lossen of om straffen uit te spreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten