Samenvatting uit een van de Blumendorfer dagboeken
In 1425 werd de
jonge koopman Symon Feuring uit Zittau door zijn vader naar de koopman Kachel
in Hirschberg gestuurd. Zogenaamd om de handel in lood op te zetten, maar in
werkelijkheid wilde men Symon koppelen aan Anna, de dochter van Kachel.
Op de
gevaarlijke reis aan de toenmalige handelsroute Zittau – Hirschberg is Symon
met zijn wagen wegens een gebroken karrewiel gedwongen om te overnachten in de
herberg van Blumendorf. In de donkere herberg bestelde hij een kom soep. Hij
schrok toen er plots een kleine gestalte opsprong, die naast het vuur in de as
gelegen had en wegliep. Het was waarschijnlijk een meisje, die een zak om had
die diende als een jurk. Plotseling stond ze naast hem en staarde hem aan. Hij
had haar niet horen aankomen op haar blote voeten. Haar gezicht was smerig van
de as. Over haar wangen waren tranen gelopen die brede sporen hadden achter
gelaten. Ze ging op haar knieen langs hem zitten en bleef hem aanstaren. “Ze
deed me denken aan mijn hond, die steeds langs me komt zitten als ik aan tafel
ga.” Hij voerde haar wat soep met zijn lepel, en na een tijdje vertrok ze naar
een donkere hoek in de herberg. ‘s Nachts werd Symon wakker in zijn kamer, toen
hij merkte dat er iemand langs hem in bed kroop. Door de sterke asgeur wist hij
precies wie het was. Ze kroop naast hem “rolde zich samen als een kat en viel
in slaap”. ’s Morgens was ze verdwenen.
Symon trok verder naar Hirschberg en Symon en
Anna werden inderdaad verliefd op elkaar.
Op de terugreis naar Zittau overnachtte men
weer in de Blumendorfer herberg. ‘s Avonds had hij haar niet gezien, maar ’s
nachts kroop ze weer bij hem in bed. Symon genoot van het warme gevoel en de
geborgenheid. Bij het wakker worden was ze weer verdwenen. Al die tijd hadden
ze geen woord met elkaar gewisseld.
Op de terugweg overleefde Symon met zijn
mannen nog een aanval van de beruchte Hussitten waarbij Symon een heldenrol vervulde,
hij schoot de aanvoerder van de aanvallers neer. Enkele dagen later kwam men in
Zittau aan. Toen de wagens op de binnenplaats van de
Feurings stonden, schreewde plotseling een knecht. Uit één van de wagens kroop
het vuile, hongerige asgrauwe meisje uit Blumendorf dat zich al die tijd in de
wagen verstopt had. De vader van Symon nam haar bij de hand en zei tegen Symon;
“Zo is je moeder ook hier terecht gekomen, ze blijft bij ons, ze is een
geschenk uit de hemel.” Al gauw bleek dat het meisje doofstom was. Het lukte
Symon uiteindelijk met een soort van gebarentaal met haar te communiceren.
Samen besloten ze dat ze Magdalena zou heten. Ze wist niet wie haar ouders
waren, ze was altijd bij de herbergier in Blumendorf geweest, maar hij was haar
vader niet. Ze had vaak slaag gekregen, terwijl ze hard moest werken. Soms werd
ze dronken gevoerd en moest op de tafel dansen of met de gasten naar bed.
Na verloop van tijd werden de twee verliefd
op elkaar en zijn getrouwd. Na eerst Anna op de hoogte te hebben gebracht. Eind
1425 wordt Magdalena zwanger. Februari 1426 pakken zich donkere wolken samen
boven de familie Feuring. De katholieke kerk trekt de teugels aan. Zowel Symon
als Vader Feuring zijn getrouwd met een vrouw waarvan niet zeker is dat ze
gedoopt is en de pauselijke vertegenwoordiger eist een proces. Als Symon
terugkomt van het klooster waar hij geprotesteerd heeft tegen de gang van zaken
is de zwangere Magdalena verdwenen. Symon zoekt overal. Zijn zoekttocht voert
hem ook weer naar Blumendorf, maar ook daar is ze niet geweest. Wel wordt hem
verteld dat Magdalena als driejarig kind zonder naam door een voerman werd
achtergelaten en niemand heeft zich om haar bekommert. Ook niet toen ze een
jaar geleden plotseling verdween.
Op zijn verdere zoektocht raakt Symon zwaar
gewond bij een poging hem te overvallen, maar hij kan vluchten en wordt
geholpen door een alleenstaande vrouw. Daar geneest hij in enkele weken van
zijn verwondingen. Als hij zo ver genezen is dat hij kan reizen vertelt de
vrouw dat ze een doofstom meisje heeft gezien bij de riddertoren aan de andere
kant van de Bober (het huidige Siedlęcin) Ze zou bij een knecht leven en had
een pasgeboren kind.
Hij gaat te voet op weg ondanks de hevige
pijnen die hij nog heeft. Bij de Bober aangekomen wil hij eerst wat uitrusten
voordat hij de sterk gezwollen rivier wil oversteken, als hij bij de
riddertoren een man en een vrouw op de oever ziet toelopen. Hij herkende meteen
Magdalen die een doek droeg met daarin een kind. Het kind werd gewassen in het
ijskoude water en begon te schreeuwen. Symon dacht; “mijn kind, ons kind”. Ze
haalde het kind uit het water gaf het aan de man en droogde het kind af. Daarna
kuste ze de man. Het was alsof Symon nog een keer door een pijl werd getroffen,
zo’n pijn deed het. Het was toch zijn vrouw, hij was toch onderweg om haar te
halen. Maar waar naar toe? Terug naar Zittau kon niet. Hij keek nog een keer
naar de andere oever en zag een gelukkige Magdalena, met een beschermer en een
veilige plek in de riddertoren. Magdalena had juist gedaan wat van haar te
verwachten was. Als een dier zocht ze eerst bescherming voor haar kind, en had
dat gevonden. Moest ze dat vanwege hem weer in gevaar brengen. Nog nooit had
hij de liefde voor haar zo sterk gevoeld als nu. Symon dacht nog vele uren na
aan de oever van de Bober, wat te doen, maar hij besloot uiteindelijk Magdalena
niet op te zoeken en keerde naar huis terug.
Symons ouders, werden enkele weken
later vermoord uit religieuze gronden. Symon, enigst kind, kwam enkele maanden
later om het leven toen hij een vrouw en kind uit een brandend huis had gered
en nog een keer het brandende huis in ging om te kijken of er nog mensen waren.
Het huis stortte in, en van Symon werd niets meer teruggevonden. Hun koophandel
werd verkocht en de opbrengst ging naar het klooster Marienthal
Waarschijnlijk is het kind van Magdalena; een
meisje, naar haar moeder Magdalena genoemd in 1452 met de adelijke Heer Hans
van Zedlitz gehuwd. Bekend van de riddertoren in Siedlęcin. Haar dochter ook weer Magdalena genaamd trouwde op haar beurt met Hans von Schaffgotsch, o.a. de eigenaren van Blumendorf...
Magdalenie skrót z jednego pamiętniki Kwieciszowickie
W roku1425 młody
handlarz Symon Feuring z Zittau został przez swojego ojca wysłany do Jelenia
Góra, do swojego kolegi o nazwisku
Kachel również parającego się handlem..
Celem tej podróży nie bya jednak współpraca na niwie handlu ołowiem, a chęć
skojarzenia Symona z córką Kachla – Anna.
W tym czasie była to jedyna droga handlowa
Zittau – Jelenia Góra i zaliczała się ona do nie najbezpieczniejszych. Pech
chciał, że koło wozu się złamało i Symon
został zmuszony do noclegu w przydrożnej karczmie w Kwieciszowicach. W tej
ciemny karczma zamówił miskę zupy. Nagle
przestraszony zauważył kątem oka jakiś ruch. Od strony kominka ruszył w jego
stronę bezszelestnie jakiś mały kształt, Była to dziewczynka ubrana w worek.
Stanęło blisko niego i milcząc przyglądała mu się. Jej twarz była brudna od
popiołu znaczyły ją dwa ślady po łzach. Klęknęła koło niego ciągle mu się
badawczo przyglądając. Ona przypomina mi mojego psa, on też zawsze siada blisko
mnie koło stołu”- pomyślał Symon. Karmił zupą, i później odeszła w ciemny kąt stąd przyszła.
W nocy Symon obudził się ponieważ zdał sobie
sprawę, że jeszcze ktoś śpi w jego
łóżku. Po zapachu popiel, poznał, że to dziewczynka z karczmy. „Spała zwinięta
w kłębek jak kot. Rano już jej nie było”. Symon udał się w dalszą drogę do
Jelenia Góry. Tak jak rodzice przewidzieli- Symon i Anna Kachel przypadli sobie
do gustu..
W podróży
powrotnej Symon znowu zatrzymał się w Kwieciszowickiej karczmie. W
czasie posiłku nigdzie nie zauważył dziewczynki. Ale pojawiła się w nocy, by
znowu rano zniknąć bez śladu. Cały czas ani słowo nie był pozwiedzany.
Niestety powrotna droga nie upłynęła w
spokoju. Symon musiał bohatersko odeprzeć atak Husytów. W kilka dni po napadnie
był już w domu. Kiedy wozy wtoczyły się na dziedziniec Feuringsów,
podniósł się wrzask. Przyczyną była owa
mała i brudna dziewczynka z Kwieciszowic, który cały czas ukryła się w wóz.
Ojca Symona wziął ją za rękę i
pozwiedzał; “W ten sam sposób twoja matka znalazła się tutaj, zostanie więć
tutaj, bo to dar boży”. Szybko wszyscy przekonali sięo tym, że dziewczynka jest głuchoniema. Jedynie
Symon potrafił się z nią komunikować. Symon i dziewczynka razem decydowali że
będzie mieć na Magdalena. Ona nic nie wiedziała o swoich rodzicach. Karczmarz
przygarnął ją, ale nie bło jej tam dobrze. Była bita, poniewierana i ...
sprzedawana gościom dla przyjemności. Czas mijał i Magdalena stała się młodą
kobietą. Pomiędzy nią i Symonem pojawiła się miłość, przypieczętowana ślubem.
Pod koniec 1425 roku Magdalena zaszła w ciążę.
W lutym 1426 roku pojawiły się czarne chmury
nad rodziną Feuring. Był to czas kiedy Kościół bardzo surowo traktował sprawy
przestrzegania sakramentów świętych. Matka
Symona i Magdalena nie posiadały
dowodów na to, że były ochrzczone. Przedstawiciel Kościoła wszczął proces.
Kiedy Symon wróci z klasztoru do domu
gdzie on protestował w tej
sprawy, ciężarnej Magdalena już tam ie było. Symon szukał jej wszędzie nawet w Kwieciszowicach, ale nigdy
jej nie było. Karczmarz mu odpowiedział że Magdalena jako 3 letni dziecko, bez
nazwa została tam rzucony przez furman. W trakcie dalszych poszukiwań Symon
został ciężko ranny kiedy bandyci napadli na niego i zaopiekowała się nim długi
czas samotna kobieta. Od niej też dowiedział się, że widziała taką głuchoniema
malutkim niemowlakiem w wieży rycerski w Siedlęcinie. Kiedy tylko wydobrzał na
tyle, że mógł dalej podróżować, Symon udał się w dalszą drogę.
Kiedy
tak stał na brzegu Bobru i patrzył na spienianą i hucząca wodę,
zauważył na drugim brzegu mężczyznę i
kobietą, który kąpali dziecko. Poznał swoja Magdaleną i już miał do niej
zawołać, kiedy ci dwoje osuszając niemowlę pocałowali się... Ból przeszył serce
Symona. Przecież to była jego Magdalena jego żona i jego dziecko
Przyjechał żeby ją odnaleźć i zabrać
stąd. I tutaj zastanowił się chwilę-
gdzie ma ją zabrać? Tam gdzie chcą ją
skrzywdzić? Jeszcze raz spojrzał na drugi brzeg i zobaczył szczęśliwą Magdalenę i tego kogoś dbał o nią i
gwarantował bezpieczeństwo. A jego żona jak każda kobieta-matka robiło
wszystko, by własne dziecko ochronić. Instynkt samozachowawczy. Symon zdał
sobie sprawę z tego, że jego miłość do
niej i do dziecka, nigdy nie była tak wielka jak w tym momencie. Wiele godzin
spędził nad brzegiem rzeki, rozmyślając. Zadecydował nie burzyż spokoju i szczęścia Magdaleny. wrócił do domu
sam.
Niestety w kilku tygodni późnej rodzice
Symona zostali zamordowane przez Inkwizycją, a
on sam zginał w pożarze ratując życie kobiecie i dziecku. Ich firma
została sprzedane pieniądze przekazano
na klasztor Marienthal.
Prawdopodobne córka Magdalena i Symona
otrzymała imię po matce. W roku 1452 wyszła za mąż za szlachetnie urodzonego
Hansa von Zedlitz; brata Adama von
Zedlitz właściciel wieży rycerski w Siedlęcinie. Jej córka też zwana Magdaleną, wyszla za mąż z Hansem Schaffgotschu, właściciel Kwieciszowice...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten