zaterdag 25 april 2020

Wegerer Scholz 84

Henriette Beninga vonZinzendorf


Nagle powoli wstała i wyszeptała: „Już nie będziemy przeszkadzać dziadkowi. Chodźmy, chodźmy do mamy. Wyciągnęła mnie z pokoju muzycznego do sali i stamtąd do pokoju, w którym dobiegały głosy dzieci. Otworzyła drzwi i stała tam, czekając ze mną. Wszędzie na ścianach pokoju stały regały na książki. Pośrodku stał wygodne fotel przy stole, w którym siedziała młoda kobieta w wieku około trzydziestu lat. Przed nią, na krześle, sześcioletnim chłopcu, który czytał tekst powoli, ale bez wahania z książki.

Kiedy przeczytał fragment, młoda kobieta położyła mu rękę na ramieniu i kazała mu zrobić przerwę.

„No cóż, co tam przyniosłeś, Marie-Louise?” „Widzisz, on jest pruskim żołnierzem z ranną nogą.” „No cóż, będziemy go zabrać do szpitala w Herrnhut.
Jeszcze jest tam miejsce, a nowy lekarz może go leczyć. „Nie mamy, proszę, chcę, żeby ja go leczę. Wierzę, że Bóg posłał go do mnie, a nie do szpitala.” „ Cóż, jeśli mój mały anioł to chce, to serdeczne witam w moim domu ”- powiedziała młoda kobieta i dała miręka jako powitanie. „Jestem siostrą Henriette Beninga”.

Zapytała mnie o moje imię i moją rodzinę na Śląsku i opowiedziałem jej o mojej matce, która była teraz u księcia biskupa Breslau w Johannesbergu. Zapytała mnie, czy też jestem katolikiem. Kiedy temu zaprzeczyłam, była trochę zaskoczona i zapytała
dalej o księcia-biskupa. Dałem jej tak dobrą odpowiedź, jak tylko mogłem, ponieważ była dla mnie bardzo miła. Ale nagle przerwała rozmowę i powiedziała:

„O czym tu rozmawiamy,
brat żołnierz musi być strasznie głodny i spragniony.” Podeszła do ściany, naciągnęła sznur, tak że dzwonek zadzwonił w korytarzu. Wszedł sługa, a kobieta wydała rozkaz, aby najpierw dać mi jedzenie i picie w kuchni, a następnie przygotować dla mnie pokój w skrzydle domu służącego. Glowny służący musiał przyjść do niej, ponieważ brat żołnierz musiał wymienić zużyty mundur na nieco przyjemniejsze ubranie. Na pewno będą gdzieś odpowiednie ubrania.


Plotseling stond ze langzaam op en fluisterde: ‘We zullen grootvader niet langer storen. Kom mee we gaan naar mama.’ Ze trok me uit het muzieksalon weer de gang in, en van daar naar een kamer waaruit kinderstemmen kwamen. Ze opende een deur en bleef daar wachtend met mij staan. Tegen de muren van de ruimte stonden overal boekenrekken. In het midden stond langs een tafel een gemakkelijke stoel, waarin een jonge vrouw van ongeveer dertig jaar zat. Voor haar zat op een stoeltje, een ongeveer zes jarig jongetje een tekst langzaam maar zonder te hakkelen uit een boek voor te lezen.

Toen hij de passage voorgelezen had, legde de jonge vrouw haar hand op zijn schouder, en zei dat hij een pauze moest nemen.

Zo, wat heb jij daar meegebracht, Marie-Louise?’ ‘Dat zie je toch, het is een Pruisische soldaat met een gewond been.’ ‘Nou, dan zullen we we hem naar het ziekenhuis in Herrnhut laten brengen. Daar is nog wel plaats, en de nieuwe dokter kan hem behandelen.’
Nee mama, alstublieft, ik wil hem graag gezond maken. Ik geloof dat God hem nou juist naar mij gestuurd en niet naar het ziekenhuis.’ ‘Wel als mijn engeltje dat wil, dan heet ik u van harte welkom in mijn huis’, zei de jonge vrouw, kwam op me afgelopen en gaf me een hand als begroeting. ‘Ik ben zuster Henriette Beninga.’

Ze vroeg me naar mijn naam en mijn familie in Silezië, en ik vertelde haar over mijn moeder, die nu bij de prins-bisschop van Breslau in Johannesberg was. Ze vroeg me, of ik ook katholiek was. Toen ik dat ontkende, verwonderde dat haar een beetje en vroeg verder over de prins-bisschop. Ik gaf haar zo goed antwoord als ik kon, want ze was heel vriendelijk tegen mij. Toen onderbrak ze echter plotseling het gesprek en zei:

Wat kletsen we hier, broeder soldaat zal zeker verschrikkelijke honger en dorst hebben.’ Ze ging naar de wand, trok aan een koord, zodat er in de gang een klokje luidde. Een bediende kwam binnen, en de vrouw gaf de opdracht, om mij in de keuken eerst van eten en drinken te voorzien en dan voor me in de bediendevleugel van het huis een kamer klaar te maken. Het hoofd van de huishouding moest bij haar komen, want broeder soldaat moest zijn versleten uniform met een iets aangenamere kleding ruilen. Er zouden nog wel ergens passende kleren te vinden zijn.

Geen opmerkingen: