donderdag 19 december 2013

De blokfluit




Walter Rädisch
 


Sinds tientallen jaren hield Herta Groß geboren Rädisch uit Troisdorf haar blokfluit in ere. Haar verhaal;

“Het was Kerstmis 1940 en ik was net 10 jaar geworden toen op de kadootjestafel voor mij een blokfluit lag. Ik kwam uit een groot gezin en mijn ouders konden ons geen grote kado’s geven. Mij oudste broer was toen een slotenmakersleerling in Sorau en kwam elk jaar met de Kerst naar ons in Blumendorf. Hij had deze blokfluit voor me meegebracht. Ik was dolgelukkig.

De fluit heeft de vlucht uit Silezie overleefd. Voor mij is het nu een kostbaarheid en aandenken aan mijn broer Walter, die sinds de tweede januari 1943 in Rusland vermist is. Hij was nauwlijks 20 jaar oud. Telkens als ik de fluit zie denk ik met weemoed aan Walter, die me zo’n groot plezier deed”. 


Walter Rädisch is vermist geraakt op de Kaukazische steppe. Hun tank reed tijdens een tegenaanval met dichte mist in een groep Russische tanks. Hun tank werd getroffen en terwijl zijn medesoldaten noch op tijd uit de tank konden komen en in de dichte mist verdwijnen, lukte hem dat als schutter niet meer. Hij werd gedood of stierf in gevangenschap. Herta heeft haar eigen zoon als herinnering de naam Walter gegeven.

Herta overleed vorig jaar in de buurt van Koningswinter



 na prawo Walter Radisch

Flet 

Przez kilka dziesięciu lat Herta Groß urodzone Radisch  z Troisdorf honoruje jej flet. Jej historia;

 "To było Boże Narodzenie 1940 i I skończył właśnie 10 lat, kiedy na stole z prezentami dla mnie leżała flet. Pochodzę z dużej rodziny i moi rodzice nie mogli dać nam wielki prezenty. Mój najstarszy brat był ślusarz czeladnik w Sorau i wrócił co roku na Boże Narodzenie do nas w Koloni Kwieciszowicki. Przyniósł mi ten flet. Byłam szczęśliwa.

Flet przeżył ucieka z Śląska. Dla mnie jest to drogocenność i pamiątka na mojego brata Waltera, który zaginał w drugi wojna światowego w Rosji, w styczniu 1943 roku . Miał zaledwie 20 lat. Za każdym razem kiedy widzę ta flecie myślę z nostalgią o Waltera, który dał mi tak wielką przyjemność."

Walter Radisch zaginął na stepie w Kaukazie. Ich czołg pojechał podczas kontrataku zw gęstej mgle w grupie rosyjskich czołgów. Ich czołg został trafiony i podczas gdy jego koledzy żołnierze uciekli ze czołgu na czas i znikają w gęstej mgle, on jako strzelec nie udało mu się. On zginął lub zmarł w niewoli. Herta dawała jej syna jako przypomnienie na imię Walter.


Herta umarla rok temu kolo Koningswinter.

 






















donderdag 12 december 2013

De eieren van pastor Kraft



De Schröter Bauer met zijn gezin
 
De boer Ernst Schröter uit Kunzendorf was in de weide omgeving bekend. Hhij speelde trompet, bas en trombone in het tromboneorkest van de kerk, bij de oud-strijdersvereniging en bij dansgelegenheden. Ook gaf hij les in het spelen op deze instrumenten. Naast zijn 40 morgen land die hij bewerkte, was hij ook voerman. Met zijn vos voor de koets haalde hij “Sommerfrischler” (vakantiegangers) van het treinstation in Blumendorf af. Ook bij bruiloften, doopfeesten, konfirmaties en andere gelegenheden werd zijn koets ingezet.


Op een koude winteravond vlak voor Kerstmis 1940 reed hij met zijn paardeslee naar het spoor in Blumendorf. Onderweg nodigde de altijd hulpzame Schröter, de koster Paul Engwicht uit om mee te rijden. Engwicht wou met de trein terug naar Rabishau.


“ Ik haal Pastor Kraft af, die komt met de trein uit Hirschberg” vertelde Schröter. “Och met die trein komt ook mijn nichtje Inge Jaster die in Hirschberg iets moest afhalen. Omdat ze daar naar het gymnasium gaat heeft ze een maandkaart” antwoorde de koster. “Nou, die kan ik ook meenemen, die past net bij de pastor in de 'Fellsack' (een soort slaapzak gemaakt van dierenvel tegen de kou). Dat ging dan ook probleemloos. Met de trein uit de andere richting, er waren toen noch twee sporen, kwamen bijna tegelijkertijd Ida Hanke en Anni Theuner aan. Zij werkten bei de Greiff-Werke in Greiffenberg en hadden nog een lange weg naar huis; naar Gotthardsberg en Antoniwald. “Jullie twee kunnen op de glij ijzers staan”, meende Schröter. Dat aanbod namen ze natuurlijk graag aan.


Er lag zeer veel sneeuw en kort voor het dorp, in een sneeuwduin kiepte de slee om en allemaal tuimelden ze in de zachte sneeuw. “Oh mijn eieren!” riep pastor Kraft, waarop de jonge vrouwen uitbarstten in een schaterlach. 

Met de pastor zelf was niets gebeurd. Hij had in Hirschberg voor zijn groot gezin, eieren op voedselbonnen gekocht. Het was weldra Kerstmis. Hij was bang dat die stuk zouden zijn gegaan.

Inge Jaster had andere zorgen, zij had in haar tas de tandprothese van haar vader. Die was voor reparatie in Hirshberg geweest. God zei dank was deze heel gebleven. Vader Jaster kon glimlachen om het gebeuren. Hij kon met Kerst in ieder geval weer flink toehappen.

Jaj od pastor Kraft
 
Rolnik Ernst Schröter od Proszowa był w cały okolicy znany. On grał na trąbce, puzonie i puzon basowy w orkiestrze kościoła, w stowarzyszenia kombatantów i na okazie do tańca. Wykładał także lekcja grać na tych instrumentach. Oprócz orać jego 40 akrów ziemi, on pracował jako furman. Z jego koń w kolorze lisa do przewozu wziął "Sommerfrischler" (turystów) od dworca kolejowego w Kwieciszowice. Nawet na wesela, chrzciny, konfirmacje i inne okazje on jechał z jego wóz.

W zimny zimowy wieczór, tuż przed Bożym Narodzeniem 1940 roku pojechał z jego saniami na torze w Kwieciszowice.  Na drodze spotkał, zawsze do pomoce Schröter,  zakrystian Paul Engwicht i zaprosił go jeździć n nim. Engwicht chciał z pociągiem wrócić do Rębiszów.

"Ja zabiorę pastor Kraft, którzy przyjeździe pociągiem z Jelenia Góra" powiedział Schröter. "Oh, że tym pociąg też jest moi kuzynka Inge Jaster miała coś brać z Jeleni. Ponieważ ona idzie do gimnazjum ma miesięczną przepustkę, " odpowiedział zakrystian. "Cóż, mogę wziąć ona też, ona mieści się razem z  pastorem w" Fellsack."(rodzaj śpiwora ze skóry, przed zimno) To poszło bez problemów. Z pociągiem z innego kierunku, wtedy byli jeszcze dwa tory, przysiedli Ida Hanke i Anni Theuner na ten sam czas. Oni pracowali u Greiff-Werke w Gryfów i mieli jeszcze długą drogę do domu, do Boża Góra i Antoniów. "Wy możecie wstać na kuty", powiedział Schröter. Ta propozycja akceptowali oczywiście chętnie.

Było dużo śniegu, a krótko przed wsi, w zaspie śniegu przewracał się sanki i wszyscy spadł w miękkim śniegu. "O mój jaja!" płakał pastor Kraft, i młode kobiety wybuchnęli śmiechem.

Pastor sam był nic się nie stało. Był w Jeleni dla jego dużo rodziny, kupić jaja na kartki żywnościowe. Bo było niedługo do Boże Narodzenie. Bał się,
że jaja zostały złamane

Inge Jaster miał inne problem, miała w torebce protezy zęby jej ojca. Który byli do naprawy w Jelenia Góra. Dzięki Bogu oni byli w całości. Ojciec Jaster mógł uśmiechnąć, no to co się zdarzyło. On przynajmniej na Boże Narodzenie
ponownie dość gryźć!























donderdag 5 december 2013

Uit het lange leven van Ingeborg Neue – Schmidt


Een stukje uit het levensverhaal van Ingeborg Neue - Schmidt;

“Jammer genoeg brak er in 1939 weer een oorlog uit. Mijn zwager Hans had een grote tuinderij in Blumendorf in het Isergebergte met de daarbij behorende weiden. Georg had angst, dat weldra vliegtuigen van de vijand naar Berlijn kwamen en wou ons in veiligheid brengen.

Zodoende bracht hij ons naar Blumendorf. Niet veel later kwamen ook mijn schoonouders. Georg bleef slechts enkele dagen. Toen werd ook hij soldaat en moest Franse gevangenen in Berlijn bewaken. Maar tijdens die tijd deed hij ook zijn eerste theologische examen en werd vicaris. Helaas was in 1940 zijn eerste geestelijke handeling de begravenis van zijn vader. Dat was weer een zwaar verlies. Hij zou een heel liefdevolle en begripvolle schoonvader geweest zijn.

In Blumendorf moest er veel harde mannenarbeid gedaan worden. De grond was keihard en ik moest hem urenlang omspitten met Anneliese de huismeid aan mijn zijde. Ook moest ik zware gieters slepen, die tevoren in de beek gevuld werden. Zo had ik elke dag rugpijn. Het was een feestdag als één van de zonen verlof had. Dan was er een soldaat gekomen en werd er een feestmaal aangericht. We waren allemaal heel verheugd weer een soldaat in ons midden te hebben en hem te kunnen vertroetelen. Maar helaas duurde dat altijd maar een paar dagen. We hadden onze piano en boekenkist gered. Die haalden we ook naar Blumendorf.

 Van Blumendorf uit gingen we naar Breslau. Daar legde Georg zijn tweede theologische examen af en werd nu pastor. Georg zei dat de oorlog weldra afgelopen zou zijn en hij dan zou proberen om in Silezie een baan als pastor te krijgen in de lieve, lieve bergen en dat zou een wonderschone tijd voor ons zijn. We klampten ons vast aan die gedachte”. 
 
Georg is echter in 1944 gesneuveld in Rusland. Mevr. Ingeborg Schmidt is na de oorlog met haar drie kinderen naar Argentinie ge-emigreerd.


Fragment z życzę Ingeborg Neue - Schmidt;

"Niestety wybuchła w 1939 kolejny wojna. Mój brat Hans miał duży ogrodnictwo w Kwieciszowice w Góry Izerski i dużo pastwisk. Georg miał strach, że wkrótce samoloty od wróg mogli latać az do Berlina i chciał doprowadzić nas do bezpieczeństwa.

Wziął nas do Kwieciszowice. Niewiele później przyszli moich teściów. Georg był tylko kilka dni. Potem musiał być żołnierza i pilnować francuskich jeńców w Berlinie. Ale w tym czasie zrobił swój pierwszy egzamin w teologi i został wikariusz. Niestety w 1940 roku jego pierwszy akt był pogrzeb jego ojca. To znowu było ciężki strat. On byłby bardzo kochający i współczujący teść.

W Kwieciszowice musiało być robiony dużo twardych pracę dla mężczyzn. Ziemia była twarda i musiałem spędzić godziny kopania razem z Anneliese pokojówka, obok mnie. Także ja musiałem dźwigać ciężkie konewki, które wcześniej były wypełnione z woda w strumieniu. Więc miałem ból pleców codziennie. To było dzień święto jako jeden z synów był na urlopie. Wtedy przyszedł żołnierz i robiony był uczta. Wszyscy byliśmy bardzo
szczęśliwy, że mieliśmy znowu żołnierza w środku nas i rozpieszczaliśmy go. Ale niestety to zawsze trwał zaledwie kilka dni. Uratowaliśmy nasz fortepian i krzynka z książki. Zabieraliśmy ich również do Kwieciszowice. 

Od Kwieciszowice jechaliśmy do Wrocławia. Tam Georg robił swój drugi egzamin teologiczny i teraz został pastor. Georg powiedział wojna się wkrótce skończy i będzie się starał, aby dostać się na Śląsku w nasze ukochany góry i tam pracować jako proboszcz i że byłby to wspaniały czas dla nas. My trzymali się tej myśli."

Georg jednak zginał w Rosji w 1944 roku. Pani Ingeborg Schmidt po wojnie z trojgiem dzieci wyemigrował do Argentyny
.

donderdag 28 november 2013

Oswald Wiesner uit Kunzendorf Graefl.

Wiesners herberg
 

De in 1899 geboren Oswald Wiesner erfde de boerderij van zijn ouders. Hij had twee zussen: Frieda en Martha. In 1918 was hij als berichtenruiter in Frankrijk, in 1939 als voerman bij bevoorradingstroepen in Polen. In 1940 werd hij uit de Wehrmacht ontslagen. In 1920/21 bezocht hij de landbouwschool. Hun boerderij was 180 morgen (45 ha) groot.

Hij kocht in 1928 de Kunzendorfer Gerichtskretscham (herberg waar recht gesproken werd), moderniseerde en verpachtte deze. Pas in 1928 trouwde hij met zijn Anneliese, de dochter van een hoteleigenaar in Brückenberg im Riesengebirge, natuurlijk in de kerk Wang. Op een weide bij deze herberg was een onuitputbare bron, die voor het hele lager gelegen gedeelte van het dorp water had. Hij sprak met zijn buren, en bood hen aan, als ze meebetaalden aan de waterleiding hoefden ze nooit watergeld te betalen. Tot aan zijn boerderij was het ongeveer honderd meter, en al gauw stroomde het water krachtig uit de kranen.

Wiesner had 30 stuks grootvee en bouwde drie stallen met een automatische drinkinstallatie. Hij liet, als eerste in het dorp, ook in zijn huis een toilet met waterspoeling inbouwen. Ze hadden de hele zomer ‘Sommerfrischler’. Anneliese kwam tenslotte uit die branche.

Van 1933 tot 1939 was hij de boerenleider in het dorp. Hij was de eerste die zijn melk aan de fabriek verkocht in plaats van zelf boter te maken, en de andere ervan overtuigde dat dit meer geld opbracht. Toen hij zich moest melden bij het leger overnam de Dresslerbauer zijn ambt. Totdat deze ook werd opgeroepen.

Toen de Ortsgruppenleiter van de NSDAP Roesner ook werd opgeroepen, werd Wiesner voorgesteld als zijn opvolger. Deze wees dit echter van de hand. Dat mocht hij als partijlid niet, en dat heeft hem bijna zijn kop gekost.

Pinksteren 1945 werd hij opgepakt door de Russen en in diverse werkkampen gestopt. Zware arbeid, mishandelingen en honger heeft hij ternauwernood overleefd. Terug in Kunzendorf vond hij een Poolse eigenaar, zijn moeder en zijn zus op de boerderij. Zijn vrouw was op 5 juli 1945 tijdens de eerste verdrijving via Tsjechië en Dresden in Thüringen (toen Oost Duitsland) terecht gekomen. In maart 1946 hoorde Oswald pas waar zijn vrouw en kinderen leefden. Bij de tweede verdrijving in juli 1946 kwam hij in West Duitsland terecht. In oktober 1946 ging Oswald met de trein naar de oostgrens en ging de Russische zone in. Met behulp van vluchthelpers lukte het de Wiesners om naar het Westen te vluchten door zich voor te doen als boeren die mest uit gingen rijden.

Ze kwamen uiteindelijk terecht in Meschede in het Rheinland. Waar hij en zijn vrouw in de jaren tachtig zijn overleden.
 
Oswald Wiesner z Proszowa.
 
Urodzony w 1899 roku Oswald Wiesner odziedziczył gospodarstwo od rodziców. Miał dwie siostry: Frieda i Martha. W 1918 roku był jeździec wiadomości Francji, w 1939 roku jako furman do dostarczania materiały dla żołnierzy w Polsce. W 1940 roku został zwolniony z Wehrmachtu. W 1920/21 roku odwiedził szkołę rolniczą. Ich gospodarstwo było 180 Morgen (45 ha) w rozmiarze.

Kupił w 1928 Kunzendorfer Gerichtskretscham (sądowe karczma), zmodernizował i wynajęła go. Do piero w 1928 roku ożenił się z jego Anneliese, córkę właściciela hotelu w Bierotowice w Karkonosze, oczywiście, w kościół Wang. Na łące kolo karczmie był niewyczerpanym źródłem, wystarczające, aby całej dolnej części miejscowości miała wody. Mówił do jego sąsiadów, i zaproponował im, jeśli dopłacili robić wodociąg, oni nigdy nie musiał płacić dla wody. Do jego gospodarstwo było około stu metrów, i wkrótce woda płynęła z kranów silnie .


Wiesner miał 30 sztuk bydle i budował trzy stajni z automatycznym systemem nawadniania. On był pierwsze we wsi, który miał w jego domu WC z automatyczne umycie. Mieli cały letni 'Sommerfrischler' (turyści). Anneliese przeciecz pochodziło z tej branże.


Od 1933 do 1939 był liderem chłopy we wsi. Był pierwszym, który mleko sprzedawał do fabryce w miejsce sam robić masło sama, i przekonał ich, że to dało więcej pieniędzy. Kiedy miał zgłosić się do armii, Dresslerbauer objął swoje obowiązki. Dopóki on tez musiał się meldować do wojsk.


Kiedy Ortsgruppenleiter z NSDAP Roesnera musiał iść do wojna, Wiesner została zaproponowana jako swojego następcę. Jednak on odmówił. Jako członku partia, było to zakazany i to kosztowało go prawie jego życzę .


Na Zielonych Swiat 1945 roku został aresztowany przez Rosjanie i umieścili go w różnych obozach. Ciężka praca, bicie i głód, ledwo przeżył. Powrotem w Proszowa znalazł polskiego właściciel, jego matka i jego siostra na gospodarstwie. Jego żona wędrowała od 5 lipca 1945 roku po pierwszej wydalenia przez Czech i Drezna do Turyngii (wówczas NRD ). Dopiero w marcu 1946 Oswald słyszał, gdzie jego żona i dzieci bywali. Drugi wydalenie w lipcu 1946 roku przybył go do Niemiec Zachodnich. W październiku 1946 Oswald jechał pociągiem do granicy wschodniej i wszedł do rosyjskiej strefy. Korzystanie pomocników uchodźców udało ich uciekać na zachód, udając że są rolnicy przynosząc gnój.


Na końcu mieszkali w Meschede w Nadrenii. Tam, on i jego żona w latach osiemdziesiątych umarli.







donderdag 21 november 2013

De lichtavond


Tijdens de lange winteravonden gingen de Blumendorfer net als zovele Schlesier “zum Lichten”. Deze “Lichtaobend” heette zo, omdat je als je ergens op bezoek ging je een “Licht”, een lamp of lantaarn mee moest nemen. 

In die tijd nodigde men buren, vrienden of familie uit voor een gezellig avondje. Het gezelschap kon groter of kleiner zijn en men zat in de “goeie kamer”. Het was er heel gezellig; de oudere vrouwen breiden of hielden zich bezig met andere handwerkjes. De mannen maakten spanen om het vuur mee aan te maken, of maakten andere dingen van hout zoals lepels.

De jeugd op hun beurt hield zich op een andere manier bezig. Ze hadden instrumenten en maakten muziek en zongen liedjes, of vertelden verhalen. Vooral griezelverhalen net voordat de meisjes naar huis moesten. Natuurlijk kwamen ook de laatste nieuwtjes en roddels over de tafel. 

De gastvrouw kwam met koffie en gebak (Streusselkuchen) en rond de Karnaval, de Berlijnse pannekoeken die met jam of pruimenmoes gevuld waren. Of er was aardappelsalade met knoflookworst. De heer de huizes maakte zijn ronde met de jeneverfles.

Vaak waren deze avonden in het weekeinde, als er dan op veel plaatsen zo’n lichtavond was, zag je vele lichtjes op straat en dat was een heel indrukwekkend gezicht. Rond middernacht was de “Heempresche”, dan werd er nog eens goed de tafel gedekt. Dat was het teken dat het bijna afgelopen was, en werden de gasten voor de terugreis “gesterkt”. 

Nog vroeger hoorde men ook “Ich geh zum rocken” (spinnen) dan werd er in gezelschap gesponnen. Een gedicht over de “Lichtavond” in het silezische dialekt gaat als volgt..

'Mer giehn zum Lichta'

Jitze sein mer eigeschneit,
nu is’s su weit, do hom mer Zeit
und giehn zum Lichta.
Vu Oberbuchelt zur Hoarte naus
sieht ma die Lichta
vu Haus zu Haus
eim Dunkeln flackrig funkeln.

Nu sitza mer gemittlich bei Koffig und Kucha.
De Kinderla sein eis Poocht gekrucha.
Nu werd gemahrt und tischkeriert...
“Hottersch schunt gehiert,
ei der Hoarte gieht es um...
und au ei Buchelt is’s nee geheuer!”

Und eim Ufa prasselt’s Feuer.
Und de Schapsflosche gieht reihüm
“Ju, ju, s’ies schlimm, siehr schlimm,
woas der Hermoann wieder bräute!
Ihr Leute, ihr Leute!”
Und a jeder werd durchgehechelt.

Und de Muhme am Ufa lächelt
und denkt: Beim Nupper s’ies kloar,
ziehn se ieber üns har.
Zuletzt wer’s noch ganz tulle,
mer kumma poliet’sch ei de Wulle.
Doch bahle nach Mitternacht
werd Schluß gemacht.

S’ werd bluß noch de Heempresche gan.
“Nu schloaft ock süsse! Uff Wiedersahn!”
Jitzt sieht ma wieder eim Dunkeln
die Lichtlan flackrig funkeln
vu der Hoarte bis uff Buchelt naus,
und Stille werd es ei jedem Haus.

Wieczór światła

Podczas długich zimowych wieczorów mieszkańców Kwieciszowice tak jak wielu Ślązacy poszli  'zum leuchten'. To nazywało wieczór światło bo ludzi nosili lampa lub latarnia. Bardzo wczesnie było ciemno.

W tym czasie zaprosili sąsiedzi, znajomych lub rodzina na przyjemny wieczór. Grupa ludzi może być większa lub mniejsza, i siedzieli w "pokoju dobrego". To było bardzo miłe, starsze kobiety robili na drutach lub tworzyli inny rękodzieła. Mężczyźni robili wióry do palenie piec, albo robili innych rzeczy z drewna, takich jak łyżki.

Młodzieży, z kolei, byli zaangażowany w inny sposób. Mieli instrumentów i grali muzykę i śpiewali piosenki lub opowiadali historie. Przede wszystkim opowieści horrorowi przed powrót dziewczynami do domu. Oczywiście tam było słuchać najnowsze wiadomości i plotki.

Gospodyni przyniósł kawą i ciastem (kruszonką) i wokół karnawał naleśniki Berlinski nadziewane z dżemem lub śliwki. Albo było sałatka z ziemniaki i kiełbasą czosnkową. Gospodarz przyszedł z butelki ginu.

Często te wieczory byli weekendy. Kiedy było w wielu miejscach, takich wieczorem światło, widać było wiele światła na ulicach i to był bardzo imponujący widok. Około północy był "Heempresche", i prosili gości do pełniony stół do  To był znak, że to już prawie koniec, a goście do powrotu musieli być "wzmocniony".
 

Dawno temu również powiedzieli "Ich geh zum rokken" (przędzenia) i ludzi razem przędzeni. Wiersz w gwarze śląskiej o wieczór światła możesz poczytać trochę powizej.

donderdag 14 november 2013

Vliegtuigongeluk bij Rabishau

Junker A 50
 
 
Uit een bericht van 10 december 1930: Vliegtuigongeluk in het Reuzengebergte.
 
Op woensdag tegen 15.00 uur stortte in de buurt van Rabishau (Reuzengebergte) in dicht mist het Junkers sportvliegtuig 'D 50' neer. De piloot Gottwall uit Breslau kreeg daarbij zware verwondingen aan zijn benen. Het vliegtuig was sinds enige dagen, vanwege van een grotere vliegtuigshow in Hirschberg gestationeerd. 
 

Katastrofa samolotu w Rębiszów

Wiadomość na dzień 10 grudnia 1930: Katastrofa lotnicza w Karkonoszach.

W środę o 15:00 upadł niedaleko Rębiszów (Karkonosze) w gęstej mgle samolot sportowy Junkers "D 50" w dół. Gottwall pilot z Wrocławia brał poważnych obrażeń nóg. Samolot był na kilka dni, stacjonujący na większej pokazu lotniczego w Jelenia Góra



 



zaterdag 9 november 2013

Ewald Menzel


de boerderij van Ewald Menzel
 

Ewald Menzel was obergefreiter bij de reserve afdeling 61 zware flak (luchtafweergeschut) en stierf op 31.08.1945 in het krijgsgevangenkamp Brioude (Frankrijk) op 44 jarige leeftijd.

Hij werd geboren als derde zoon van de landbouwer Menzel op 12.07.1901 in Gotthardsberg. Zijn broers, kanonnier Paul en musketier Reinhard waren beide in de herfst van 1917 gesneuveld.

Ewald bezocht de lagere school in Blumendorf en werd daarna bosarbeider. Later nam hij de boerderij van zijn ouders over. Hij trouwde met Ida Jentsch uit Hayne. Uit dit huwelijk kwamen 3 kinderen voort; Ernst 1925, Alfred 1930 en Erna 1940.

Ewald was een grote, slanke, rustige man. Zijn nog bewaard gebleven soldij boekje beschrijft hem als volgt; 1.75 cm groot, blond, grijs blauwe ogen, en een litteken op de rechterkaak.

In het tweede jaar van de oorlog werd hij opgeroepen om in de wehrmacht te dienen bij de luchtverdediging. Bij de thuisflak ingedeeld werd hij gestationeerd in de grote steden Stuttgart en München. Vanuit hun hoog gelegen geschut konden ze met hun verrekijkers van München naar Dachau kijken. ‘Je gelooft niet wat ze daar (in het concentratiekamp) met de mensen uithalen’ vertelde hij een keer zijn buren toen hij met verlof was. Hij stierf in het hongerkamp Brioude, en werd begraven in Dagneux, blok 32, rij 14, grafnummer 478.

De familie Menzel kwam in 1946 in de kreis Siegen terecht.

Ewald Menzel

Ewald Menzel był Obergefreiter podział rezerwy 61 ciężki flak (przeciwlotniczy), zmarł 31.08.1945 w jenieckim obozie Brioude (Francja) w wieku 44 lat.

On urodził się jako trzeci syn rolnika Menzel na 12.07.1901 na Boże Góra. Jego bracie, artylerzysta Paul i muszkieter Reinhard zostały zabity w jesienią 1917 roku.

Ewald uczęszczał do szkoły podstawowej w Kwieciszowice i potem pracował w lesie. Później przejął gospodarstwo od rodziców. On ożenił Ida Jentsch z Gajówka. Z tego małżeństwa wyszedł troje dzieci, Ernst, 1925, Alfred 1930 i Erna 1940.


Ewald był wysoki, szczupły, spokojny człowiek. Jego jeszcze istniejące książeczka żołd opisuje go w następujący sposób: 1,75 cm wzrostu, blond, niebiesko-szare oczy i bliznę na prawym policzku.

W drugim roku wojny został powołany do służby w Wehrmachcie do obronę powietrzne. W narodowym flak on stacjonujących był w miastach Stuttgart i Monachium. Z ich wysoki sytuowany pozycja mogli spojrzeć z ich lornetki od Monachium do Dachau. "Nie uwierzysz co oni tam (w obozu) robią z ludzi, chłostać się," powiedział kiedyś swoich sąsiadów, gdy był na urlopie. Ewald zmarł w Brioude w 'obozie głód', i został pochowany w Dagneux, blok 32, rząd 14, grób nr 478.

Rodzina Menzel przyszedł w 1946 roku do region Siegburg.