donderdag 22 augustus 2013

Het schuttersfeest


 
Richard Enge  

Aan het eind van de zomer  tussen de hooi- en graanoogst werden er in Blumendorf de jaarlijkse schuttersfeesten gehouden bij de Steinkretscham in Steinhauser. De officiele naam van de Steinkretscham was overigens 'Urbans Gasthaus', genoemd naar de eigenaar Urban. Het gebouw staat er nog steeds, maar is in een slechte toestand.

Elke burger kon meedoen aan het zogenaamde koningsschieten. De deelnemers mochten om beurten op een houten vogel op een hoge paal schieten. Degene die als eerste de vogel omlaag schoot mocht zich een jaar lang schutterskoning noemen.

Dit feest werd georganiseerd door de militaire vereniging. Deze werd opgericht in 1870 na de duits-franse oorlogen met als doel de bevolking te beschermen. Bijna in elk dorp was wel zo'n vereniging. De leden droegen niet zoals men zou verwachten, allemaal een zelfde uniform, maar droegen het uniform van het krijgsmachtonderdeel waar ze hun diensttijd volbracht hadden.

De laatste voorzitter Richard Enge was bijv. garde-ulaan. Hij droeg het indrukwekkende pruissische blauwe uniform van de garde-ulanen. Tijdens parades reed hij voorop, gezeten op een prachtige schimmel.

Strzelcy

Pod koniec lata między żniwa siano i ziarno był w Kwieciszowice coroczne festiwal strzelenie koło Steinkretscham w Koloni Kwieciszowic. Oficjalna nazwa Steinkretscham był 'Urbans Gasthaus ", nazwany na właściciela Pan Urban. Budynek do dzisiaj stoi, ale jest w złym stanie.

Każdy mieszkaniec mógł uczestniczyć w tzw strzelać, by stać się króla. Uczestnicy mogli na zmianę strzelać na drewnianych ptaków na wysokim słupie. Ten kto pierwszy strzał ptak w dół wolno było wezwać roku króla strzelca.

Festiwal został zorganizowany przez stowarzyszenie wojskowe. Został założony w 1870 roku po wojnie niemiecko-francuskich w celu ochrony ludności. Prawie w każdej wsi było takie stowarzyszenie. Członkowie nie nosił, jak można by się spodziewać, wszystkie ten sam mundur, ale nosił mundur jednostka wojskowa, gdzie spełniła swój pobór do wojska.

Ostatni przewodniczący Richard England  na przykład był ułan. Nosił imponujące pruskiego munduru błękitne ułanów. Podczas parady jechał zawsze pierwszy, siedząc na pięknym białym konie.












donderdag 15 augustus 2013

Jörg Scholz (nakomeling van Hans Wegerer)





 Prinsbisschop Philipp Schaffgotsch

De in juli 1736 geboren Jörg Scholz brak in 1756 op twintigjarige leeftijd zijn studie af om samen samen met drie andere vrijwilligers uit Gotthardsberg en andere mannen uit Blumendorf te gaan vechten in de zevenjarige oorlog tussen Pruissen aan de ene kant en Oostenrijk, Rusland, Frankrijk en Sachsen aan de andere kant, om het bezit van Silezie. 

Jörg woonde met zijn moeder Bibiana en boswachterhulp Johann Schrock in de vroegere boswachterij. Hij heeft lang gedacht dat de boswachterhulp zijn vader was, dat was echter niet zo. Zijn moeder, nog ongetrouwd hielp op een avond bij een jachtpartij gegeven door de graaf van Schaffgotsch in de bediening. 

Zij (evangelisch) viel voor de mooie als casanova bekend staande Philipp von Schaffgotsch, zoon van Graaf Hans Anton en raakte zwanger van hem. Het pikante was dat voor deze Philipp het ambt van (katholieke) priester voorzien was, en uiteindelijk zelfs prinsbisschof werd. Philipp was overigens ook een tijd lang Heer von Greiffenstein. 

Na de dood van boswachterhulp Johan, zijn Bibiana en de zesjarige Jörg onder het mom van huishoudster zelfs bij Phillip in Breslau ingetrokken. Daardoor kon Jörg aan de universiteit van Breslau studeren. 

Hij raakte vier jaar later echter gewond aan zijn been, en moest het leger verlaten. Zijn moeder was in de tussentijd in Rome gestorven; vergiftigd door het Vaticaan. Gewond aan zijn been komt hij bij de Herrenhutter Broedergemeente terecht. (progressieve evangelisten). 

Hij trouwt hier, maar gaat toch weer naar Breslau. Uiteindelijk schopt hij het zelfs tot vice – minister van onderwijs van Pruissen. Daar zijn twee dochters last van hun longen hebben, keert hij weer terug naar het Reuzengebergte en woont tot het eind van zijn leven in Warmbrunn.

Jörg Scholz (potomek Hans Wegerer)

1736 urodził się w lipcu Jörg Scholz wytrzymał w 1756 roku, w wieku dwudziestu lat swój studia, aby z trzema innymi wolontariuszami z Boża Góra i innych ludzi z Kwieciszowic walczyć  w wojny siedmioletniej między Prusami z jednej strony i Austrii, Rosji, Francji i Saksonia z drugiej strony, za posiadanie Śląska.

Jörg mieszkał z matką Bibiana i pomocnik leśnicy Johann Schröck w byłej leśnictwa. Przez długi czas on uważał, że Johann był jego ojcu, ale to nie było tak. Jego matka, wciąż niezamężna pomógł jeden wieczór na imprezie myśliwskiej podanej przez hrabiego Schaffgotscha w leśnictwo.


Bibiana (ewangelicka) zakochała się w piękne, znany jako casanova, Philipp von Schaffgotsch, syn hrabiego Hansa Antona i zaszła w ciążę przez niego. Było to niemożliwe miłość bo Philipp (katolik) miałbyć ksziądz, i nawet został biskup w Wrocławia. Philpp był ponadto, jakiś czas Herr von Greiffenstein.

Po śmierci Johann, Bibiana i sześć letni Jörg pod hasłem gospodynia, prowadzili do Philippa w Wrocławia. Przez to Jörg mógł studiować na Uniwersytecie Wrocławskim.


Cztery lata później, jednak Jörg został ranny w nogę i musiał opuścić armię. Jego matka zmarła w tym czasie w Rzymie, otruty przez Watykan. Ranny w nogę, on prysło do  gmina Herrenhuter Bracia Herrenhutter. (progresywne ewangelistów).

Ożenił się tu, ale wciąż wracał do Wrocławia. W końcu nawet był Vice - Minister Edukacji Prus. Ponieważ jego dwie córki cierpią z choroba płuc, wraca do Karkonoszy i mieszkał do końca życia w Cieplicach.

donderdag 8 augustus 2013

De huilende stenen

Iwenica in de jaren 80

In het begin van de vorige eeuw, waren er volgens de overlevering in de huizen van Gotthardsberg “wenende stenen”. 

Als de stenen begonnen te huilen wist men dat er regen op komst was. Het waren de stenen (graniet?) die in de huisvloer lagen en nat werden bij een weersverandering. De huizen daar waren niet onderkelderd. Het steenbeslag in de vloer stond in direkt contact met de aarde. 

Niet iedereen was overigens even blij met die vochtige stenen, omdat daardoor de houten konstruktie van het huis sneller ging rotten. 

Płaczący kamienie
Na początku ubiegłego wieku, byli, tak był pozwiedzane, w domach na Boża Góra 'placzący kamienie'.

Jeśli kamienie zaczynali płakać, ludzi wiedzieli, że będzie padać. Kamienie (granit?), od które robili podłogi w domu, dostali kropki kiedy pogoda się zaczynała się zmienić. Tej domy nie mieli piwnica, i kamienie byli w bezpośrednim kontakcie z ziemią.  

Nie wszyscy byli zadowoleni z tej wilgotny kamieniami ponieważ drewniana konstrukcja domu  zaczynał szybszej gnić.










donderdag 1 augustus 2013

de lagere school in de dertiger jaren



 
school rond 1920 met leraar Daun



Kinderen moeten naar school, dat was in Blumendorf niet anders. De school met maar één klaslokaal was eigenlijk veel te klein, daarom kregen 4 klassen ’s morgens en 4 klassen ’s middags les. Het was een evangelische school, maar de paar katholieke kinderen in Blumendorf gingen ongetwijfeld ook naar die school. 

Paul Jaster was een van de leraren. Hij gaf de kinderen graag les in de natuur. En natuur was er genoeg, ook had men een grote schooltuin waarin door Jaster zelf gekweekte rozen stonden. Kinderen die bij de leraar in een goed daglicht wilden komen hielpen hem met allerlei karweitjes zoals het stapelen van briketten in het schuurtje (waar ook de toiletten waren) of hielpen met het plukken van fruit. Overigens die briketten moesten door de kinderen van tijd tot tijd van thuis meegebracht worden om de klas te verwarmen. 

Kreeg een leerling straf kreeg hij van de leraar een mes en moest van een voor de school staande hazelaar een tak afsnijden en kreeg daar vervolgens een pak slaag mee. Soms zal het ook wel nodig zijn geweest.....Dan stond er in de klas ook nog een kwispedoor voor meester Jaster, want hij had astma. Voor diegene die niet weet wat dat is, het is een soort kom waar men in kan spugen. In die tijd een normaal gebruiksvoorwerp, maar de leerlingen hadden er een hekel aan, want zij moesten deze schoonmaken. 

In de winter was het om en nabij de school vooral ook een speelplaats en slibberden de kinderen over de met ijs en sneeuw bedekte paden. Vooral de kinderen uit Gotthardsberg vonden het fantastisch om in volle vaart op de slee of op ski’s de berg te af razen naar school. 

In deze periode waren er ook de schoolvoorstellingen in Meisners zaal. De kinderen hadden hier het hele jaar voor geoefend; er werd gezongen, gedichten voorgedragen, volksdansen en theaterstukken opgevoerd. De toeschouwers betaalden entree, waarvan later de schoolreisjes betaald of schoolspullen gekocht werden. Één theaterstuk in 1931 was zo populair, dat het meermaals herhaald werd en van het entreegeld kon men een Singer-naaimachine voor de handenarbeidles kopen. Het stuk heette ”Mein Dörfchen”.  In een bepaalde scene werden de groentes als ui, komkommer, wortel levend. Moeder Jaster had de kostuums van crepe papier gemaakt en ook het echtpaar Wetschko uit Kunzendorf was zeer behulpzaam. Er zaten nl. ook kinderen uit Kunzedorf op school. Lotte Stannek speelde een ui en Ingeburg Jaster liep achter een kinderwagen. Hierbij werd o.a. het volgende versje gezongen werd.

Ei, wie schön scheint die Sonne, da fahren wir raus,
An die Luft mit dem Püppchen, heraus aus dem Haus,
Wenn der Frühling gekommen und der sommerluft weht,
Dann müßt ihr ins Freie, von morgens bis spät.

Zoals gezegd met de opbrengst werden ook de schoolreisjes gefinancierd, de hoogste klassen gingen vaak verder weg zoals bijv. naar de Sächsiche Schweiz (bij Lowenberg) of maakten wandelingen in het gebergte. Soms spanden de boeren Lorenz en Tietze de paarden voor de grote oogstwagen en plaatsten er zijdelings zitbanken op. Men versierde de wagens nog met grote berkentakken en reden naar het stuwmeer in Pilchowitz. Met de laagste klassen ging men elk jaar een halve dag naar de “Dicke Buche” of naar “het huis van Sneeuwwitje” waar gepicknickt en gespeelt werd. In de buurt van de Wolfgangsbron stond een jachthut en met de boswachter werd er geregeld dat er een jong meisje lijkend op Sneeuwwitje aanwezig was. Zij schonk de kinderen cacao en liet hen de hut van binnen zien; een kleine keuken en een woon- slaapruimte met normaal zes bedden maar voor de gelegenheid werd er provisorisch voor de zevende dwerg nog een provisorische slaapplaats gemaakt.

 Szkoła Podstawowa w latach trydziestych

klasa z nauczyciel Jaster w 1933
Dzieci muszą chodzić do szkoły, w Kwieciszowice nie było to inaczej. Szkoła tylko z jednym klasie był zbyt mały, więc były cztery klasy rano na lekcji i 4 klasy na lekcji po południu. To była szkoła ewangelicka, ale tej parę dzieci katolickie poszli bez wątpienia też do tej szkoły.

Paul Jaster był jednym z nauczycieli. Uwielbiał dać dzieci lekcję w przyrody. A natura było dużo i mieli także duży ogród szkolny,  w który wzrosły przez Jaster hodowane róży. Dzieci, którzy chcieli być faworyzowane przez nauczyciela, pomagali mu w pracach takich jak układanie brykiety w szopie (gdzie też byli toalety) lub pomagali w zbieraniu owoców. Każdy dziecko musiało nosić każdy tygodniu jeden brykiet do szkoły, aby ogrzewać klasie w zimą.


Dostał uczeń karę, otrzymał od nauczyciela nóż i musiał iść do przed szkoła rosnące orzech leśny wyciąć gałąź i nauczyciel b go z ten gałąź. Czasami chyba było to konieczne .....  W klasie był  także spluwaczka dla nauczyciela Jastera bo miał astma. Dla tych, którzy nie wiedzą, co to jest, to jest coś w rodzaju miski, gdzie można pluć. W W tym czasie normalny sprzęt, ale uczniowie nie lubili ten sprzęt, bo mieli go wyczyścić.


W zimie było pobliżu szkoły prawdziwe plac zabaw i dzieci ślisgali na z lód i śnieg pokrytych 
ścieżki. Szczególnie dzieci z Boża Góra lubili jechać z wysoki prędkości na sanki lub narty od góra na dół do szkoły.

 
W tym okresie były też występy szkolne w sala Meisnera. Dzieci ćwiczyli przez cały rok, oni śpiewali, recytowali wiersze, byli tańce ludowe i akty teatru. Widzowie płacili za dostęp, z pieniądze później zapłacili wycieczki szkolne lub kupili rzecze dla szkoła. Jeden akt w latach 31/32 był tak popularny, że został powtórzony kilka razy i za wstęp można kupić maszynę do szycia Singer na lekcja szycia. Utwór nazywa się "Mein Dörfchen". W jedna scena warzywa takie jak cebula, ogórek, marchew zaczęli żyć. Matka Jaster robiła kostiumy z bibuła karbowana, a także małżeństwo Wetschko z Proszowej był bardzo pomocny. (Były też dzieci z Proszowej w szkole). Lotte Stannek grał cebulę i Ingeburg Jaster spacerowała po wózek. Między innymi śpiewali następujący wiersz.


Ei, wie schön scheint die Sonne, da fahren wir raus,
An die Luft mit dem Püppchen, heraus aus dem Haus,
Wenn der Frühling gekommen und der sommerluft weht,
Dann musst ihr ins Freie, von morgens bis spaet.

Jak pisaliśmy, z wpływów dofinansowali wycieczki szkolne, wyższe klasy jechali nieco daleko, np. jak do Szwajcaria Lwówecka lub wędrówki w górach. Czasami rolników Lorenz i Tietze wstawali konie dla wielkiego wozu zbiorów i umieścili na boki ławek. Wozy dekorowali nawet z dużych gałęzie brzozowy i pojechali do zbiornika koło Pilchowic. Z najniższych klas spędzili co roku pół dnia koło "Gruby buk" lub "Dom Królewny Śnieżki", gdzie było piknik i bawienie. W pobliżu źródła Wolfganga był myśliwski chata (bycza chata) i leśnik zorganizował, że młoda dziewczyna tam grała królewna Śnieżka. Dała dzieci kakao i pokazała ich wnętrze chaty, małą kuchnię i salon-sypialny z sześciu łóżek, ale z tej okazji postawiali tymczasowo siódmy łózko dla siódmego krasnoludek.