vrijdag 21 juni 2013

De oorvijgensteen



 De zandweg die naar de 'Ohrfeigenstein' voert.

Net boven de Steinberg (waar men de steengroeve wil maken) was een plek met veel goede weidegrond. Niet ver van de 'Schafschwemme'. De grond daar was zelfs gedraineerd. Tegenwoordig groeien er allemaal bomen en struiken.

In de toenmalige zandweg lag een enorm grote platte steen. Die steen noemde men de “Ohrfeigenstein”. Deze steen heette zo omdat de zonen bij die steen door vader gevraagd werd waar de grenzen van de verschillende percelen grond liepen en wie de eigenaren van die percelen waren. 

Wisten ze het antwoord niet dan kregen ze een oorvijg. Helaas loopt de weg  tegenwoordig iets anders, en de 'Ohrfeigenstein' is (nog) niet meer gevonden.


Kamień 'klaps na uszach'


Trochę nad Steinberg (tam gdzie chcieli robić kamieniołom) było miejsce z dużą ilością dobrego pastwiska. Nie daleko od 'Schafschwemme'. Ziemia tam była nawet drenowane. Obecnie wszystko tam jest zrośnięty z drzewa i krzaki.

W ówczesnej polnej drodze leżał ogromny płaski kamień. To kamień został nazwany "Ohrfeigenstein". Ten kamień został nazwany tak dlatego, bo tam ojców pytali synowie, gdzie są granice działek i kim są właściciele tych działek.
Kiedy nie znał dobry odpowiedz, dostał klapsa na uszach. Niestety, droga dzisiaj prowadzi trochę inaczej, i "Ohrfeigenstein" (jeszcze) nie został znaleziony.


donderdag 13 juni 2013

Historie van het onderwijs



School na de bouw in 1913

Voor 1530 was er zeker geen onderwijs in de dorpen in deze omgeving. Rond 1530 werd de leer van Luther hier populair, en hij had gezegd dat er in alle plaatsen scholen opgericht moesten worden. Luther had namelijk de bijbel vertaald in een uniform Duits schrift, en de mensen moesten die, en met name het nieuwe testament, kunnen lezen om het evangelisme nog meer te verspreiden. 

De allereerste school in Blumendorf bestond waarschijnlijk al voor 1618. Het eerste bericht over het bestaan van een school in Blumendorf is 1647 en gaat over een moord in Saksen. Het slachtoffer van die moord; bakkersgezel Gottlieb Feist uit Kunzendorf, had van 1647 tot 1651 op de Blumendorfer school gezeten. In 1666 moesten op bevel van keizer Ferdinand III alle evangelische scholen gesloten worden. Maar het ontbrak niet aan plaatsvervangende mensen die in het geheim les gaven. 

Zeker weten we dat er in er 1742 na 95 jaar weer een school was in het huis van Cristoph en Gottfried Bergman en dat met de bouw van een nieuwe school begonnen werd. Leraar aan die school was de ex keizerlijke belastingophaler Gottlieb Oertel. Later gaf hij les in zijn eigen huis tot 1747. Oertel werd opgevolgd door Johannes Gottlieb John. Waar daarna de school gevestigd was weten we niet. Van 1748 tot aan zijn dood in 1796 bleef hij leraar. John stierf op 71 jarige leeftijd. 

Zijn opvolger werd Karl Gottlieb Vogt uit Antoniwald van 1796 tot 1835. De gemeente Blumendorf kocht in 1906 grond van Herman Nocke en bouwde een nieuwe school. Deze oude school stond tegenover Nocke in de huidige wei van Kukurudziak. In 1912 is deze school  helaas afgebrand en de plek werd later gebruikt als schooltuin. De volgende leraar werd ene Christian Wilhelm Talke. Ten tijde van de brand woonde er ene Wiesner in de school.


Na de brand, maar waarschijnlijk al voor de brand van 1912 werd begonnen met debouw van het nog bestaande schoolgebouw. Tot 1920 was Artur Daum leraar, maar deze ging wegens een zware ziekte met vervroegd pensioen. Daarna kwam de al eerder genoemde Paul Jaster als leraar. Hij had echter erg veel last van astma en ging met 61 jaar ook met vervroegd pensioen. 

Tijdens de eerste  oorlogsjaren waren er steeds plaatsvervangers voor Jaster; Hähnel uit Kunzendorf, Donath uit Antoniwald, Gottschlich uit Liebenthal en Seydlitz uit Berlijn. Uiteindelijk kwam Artur Scheibe aan de school. Of het aan de oorlogsomstandigheden lag? Waarschijnlijk wel. In ieder geval na de oorlog lagen de kinderen twee jaar achter op het gewenste niveau. Tijdens WO II is men nog begonnen aan een bijgebouw tegenover de school. Verder dan de fundering, die heden ten dagen nog in de grond zit, kwam men niet omdat de oorlog roet in het eten gooide.




Naucziczel Gottlieb koło 1940 

Historii nauki ewangelicki.

Przed 1530 na pewno nie było nauli w nasze okolice. Około 1530 robił się popularne doktryna Luthera, i on powiedział, że w wszystkie miesdca miało być utworzone szkołach. On przetłumaczył Biblię na uniwersalne język niemiecki i ludzie musiały przede wszystkim czytać nowego testamentu, aby rozprzestrzeniania ewangelizację.

Pierwszy szkoła w Kwieciszowice istniało już przed 1618 roku. Pierwszy uwiadomienia o istnienia szkoła w Kwieciszowice pokazało się w 1647 roku i chodzi o zabójstwo w Saksonii. Ofiarą tego morderstwo był Gottlieb Feist z Proszowa, czeladnika piekarskiego, był od 1647 do 1651 w szkole w Kwieciszowic. W 1666 r. zostały wszytki szkoły ewangelicki zamknięty przez katolicki cesarza Ferdynanda III. Ale nie brakowało ludzi, którzy potajemnie uczyli dzieci.

Z pewności wiemy, że w 1742 roku po 95 lat szkołe był w domu Christoph Gottfried Bergman i budowy nowej szkoły rozpoczęto. Nauczyciela w tej szkoła był imperialny kolektor padatku Gottlieb Oertel. Póżniej uczył w swoim domu aż do 1747 roku. Oertel zastępca zostal Johannes Gottlieb John. Gdzie wtedy stał szkoła nie wiemy. Od 1748 aż do jego smierci w 1796 on pozostał nauczycielem. John zmarł w wieku 71 lat. 

Jego zastępcą został Karl Gottlieb Vogt z Antoniów od 1796 do 1835. Gmina Kwieciszowice kupił w 1906 roku grunt od Herman Nocke i budował nowej szkoły. Ta stara szkoła stał przeciw Nocke. Teraz przeciw sklep w pastwisko Kukurudziaka.Niestety tej szkoła zniszczył pożar w 1912. Grunt później wykorzystane jako ogród szkolny. Kolejnym nauczycielem był jednym Christian Wilhelm Talke. W czasie pożaru mieszkał w szkole jakiś Wiesner. Wówczas często był tak że nauczyciel mieszkał z rodzinne w szkole.

Po pożarze, ale prawdopodobne już przed pożarem w 1912, rozpoczęto z do dzisiaj pozostałych budynek. Do 1920 był nauczyciel Daum, ale spowodowane przez ciężką chorobą poszło do wcześniejszej emeryturze. Potem przyszedł słynne nauczycielem PaulJastera. Ale on miał problemy z astma i wieku 61 lat też udał w wcześniejszej emeryturze. W pierwszy latach drugi wojna światowy ciągly zmieniło się zastępstwa dla Jastera, Haehnel z Proszowej, Donath z Antoniów, Gottschlich z Lubomierz i Seydlitz zt Berlina. Ostatni przychodziło Arthur Scheibe w szkole. Czy to było przez warunki wojenny? Prawdopodobnie. W każdym razie po wojnie dzieci byli dwa lata za pożądany poziom. Podczas drugi wojna światowego rozpoczęło się praca nad aneksem do szkoły. To było przeciw szkoła w pastwisko Kukurudziaka. Poza fundamenty, która do dziś są w ziemi, robili nić ponieważ wojna rzuciła klucza w prace.


donderdag 6 juni 2013

Het Zonnewendefeest of Johannisvuur



Een feest dat jaarlijks werd gevierd was de zomerzonnewende op 24 juni. Ook wel het Johannisvuur genoemd. Dit gebeurde in Gotthardsberg schuin tegenover de boswachterij met een groot zonnewendevuur. Te vergelijken met de Sint Maartensvuren. Vanaf die plek was het vuur tot in de verre omgeving zichtbaar. 

De kinderen liepen dan al zwaaiend rond met brandende fakkels; oude rijserwtenstaken die in het vuur ontstoken werden,en trokken al zingend door de omgeving. De jongens ontstoken ook versleten berkenbezems en “reden” in het rond en nodigden het meisje van zijn keuze uit om met hem mee te rijden. Samen sprongen ze zo door het niet meer zo hoge vuur. Dat moest geluk brengen,en wie weet misschien zelfs wel een bruiloft. 

Een andere traditie was om karrewielen ombonden met stro in brand te steken en naar beneden het dal in te laten rollen. Dit om boosaardige demonen af te schrikken die (vee)ziektes en geboorteafwijkingen veroorzaakten. Ook zou hagelschade hiermee afgeweerd kunnen worden

Helaas worden deze tradities hier niet meer in ere gehouden. Jammer, zullen we er weer mee beginnen?

Przesilenie letnie

Coroczny festiwal, który odbywał na 24 czerwca byl Przesilenie letnie. Też znany jak Ogień Święty Jan. Miejsce tradycja było przeciw leśniczówka na  Boża Góra. Tam zapalili ogromny ogień. Stamtąd ogień był widoczny w całym okolicy. 

Dzieci chodzili machając palący pochodniami; stare gałęzie używane na hodowanie fasoli się zapaliło w ogień, i oni chodzili spiewający przez okolice. Również chłopców zapalili zużyte miotły brzozowe i 'jechali' w rundzie i zaprosili dziewczynę do siebie, jeżdzić z nim. Razem  skakali przez już nie wysoko ogień. To miał nosić szczęście, a kto wie, może ślub...

Inny tradycja była sznurować słomo do stary drewniany kołach. Zapalili słomo i puścili kołach na dół do dolina. To było aby straszyć demony który powodują choroby (na bydło) i wady wrodzone. Też było to przeciw uszkodzenie przez grat.

Niestety tej tradycje już nie ma, Możemy to odnowić co? 
 







vrijdag 31 mei 2013

Veren splijten

Een tafel vol veren

 “Fadern Schleißa” oftewel veren spleiten. Bij feestelijke gelegenheden werden er vaak eenden of ganzen geslacht en de veren van deze dieren werden bewaard in grote zakken. 


In de rustige wintermaanden kwam het vrouwvolk in de vroege namiddag bij elkaar om deze veren te bewerken. Kinderen waren hierbij niet welkom omdat die teveel ondeugd uithalen en elk zuchtje wind liet de veren ronddwarrelen. Met gladde kleding (geen wol) en het haar in doek zette men zich aan de grote eettalfel, alwaar een grote zak met veren omgekiept werd. Veertje voor veertje werd van de pen ontdaan en ....er werd veel verteld. Over het laatste nieuws in de familie en het dorp maar ook griezelverhalen. En dit alles zonder te hoesten of te niesen of te lachen. 

Op het eind van de middag werd gestopt, en de middag werd afgesloten met koffie en pannenkoeken, sammelschnitten of de beroemde fastenbrezeln. Deze sammelschnitten maakte de gastvrouw zelf, van gistsemmel bakte men een soort brood, waarvan dan de sneetjes met echte boter bestreken werden.


Rozdzielić pierze

 "Fadern Schleißa" lub rozdzielić pierze. Kiedyś na uroczystości często było ubite kaczki lub gęsi i pióra tych zwierząt były trzymane w dużych workach.
 
W cichych miesiącach zimowych, kobiety  w wczesnym popołudniem spotkali się aby razem obrobić pierze. Dzieci nie byli tu mile widziani, ponieważ byli zbyt ruchliwe, a każdy powiew wiatru wykonał  wichura piór. Z gładką odzieży (nie wełna) i włosy kryty pod chustka siedzieli przy dużym stole, gdzie była duża torba z piórpiórko po piórko została wycięta .... i kobiety dużo opowiedzieli. O nowościach w rodzinie i wsi, ale także opowieści grozy. A wszystko to bez kaszlu lub kichania lub śmiechu.  

Na końcu południu zatrzymali, i południu zakończył się z kawy i naleśniki lub 'fastenbrezeln' i słynnego 'sammelschnitten'. Tej 'sammelschnitten' wykonane przez gospodyni sama, z drożdże piekli jakiś rodzaj chleba, krojone plastry pokryte z prawdziwe masło.

vrijdag 24 mei 2013

Een bruiloft in het Isergebergte



de huwelijksverzoeker

Een bruiloft was een goede gelegenheid om weer eens te feesten. Wie geld genoeg had huurde een proffesionele “Huxtbitter” oftewel “Hochzeitsbitter” in. Een in feestelijke kleding gehulde persoon, vaak in een frak met hoge hoed en een bonte staf. Deze man regelde het huwelijksfeest en ging persoonlijk de gasten in versvorm uitnodigen. (zur Hochzeit bitten) Hij vroeg ook mensen om iets voor te dragen tijdens het feest, en zorgde voor de trouwkrant. Bij het huwelijk van Liesbeth Lorenz had men een Hochzeitsbitter ingehuurd. 

De avond voor het huwelijk was er de onvermijdelijke vrijgezellenavond. Op de huwelijksdag zelf, voor de middag het burgerlijke huwelijk en in de vroege namiddag het kerkelijke huwelijk in Kunzendorf. De koetsen met de vele gasten moesten een bepaalde volgorde in acht nemen. Voor het huwelijk zat het bruidspaar in de laatste koets en na het trouwen ging die koets voorop. 


De ongetrouwde jongens en meisje uit het dorp, zo was de gewoonte, versierden het huis van de bruid. De jongens waren verantwoordelijk voor het dennengroen van de erepoort aan de ingang van het grondstuk en de meisjes zorgden voor de guirlandes. Soms moesten er vele meters gebonden worden; voor de erepoort, huis- en goede kamerdeur, voor de stoelen van het bruidspaar, thuis en in de kerk. Ook kwamen er kleine kransen uit myrte of buxus voor de ramen van de koets. 


Weer thuis aangekomen moest eerst de fotograaf een aantal plaatjes schieten. Daarna begon in de grote kamer aan lange tafels het feestmaal. Voor die gelegenheid was er een kokkin met haar helpsters in dienst genomen. Het eten duurde heel lang, had vele gangen en werd regelmatig onderbroken door voordrachten en redes. Na het eten, het was al lang avond, kon men de benen strekken en alvast een dansje maken. Daarna kwam er weer koffie met gebak en kon er echt gedanst worden. 


Het feest werd afgesloten met de “Brautführe”. De bruidstoet waarbij de bruid naar haar nieuwe thuis gebracht werd. Het bruidspaar kreeg een nieuwe akkerwagen met daarop de hele uitzet en de kado’s goed zichtbaar voor iedereen. Met deze wagen met daaraan noch wat vee vastgebonden vertrok het nieuwe paar naar hun nieuwe boerderij in Neu Kemnitz. Voorop liep de Hochzeitsbitter.



zdjęcie ślubu przed szkoła w Proszowa



Wesele było dobra okazją do zabawy. Ten którzy mieli wystarczające środki, zatrudnił profesjonalną "Huxtbitter" lub "Hochzeitsbitter". Człowiek ubrany w uroczysty strój, często  nosił frak z cylindrem i kolorowy laska. Ten człowiek organizował wesela i osobiście zapraszał gości w wersecie. (Zur Hochzeit bitten) Zapytał również ludzi aby robić coś rozrywkowe i zadbał o ślubne gazecie. Na wesele Liesbeth Lorenz był Hochzeitsbitter.  

W noc przed ślubem była oczywiście wieczór kawalerski. Na dzień ślubne przed południem ślubu cywilnego i wczesnym popołudniem ślub w kościele Proszowej. Wozy z wielu gości musieli jechać w określony kolejności. Przed ślubem para była w ostatnim wozu i po ślubie młody para prowadził  parade. 

Niezamężnych dziewcząt i chłopców ze wsi, jak to było w zwyczaju, zdobilidom panny młodej.  
Chłopcy byli odpowiedzialni za budować z sosnowym zieleni łuku triumfalnego w wejściu do budynku i dziewczyny zadbali o girlandami. Czasami musiała być wiele metrów związane, na łuku triumfalnego i na drzwi do wejście i dobrego pokoju, krzesło dla młody para, w domu i w kościele. Też mieli być małe wieńce z mirtu lub bukszpanu na okien przewozu.  

Kiedy wrócili do domu, pierwszy miał fotograf strzelać kilka zdjęć. Następnie rozpoczął się w dużym pokoju na długi stoły uczta. Z tej okazji, kucharka z jej pomocników zostali zatrudniony. Jedzenie trwało długo, miał wiele postępy i był często przerywany przez wykładów i przemówień. Po obiedzie, to był już wieczór, gośći mógł rozprostować nogi i już trochę tańczyć. Potem dawali kawą i ciastka i naprawdę może tańczyć.

Impreza zakończyła się "Brautführe". Orszak ślubny gdzie prowadził się panna młoda do swojego nowego domu. Para dostała nowe wóz drabinowe i na ten wóz widoczne dla wszystkich, wyprawa panna młoda i prezenty ślubne. Związane za tego wozu kilka bydła nowa para chodzili do ich nowy gospodarstwie w Nowa Kamienicy. Orszak prowadził Hochzeitsbitter.