zondag 2 augustus 2015

Magdalena z Kwieciszowice 69

Zittau, 23 sierpnia 1426
Wczoraj był siedzibą sędziów, na których ojciec tak czekał. Ponieważ ojciec został zdetronizowany jako sędzia, on właściwie nie miał dostęp do sala radzie. Ale nikt nie zatrzymał go, gdy przyszedł. Najpierw miałby nowy radny wybrany, ponieważ kadencja Hans Koschil skończył. Chociaż wszyscy członkowie rady wiedzieli o skierowanego przeciwko niemu oskarżenia, był jeszcze raz jednogłośny wybrany na radnego. Ojciec widział to jako dobry znak dla już udanej uznania rada.

Następny pismo wstydu od von Raussendorf było przeczytane, i towarzyszącego list Ojca Ignacego. Niektórzy radny śmiali się głośno, kiedy zarzut o otwieranie brama została odczytana, a burmistrz musiał prosić o spokój.

Jednakże w piśmie Ignacego, zarzut ten został pisane jako fakt. Przedstawione jaki dowodów na to był, że w mieście był znane:;

1. żona Hansa Feuring jest dochodzace obce, prawdopodobnie z Bohemach, i dlatego należy do Husytów. Jej mąż robi jej wskazanie.
2. żona Hansa Feuring jest nieochrzczone, i  dlatego nie jest objęte przez chrzestny chrześcijanin mieszkańców złożone przysięga dotyczące posłuszeństwo do papieża. Ona jest dlatego wolno działać nawet przeciw papieżowi.
3. nieochrzczonych zona Hansa Feuring stała uznana za czarownicę. Dziewica na posesja jednego z dzierżawca Hansa Feuring widziała, jak jego żona krowa, która nie dawała mleko, coś szepnęła w ucha. Dlatego krowa, tydzień później znowu zaczynała dać mleko.

On, Ojciec Ignacy, zostało zlecone przez radę biskupią, aby zebrać dowody przeciwko żona Hansa Feuring oraz dokonać werdykt. W tym zarządza się, że głównym hetman miastem, jak w przysiędze jest pisane, aby aresztować żona Hansa Feuring, i przynieść ją do przesłuchań do klasztoru. Kiedy rozkaz te nie jest wykonywane natychmiast, to on bezpośredni pisze wiadomość o mieście Zittau, zawierający nazwie sędziów , do papieża. Żaden z sędziów w tym przypadku może opuścić miasto bez jego zgody. Uznano to za łamanie przysięgi wobec papieża Marcina w Rzymie, i tak będzie ukarane.

Zittau, 23 augustus 1426
Eergisteren was de zitting van de raadsheren, waarop vader zo gewacht heeft. Omdat vader als rechter afgezet was, had hij eigenlijk de raadszaal niet binnen gemogen. Maar niemand hield hem tegen, toen hij kwam. Als eerste moest er een nieuwe raadsheer gekozen worden, omdat de ambtstijd van Hans Koschil zou aflopen. Hoewel alle raadsleden van de beschuldiging tegen hem wisten, werd hij toch nog een keer éénstemmig tot raadsheer gekozen. Vader zag dat zeker als een goed teken, voor een reeds succesvol inzicht van de raad.

Toen werd de schandebrief van von Raussendorf voorgelezen en aansluitend een daarbij gevoegde brief van Pater Ignatius. Enige raadsheren begonnen luid te lachen, toen de laster van het openen der stadspoorten voorgelezen werd, en de burgemeester moest eerst om kalmte vragen.

In de brief van Ignatius, werd deze bewering echter als feit neer gezet. Als bewijs werd aangevoerd, dat in de stad bekend was;

1. De vrouw van Hans Feuring is een aangelopene, waarschijnlijk uit Bohemen en hoort daarom bij de Hussieten. Haar man volgt haar aanwijzingen.
2. De vrouw van Hans Feuring is ongedoopt, en valt daarom niet bij de door de gedoopte, christelijke bevolking afgelegde eed wat betreft de gehoorzaamheid aan de paus. Ze is daarom vrij, ook tegen de paus te handelen. 
3. De ongedoopte vrouw van Hans Feuring is als een heks herkend geworden. Een maagd op de hof van één van de pachters van Hans Feuring heeft gezien, hoe zijn vrouw een koe, die geen melk meer gaf, iets in het oor gefluisterd heeft. De koe is daardoor een week later melk gaan geven.

Hij, pater Ignatius, heeft van de bisschoppelijke raad de opdracht gekregen, bewijs tegen de vrouw van Hans Feuring te verzamelen en een oordeel te vellen. Bij deze is de stadshoofdman bevolen, in navolging van de afgelegde eed, de vrouw van Hans Feuring gevangen te nemen, en voor verhoor naar het klooster te brengen. Worden deze bevelen niet direct uitgevoerd, zo zou hij per ommegaande een bericht over de stad Zittau, met daarin de raadsheren bij naam genoemd, aan de paus sturen. Geen van de raadsheren mocht in dat geval de stad verlaten zonder zijn toestemming. Dat werd als eedbreuk gezien tegenover de paus Martin in Rome, en als zodanig bestraf worden.

zondag 26 juli 2015

Magdalena z Kwieciszowice 68

Zittau, 19 sierpnia
Ojciec wczoraj z jego podróży mediacji wrócił. Negocjacje były trudne, mimo to on zakończył ich z sukcesem, przed Jörg dotarł do niego. Natychmiast po przybyciu do Zittau poszedł do ratusza, aby zobaczyć co pisało w list wstydu przed o niego. Ale odmówiono było mu wejście, mówiąc, że przez działanie rady biskupiej on był zwolnione jako sędzia. W związku z tym nie ma już dostępu do aktualnych akt w ratuszu. Kiedy ojciec chciał porozmawiać z sekretarz urzędu miasta, ten udał czy nie jest w domu. Pan przybywał przez kilka dni poza Zittau, powiedziane był w swoim domu. Inni radni miasto tez nie wpuścili go. Od jednego usłyszał tylko krótkie słowo; że jego życie i życzę jego rodziny było dla niego ważniejsze, jak nic innego. Że ojciec ma to zrozumieć. On lepiej przyjdę do następnym posiedzeniu Rady, które odbędzie się w ciągu dwóch dni.


Tylko u jego przyjaciel, Peter von Maxen, który także Heinrich von Raussenberg pożyczył pieniądze, mógł wejść do środka. Usłyszał tam, że on Peter von Maxen  jest wymienione w liście wstydu od Heinricha von Raussendorf. Był oskarżony o dezercję w bitwie Aussig. A przez to znacząco przyczyniły się do utraty tej bitwie. To dałby najemnikiem po przesłuchaniu przez księdza Ignacego w klasztorze do protokołu. Ten najemnik, niestety nigdzie nie można znaleźć. On był jeszcze raz widziane w jakiś knajpa. Tam dużo pył, i pijane machał z dużą torebkę pieniądze, że mu spadł w reka na z nieba. Ponieważ von Raussenberg obecnie prawie nie ma funduszach, to on nie dał mu ten worek pieniędzy. Więc pieniędzy na fałszywego oświadczenia chyba pochodzi z klasztoru. Stąd zapewne komentarz "spadł z nieba."


Ojciec twierdził, Von Maxen, że wszystko jest kłamane. Najemnicy, z kim on rozmawiał w Lippe, dali bardzo inna wyjaśnienia o tej walce i byli na pewno gotów powtórzyć swoje oświadczenia w Zittau przed Rada. O zarzutach, które zostały wyrażone w liście do wstydu na mojego ojca, von Maxen wiedział tylko, że powiedziany był że ojcem w 1424 podczas oblężenia przez Husytów razem z Hansem Koschil chciał otworzyć bram miasta Zittau, z kluczy nocnych dla oblegających. Ojciec tylko pokręcił głową, gdy słyszał takie bzdury. Jak rada, może traktować cos takiego poważne? Tam było więcej do tego, niż ten wymyślone oszczerstw. Dlatego Ojciec poszedł do Hansa Koschil który jak radnym był obecny na przyjęciu tego pisma wstydu. Tu usłyszał, że Hans Koschil przez posłańca, jeden dzień przed posiedzeniem Rady został powołany do jego majątku, ponieważ tam pali. Kiedy tam dotarł, wynikło że został oszukany przez posłańca. Nic tam się nie stało. Ktoś najwyraźniej nie chcą go być obecne w radzie. Czy to było ten von Raussendorf lub Ojciec Ignacy? Posłaniec w każdym razie nie był do znalezienie.



Zittau, 19 augustus
Vader is gisteren van zijn bemiddelingsreis terug gekomen. De onderhandelingen waren zwaar, en hij heeft ze nog net met succes kunnen afronden, toen Jörg bij hem arriveerde. Hij is meteen na zijn aankomst in Zittau naar het raadhuis gegaan, om de schandebrief tegen hem in te zien. Men heeft hem de toegang geweigerd met de mededeling, dat hij door handelen van de bisschoppelijke raad als rechter afgezet is. Daarom heeft hij ook geen toegang meer tot de voorliggende aktes in het raadhuis. Toen vader de stadssecretaris wilde spreken, gaf deze niet thuis. Hij was voor meerdere dagen niet in Zittau, heette het in zijn huis. Ook andere stadsraadsleden lieten hem niet binnen. Van eentje hoorde hij slechts een kort woord; dat zijn leven en dat van zijn familie hem belangrijker was als al het andere. Dat moest vader toch begrijpen. Hij zou beter naar de komende raadszitting komen, die over twee dagen zou plaatsvinden.

Alleen bij zijn vriend, Peter von Maxen, die eveneens Heinrich von Raussendorg geld geleend had, mocht hij binnen komen. Hij hoorde daar, dat in de schandebrief van Heinrich von Raussendorf ook hij, Peter von Maxen genoemd is. Hij werd beschuldigt van desertie in de slag bij Aussig. En zou daarmee tot het verlies van deze slag wezenlijk hebben bijgedragen. Dat zou een huurling na een verhoor door pater Ignatius in het klooster ter protocol gegeven hebben. Deze huurling is helaas nergens meer te vinden. Hij zou nog een keer in een bierhof gezien zijn. Daar had hij rijkelijk veel gedronken en in zijn roes met een grote geldbuidel opgeschept hebben, die hem uit de hemel was komen vallen. Omdat von Raussenberg op dit ogenblik slecht bij kas zit, zal die hem de geldbuidel wel niet gegeven hebben. Dus zal het geld voor de valse verklaring wel uit het klooster stammen. Vandaar zeker de opmerking ‘uit de hemel gevallen.’

Vader bevestigde, von Maxen, dat alles gelogen was. De huurlingen, die hij in Lippe gesproken had, gaven heel andere verklaringen over die slag en waren zeker ook bereid, hun verklaringen in Zittau voor de raad te herhalen. Over de beschuldigingen, die in de schandebrief tegen mijn vader geuit werden, wist von Maxen alleen , dat er beweerd werd, dat vader in 1424 bij het beleg door de Hussieten samen met Hans Koschil de poorten van de stad Zittau, met nachtsleutels voor de belegeraars wilde openen. Vader schudde alleen zijn hoofd bij het horen van zulke onzin. Hoe kwam de raad erbij, om op zoiets in te gaan? Daar moest meer achter zitten, dan deze blijkbaar verzonnen laster. Vader ging daarom naar Hans Koschil, die als raadsheer aanwezig moest zijn geweest bij de aanname van de schandebrief. Hier hoorde hij, dat Hans Koschil door een bode, net één dag voor de raadszitting naar zijn landgoed geroepen werd, omdat daar brand was geweest. Toen hij daar aangekomen was, moest hij vaststellen, dat hij door de bode bedrogen was. Er was daar niets gebeurd. Iemand wilde hem blijkbaar niet in de raadszitting hebben. Was het die von Raussendorf of Pater Ignatius? De bode was in ieder geval niet meer te vinden.

zondag 19 juli 2015

Magdalena uit Blumendorf 67



Szkoła w Kwieciszowice przed 1913
 
Zittau, 10 sierpnia 1426
Ojciec znowu jest na drodze jako pośrednik w Bohemach, tym razem na zlecenie rady miasta Zittau. Najemnicy z Zittau zostali schwytani przez Husytów koło Lippa, a dopiero zwolnione po płacenie bardzo wysokiego okupu. Byli na droga s powrotem po wielkiej bitwie u Aussig, gdzie ponieśli ciężką klęskę przeciw armia Husytów. Armia Husytów tymczasem wędruje jako ogromną kolumnę przez kraj. W tej kolumnie są kompletny rodziny z kobiet i dzieci. Ich potrzeby rabują z okolicznych wiosek. W pobliżu obecność ich rodzin oraz bezpośrednie uzależnienie ich los w wyniku bitwy, w zbuduje o Husytów takie moralności walczenie, że żaden armia najemników, nie ważne jak wielki, może wygrać walka. Po Husycki cios na atak, pierwsze najemników już uciekają. Prawdopodobne tak poszło z wielką armią, który ogarnął cesarz Zygmunt jako krucjata przeciwko Husytów na wiosnę, w tym która również walczyli najemników z Zittau. Teraz siedzą najemników od tygodni w więzienie Lippa  i spodziewają od ojca z pewnością szybkie rozwiązanie. Jak przekonani są od ich sprawy, pokazuje list, który przekazali do miasta Zittau. Tam oni narzekają o ich wielkiego cierpienia, a zwłaszcza, o kaptur który stracili na ucieczka, i teraz miasto chcą dostać nowe od miasto. Jakby oni nie mają żadnych większych problemów z resztą!

Nieobecność ojca wykorzystał Heinricha von Raussendorf w celu dodania list wstydu do rady miasta. Gdyby ojciec był tu, natychmiast złożył protest, i zatrzymał założenie. Teraz list wstydu występuje i powinny być traktowane. Az do tej pory nie mieliśmy wiadomość, co jest pisane w tym liście wstydu, jednak obawiają się najgorszego, bo ojciec klasztoru również podpisał. Heinrich von Raussendorf, pożyczył dwa lata temu sporo pieniędzy z ojcem, kiedy chciał odnowić i powiększyć swoją własności. Poprosił natrętny o pieniądze u ojca i przedstawił mu list polecający od rady miasta. Pełny zwrot z określonymi terminami po zbiorach obiecano na piśmie. Po zbiorach, wysłał ojcu list, w którym poinformował, że ma dalsze plany z dochodów zbiorów i tymczasowo ojciec nie mógł liczyć na refundację. Ten von Raussendorf  jako dłużnik wziął sobie prawo samodzielnie decydować o swoich długów, nawet bez wymieniać słowo z jego wierzyciela na ten temat. Ojciec był bardzo zły, i wniosła sprawę do rady miasta, bo wciąż działał w odpowiedzi na zalecenie Rady Miejskiej. Oczywiście, ojcowie prawo było potwierdzone, i że von Raussendorf było przekazane w imieniu miasta, zapłacić swoje długi natychmiast.

Teraz odpowiedź na to jest list wstydu. Mam nadzieję, że ojciec wraca szybko i prostuje ta haniebnej sprawa. Matka jest bardzo zmartwiony i niespokojny, i zdanie, że musieliśmy wysłać Jörg do ojca, aby on przyjdzie z powrotem do Zittau. Dlatego ja bezpośredni zgadzałem, i Jörg wyjechał dziś rano.
 

Zittau, 10 augustus 1426
Vader is weer als bemiddelaar in Bohemen onderweg, deze keer in opdracht in opdracht van de Zittauer stadsraad. Zittauer huurlingen werden bij Lippa door Hussieten gevangen genomen, en zullen pas na betaling van een hoog losgeld vrij gelaten worden. Ze waren op de terugtocht van de grote slag bij Aussig, waarbij ze een zware nederlaag tegen een Hussietenleger leden. Het Hussietenleger trekt ondertussen met een reusachtige colonne door het land. In de colonne bevinden zich hele families met vrouwen en kinderen. Hun benodigdheden worden uit de omliggende dorpen geroofd. De nabije aanwezigheid van hun gezinnen, en de directe afhankelijkheid van hun lot als gevolg van een slag, wekken bij de Hussieten zo’n strijdmoraal op, dat daar geen huurlingenleger, hoe groot ook, tegen opgewassen schijnt. Zodra de Hussieten ten aanval blazen, vluchten de eerste huurlingen. Zo ging het waarschijnlijk ook met het grote leger, dat keizer Sigmund als kruistocht tegen de Hussieten in het voorjaar bijeen gebracht had, waarin ook de Zittauer huurlingen vochten. Nu zitten die huurlingen sinds weken in Lippa vast en verwachten van vader met zekerheid een snelle oplossing. Hoe zeker ze van hun zaak zijn, laat een brief zien, die ze aan de stad Zittau lieten overbrengen. Hierin klagen ze over hun groot leed en in het bijzonder, dat ze op de vlucht hun kaproen verloren hadden, en nu van de stad nieuwe wilden krijgen. Alsof ze voor de rest geen problemen hebben! 
 
De afwezigheid van vader heeft Heinrich von Raussendorf gebruikt om een schandebrief bij de stadsraad in te brengen. Was vader hier geweest, had hij meteen protest ingediend, en een aanname verhinderd. Nu komt de schandebrief voor en moet behandeld worden. Ik heb tot nu toe nog geen bericht gehad, wat er in deze schandebrief staat, vrees echter het ergste, omdat de pater uit het klooster er ook zijn handtekening onder heeft gezet. Heinrich von Raussendorf, had twee jaren geleden veel geld bij mijn vader geleend, toen hij zijn bezit vernieuwen en vergroten wilde. Hij had vader dringend om het geld gevraagd en hem een aanbevelingsbrief van de stadsraad voorgelegd. De volledige terugbetaling met vaste termijnen na de oogst was schriftelijk toegezegd. Na de oogst, stuurde hij vader een brief, waarin hij mededeelde, dat hij met de inkomsten van de oogst verdergaande plannen had en vader voorlopig niet op de terugbetaling kon rekenen. Die von Raussendorf, had als verschuldigde zichzelf het recht toe geëigend, eigenhandig over zijn schulden te beslissen, zonder daar tevoren er ook maar één woord met zijn schuldeiser over te wisselen. Vader was daar zeer boos over, en heeft die aangelegenheid voor de raad van de stad gebracht, want hij handelde toch naar aanleiding van de aanbeveling van de stadsraad. Uiteraard werd vaders recht bevestigd, en werd die von Raussendorf in naam van de stad medegedeeld, dat hij zijn schulden direct moest betalen.
 
Het antwoord daarop is nu de schandebrief. Ik hoop dat vader snel terug komt en deze schaamteloze aangelegenheid uit de wereld helpt. Moeder is zeer bezorgd en onrustig, en was van mening dat we Jörg naar vader moesten sturen, zodat hij meteen weer naar Zittau komt. Ik heb daarmee ook gelijk in gestemd, en Jörg is vanmorgen vertrokken.


zondag 12 juli 2015

Magdalena uit Blumendorf 66

Wcześnie rano, o zmierzchu, obudziłem się. Ania akurat też obudziła się. Oni pochlebiła sobie bardzo blisko mnie i powiedziała; "Od czasu do czasu potrzebuję mężczyzny." I rzuciła się z nieoczekiwaną pasją na mnie. Na początku nie było to przyjemne dla mnie, bo ciągle musiałem myśleć o Magdalenę. Ale trochę później spadłem również w burzy entuzjazmu, jakbym zostałem wciągnięty przez nią. Potem zasnęliśmy ponownie.

Później, kiedy staliśmy z naszym miejsce spanie, nie ubieraliśmy się, ale Ania proponowała, aby wziąć kąpiel w strumieniu. Obok domu było mały staw spiętrzony i ona z wesoły krzykiem skoczyła w wodzie. Ja poszłam trochę wolniej po nią, myśląc o moim ranny plecy. Uważałem ten chłodnej wody również bardzo orzeźwiający. Ania przyszła do mnie i delikatnie wcierała strupki krwi z moimi plecami. Nadal to bardzo bolało, ale silne ręce Ania, mogą być tak delikatne, że prawie nie czuje bólu. Teraz ja też raz widziałem ją zupełnie nagi obok mnie. Miała silne ciało, ale stosunkowo małe piersi. Patrząc na nią, uśmiechnęła się do mnie i zauważyła; "Tak, bardzo ładne, nie jestem mnie, wiem." Chciałem jeszcze odpowiedzi coś, ale ona zamknęła mnie buzia. "Nie musisz nic powiedzieć. Cieszę się, że cię znów widzę ci zdrowe przede mnie. Pierwszy dzień to nie wyglądała dobrze dla ciebie, i bałem się, że nie będzie to przetrwać. Myślę, że można jechać z powrotem do Zittau w ciągu kilku dni. "

s Morgens vroeg, tijdens de schemering, werd ik wakker. Ania was ook wakker geworden. Ze vleide zich zeer dicht tegen me aan en zei; ‘Van tijd tot tijd heb ik een man nodig.’ en gooide zich met onverwachte passie op me. In het begin was het voor mij niet aangenaam, omdat ik steeds aan Magdalena moest denken. Dan raakte ik eveneens in een storm van enthousiasme, alsof ik door haar meegesleurd werd. Daarna vielen we nog een keer in slaap.

Later, toen we van ons lager opstonden, kleden we ons niet aan, maar Ania deed het voorstel, om een bad in de beek te nemen. Langs het huis was een kleine vijver opgestuwd, en ze sprong er met een juichkreet in. Ik liep er iets langzamer achteraan, aan mijn gewonde rug denkend. Ik vond het koele water eveneens zeer verfrissend. Ania kwam bij me en wreef voorzichtig de bloedkorstjes van mijn rug. Het deed nog steeds veel pijn, maar Ania’s sterke handen, konden zo teder zijn, dat ik de pijn bijna niet voelde. Nu zag ik haar ook eens helemaal naakt langs me. Ze had een sterk lichaam, maar relatief kleine borsten. Haar zo bekijkend, lachte ze naar mij en merkte op; ‘Ja bijzonder mooi ben ik niet, dat weet ik.’ Ik wilde nog iets antwoorden, maar ze hield me de mond dicht. ‘Je hoeft niets te zeggen. Ik ben blij dat ik je weer gezond voor me zie. De eerste dag zag het er niet goed voor je uit, en ik was bang dat je het niet zou halen. Ik denk dat je binnen een paar dagen weer naar Zittau kunt rijden.’

zondag 5 juli 2015

Magdalena z Kwieciszowice 65

Potem przebywałem jeszcze kilka dni u Anią. Chciałem znowu spać w stodole. Ale ona już opróżniła moje miesce do spania. W domu był naprzeciwko miejsce ogień a szeroka miesce do spanie robione z kożuchy, które byli zszyte razem i rozpięty między pniami drzew. Na to znowu leżały kożuchy i łatwo możesz sobie wyobrazić, że w zimie, tam możesz mieć cieplutki. Teraz, w okresie letnim, to było używane jako miękki prześcieradło. Ania pokazała mi wszystko, co w jej małym domu, w garnku, ona przygotowała jakaś silnego zupy. Kiedy jedliśmy z łyżkami ta pyszny zupa z garnek, ona powiedziała mi, że jej rodzice zostali zabici w napad Husytów. Kiedyś miała długie rude włosy. Niektórzy ludzie w wiosce poważny uwierzyli, że ona była dlatego czarownicą, oraz bo wiedziała, dużo o ziole. W czasie napad Husytów ona ratowała kilka dzieci z płonącego domu we wsi. W tym ratunku spaliła włosy. Kiedy później podczas mycia w potoku zobaczyłem jej twarz, tej krótkie włosy też podobało. Od tamtej czasu ogoliła głowę.

Podczas spanie leżałyśmy bardzo blisko siebie, przed zdjęliśmy wszystkimi ubraniami, bo bylo bardzo gorąco w domu. Ania życzyła mnie dobranoc, i natychmiast odwrócił się plecami. I ja, jeszcze długo nie spałem, plecy mi bolały, i te same myśli jak na Bobru znów poszedli w mojej głowie. Czy ja, tak naprawdę podjęłam właściwą decyzję? Z myślą, że robiłem najlepszym dla Magdalena, na koncu, zasnąłem.


Daarna bleef ik nog een paar dagen bij Ania. Ik wilde eerst weer in de schuur slapen. Daar had ze echter mijn ziekenbed al helemaal opgeruimd. In het huis was tegenover de vuurplaats een breed slaaplager uit vellen, die samen genaaid tussen boomstammen opgespannen waren. Daarop lagen weer vellen, en men kon zich goed voorstellen, dat men in de winter, het daaronder warm kon hebben. Nu in de zomer dienden ze als een verdere zachte onderdeken. Ania liet me alles zien in haar kleine huis, ze had in een pot, een krachtige soep bereid. Toen we uit de pot lepelden, vertelde ze mij, dat haar ouders bij een Hussietenoverval gedood waren. Ze had vroeger lange rode haren gehad. Enkele mensen in het dorp waren daarom serieus van mening, dat ze een heks was, ook omdat ze veel van kruiden wist. Bij de Hussietenoverval had ze in het dorp enkele kinderen uit een brandend huis gehaald. Daarbij zijn haar haren verbrand. Toen ze later bij het wassen in de beek haar gezicht zag, had het korte haar, haar ook goed bevallen. Sindsdien scheerde ze haar hoofd.

Tijdens het slapen lagen we dicht bij elkaar, we hadden daarvoor alle kleren uit gedaan, het was ook zeer warm in huis. Ania wenste me goede nacht, en draaide me meteen de rug toe. Ik lag noch lang wakker, mijn rug deed pijn, en dezelfde gedachten als bij de Bober gingen weer door mijn hoofd. Had ik werkelijk de juiste beslissing genomen? Met de gedachte, toch het beste voor Magdalena gedaan te hebben, viel ik in slaap.

zondag 28 juni 2015

Magdalena z Kwieciszowice 64

szkoła w Proszowa
 
Spojrzałem na drugim brzegu Bobra i zobaczyłem ją tam, szczęśliwy z jej dzieckiem, teraz znalazła ochroniarz w silny wieży rycerskiej, który ochroni ich na wszystkich napadów Husytów. W wieża nie było rady biskupiej, i żaden Ojciec Ignacy, za oni mają się bać. Magdalena zrobiła, co mogłem oczekiwać od niej. Jak zwierzę najpierwsze szukała wiarygodnie chronienie dla swoje dziecko, które jeszcze nie urodziło się, i znalazła. Czy ona teraz, dla mnie musiała ryzykować ta bezpieczeństwo? Czy ona z dzieckiem poszła z mną, i iść znów do niepewne czasy? Moja miłość do Magdaleny, nigdy nie czułem tak silny, jak w tym momencie. Walczyłem z moimi tak rozsądnych myśli o przyszłości i bezpieczeństwa mojej żony, która kiedyś weszła z wielkiej ufności w mojej ochrony.

W trakcie moje rozwagi położyłem się w trawie, bo moja plecy znowu bardzo bolały. Kiedy prostowałem się ponownie, oby troje już nie byli. Byłem sama ze moimi myślami. Wszyscy kręcili około ten jedyne pytanie: czy ja mam przekroczyć Bobra i przejdź do Magdaleny. Mogę sobie wyobrazić, że ona przy puszta, że szukam nią. Ale co ona zdecydowałby, gdyby znalazłem ją? Czy ona nie podjęła już decyzji? Czy ona znów ma popaść w niepewności? Siedziałem tam jeszcze około godziny na brzegu Bobra. Na końcu wstałem i podszedłem powoli i bardzo smutny, droga z powrotem, która przyszedłem tak szczęśliwa. Ale jestem przekonany, że zrobiłem dobrą decyzję, ponieważ czułem, jak bardzo nadal kocham Magdalenę.
 
Ik keek naar de andere Bober oever en zag haar daar, gelukkig met haar kind, dat ze nu ook een beschermer gevonden had, daarachter de sterke riddertoren, die ze voor alle Hussietenaanvallen beschermen werd. In de toren was geen bisschoppelijke raad en geen pater Ignatius, waar ze bang voor hoefde te zijn. Magdalena had dat gedaan, wat ik van haar had kunnen verwachten. Als een dier had ze eerst aan de bescherming van haar kind, dat nog geboren moest worden gedacht en had een betrouwbare bescherming gezocht en gevonden. Moest ze dat nu voor mij op het spel zetten? Zou ze met haar kind weer onzekere tijden tegemoet moeten gaan? Mijn liefde voor Magdalena, had ik nog nooit zo sterk gevoeld, als in deze minuten. Ik vocht met mijn zo verstandige gedachten over de toekomst en zekerheid van mijn vrouw, die zich ooit in groot vertrouwen in mijn bescherming begeven had.
 
Ik was tijdens mijn overwegingen achterover in het gras gaan liggen, omdat mijn rug weer erg pijn deed. Toen ik weer rechtop kwam, waren ze alle drie verdwenen. Ik was alleen met mijn gedachten. Steeds draaiden die rondom die ene vraag, of ik nu de Bober oever moest steken en naar Magdalena gaan. Ik kon me goed voorstellen, dat ze aannam, dat ik haar zou zoeken. Wat zou ze echter beslissen, als ik haar gevonden had? Had ze niet al beslist? Moest ze zich opnieuw in de onrust storten? Ik zat nog ongeveer een uur, daar aan de Bober oever. Tenslotte stond ik op, en ging langzaam en zeer verdrietig de weg terug, die ik zo blij gekomen was. Maar ik was ervan overtuigd, dat ik een goede beslissing genomen had, niet ten laatste, omdat ik voelde, hoe zeer ik nog steeds van Magdalena houd.


zaterdag 20 juni 2015

Magdalena z Blumendorf 63

Minęło prawie tydzień, zanim poszedłem na piechotę w stronę wieży rycerskiej. Na jazdy konie nie mogłem myśleć na razie, bo moja klatka piersiowa i plecy bardzo bolały. Kiedy doszedłem do Bobra, widziałem ten silny wieżę rycerską, otoczony szeroką fosą, leżąc po drugiej stronie rzeka. Usiadłem, i najpierw chciałem trochę odpocząć, aby mieć więcej siły przed przekroczenia rzeki. Mocno padało kilka dni temu, więc prąd był bardzo silny. Nagle zobaczyłem po drugiej stronie, mężczyzny i kobiety który chodzili do brzegu. Poznałem od razu, że kobieta była Magdalena. Wiedziałem, jej chód tak dobry, że poznałbym z stu innych. Miała na sobie duży chusta wokół szyi, i zobaczyłem, że w tam było dziecko zawinięte. Oni usiedli i Magdalena wzięła dziecko z chustka, owinęła jeszcze kilka chust, poszla do brzegu i kąpała dziecko w zimnej wodzie. Niemowlę zaczęło dość dużo dreptać i krzyczeć. Tak mocny głos ja rzadko słyszałem u małym dzieckiem. To było moje, nasze dziecko! Siedziałem tam jak skamieniałe i nie mogłem się ruszyć. Następnie Magdalena podnosiła niemowlę, przycisnął go do twarzy i objął go ponownie i ponownie. Potem znowu usiadła i dała dziecku do mężczyzna. On trzymał ją delikatnie, a ona je wytarła. Dziecko było między dwoma dorosłymi, kiedy Magdalena pocałował również faceta. Dostałem taki ból w klatce piersiowej, jakby znowu uderzył mnie strzałą.

Ale to była przeczesz moja żona, a ja jestem w drodze aby wziąć jej powrotem do domu! Ale gdzie miałem ją wziąć? Od tego nie myślałem, przez cały czas, że jej szukałem. Do Zittau, nie mogłem wrócić z nią. Stamtąd ona uciekła, bo musiała b się o swoje życie i życie jej dziecka. Nikt, nie ja i nie mój ojciec tam nie może jej chronić przed księdza z Rzymu. Tam ona nigdy nie wróci. I jeśli ja opuściłby Zittau z nią, jak bym utrzymać rodzinę? Mogłem przejść z nią do Lipska lub Norymberdze, i tam zaczynać handlu. Ale czy Magdalena pójdzie ze mną?


Het duurde nog bijna een week, voordat ik te voet op weg ging naar de riddertoren. Aan rijden mocht ik nog niet denken, want mijn borst en rug deden nog veel pijn. Toen ik bij de Bober kwam, zag ik de sterke riddertoren, door een brede watergracht omgeven, op de andere oever liggen. Ik ging zitten, en wilde eerst wat uitrusten, eer ik de oversteek van de rivier wou wagen. Het had enkele dagen geleden flink geregend, en daarom was de stroming heel sterk. Plots zag ik aan de andere kant, een man en een vrouw op de oever toe lopen. Ik herkende meteen, dat de vrouw Magdalena was. Ik kende haar manier van lopen zo goed, dat ik ze er uit honderd anderen zo kon uitpikken. Ze droeg een grote doek om haar hals, en ik zag, dat er een kind in gewikkeld was. Ze gingen zitten, en Magdalena nam het kind er uit, wikkelde nog enkele doeken af, ging daarna naar de oever en baadde het kind in het koude water. Dat begon, flink te trappelen en te schreeuwen. Zo’n flinke stem had ik zelden bij een kleine zuigeling gehoord. Dat was mijn, ons kind! Ik zat er daar als versteend bij en kon me niet bewegen. Dan pakte Magdalena de zuigeling op, drukte hem aan haar gezicht en omarmde hem steeds weer. Toen ze weer ging zitten, gaf ze het kind aan de man. Hij hield het voorzichtig vast, terwijl zij het afdroogde. Het kind zat tussen de twee volwassenen, toen Magdalena ook de man kuste. Ik kreeg een steek in mijn borst, alsof ik weer door een pijl getroffen was.

Dat was toch mijn echtgenote, en ik was toch op weg, haar weer naar huis te halen! Maar waar naar toe moest ik haar halen? Dat had ik me niet afgevraagd, gedurende de hele tijd, dat ik haar zocht. Naar Zittau kon ik met haar niet terug. Daar was ze vandaan gevlucht, omdat ze om haar leven en het leven van haar kind moest vrezen. Niemand, ik niet en vader ook niet kon haar daar voor de pater uit Rome beschermen. Daar zou ze nooit naar terug gaan. En als ik Zittau met haar zou verlaten, hoe zou ik dan mijn gezin moeten onderhouden? Ik kon met haar naar Leipzig of Nürnberg verhuizen en daar een handel oprichten. Maar zou Magdalena met mij mee gaan?

zondag 14 juni 2015

Magdalena z Blumendorf 62

Kilka dni później mogłem siedzieć w pozycji pionowej i wykonałem wszystkie pierwsze kroki, gdy Ania poprowadziła mnie za stodołą, gdzie mogłem zrobić moją potrzebę. Podczas ona trzymała mnie, i ja teraz już nawet nie zastanawiałem się, z jaka naturalnością i bez wstydu ona zadbała o mnie. Lepiej dla mnie było jeszcze zatrzymać się w pobliżu stodoły. Ania jedna była coraz częstszej z mną. Powiedziałem jej cala moją historię, też, że w Jelenia Góra już spotkałem jakiś bardzo miła Ania.

"Tak jak mówisz o niej, na pewno od razu zakochałeś się w tym Ania, co nie?" Zapytała mnie, a ja zobaczyłem po raz pierwszy filuterny uśmiech na jej twarzy. Chętnie zgadzałem , ale też powiedziałem jej,  jak później Magdalena przyszła do nas w Zittau, że jestem żonaty z nią, a teraz rozpaczliwie szukam niej. W tych odpowiedzi Ania patrzała smutno na mnie, bo wydawała się że ona rozumie moje potrzeby.

"Widziałem głuchoniema dziewczyna, tam, po drugiej stronie Bober w wieży rycerskiej. Mieszka tam z jednym z sługi i ma noworodka." Ania patrzyła na mnie, jak ja będzie reagować na tej wieści o Magdalence, ale najpierw ostrzegała mi." Jednak trzeba jeszcze poczekać kilka dni, przed ty tam możeś chodzić lub jeździć. Jeśli ona tam naprawdę jest, ona nie ucieknie ci teraz. "


Enkele dagen later kon ik al rechtop zitten en maakte mijn eerste stappen, toen Ania me achter de schuur leidde, alwaar ik mijn behoefte kon doen. Ze hield me daarbij vast, en ik verwonderde me nu helemaal niet meer, met welke vanzelfsprekendheid en zonder schaamte ze me verzorgde. Ik kon vooralsnog beter in de buurt van de schuur blijven. Ania was echter steeds vaker bij mij. Ik vertelde haar mijn hele verhaal, ook, dat ik in Hirschberg al een heel aardige Ania had leren kennen.

Zoals je over haar praat, was je zeker meteen verliefd op deze Ania, niet waar?’ vroeg ze me, en ik zag voor de eerste keer een ondeugend lachje op haar gezicht. Ik gaf dat graag toe, vertelde haar echter ook, hoe later Magdalena bij ons in Zittau kwam, dat ik met haar getrouwd ben, en dat ik haar nu vertwijfeld zoek. Bij deze vertellingen keek Ania me droevig aan, want ze scheen nu mijn nood te begrijpen.

Ik heb een stom meisje, ginds aan de andere kant van de Bober in de riddertoren gezien. Ze leeft daar bij één van de knechten en heeft een pasgeboren baby.’ Ania keek me aan, hoe ik dit nieuws over Magdalena opnam, maar eerst maande ze mij: ‘ Je moet echter nog een paar dagen wachten, voor je ginds naar toe kunt lopen of rijden. Als ze het werkelijk is, zal ze je er nu niet weglopen.’

zondag 7 juni 2015

Magdalena z Blumendorf 61


 
przedszkola w Blumendorfie
 
 
Oddychanie, sprawiała mi bardzo dużo ból w płucach, dlatego unikałem rozmawiać. Moje ciało od wiele dni leżenie, było jak sparaliżowany, ale dziewczyna na razie nie chciała mnie zwolnic od pasy, które trzymały mnie na ziemię. Ona mnie w pierwszym dniu powiedziała mi jej imię. Ale ja nie bardzo uważałem i w zaśniecie i zapomniałem. Teraz staram się jak najbardziej, aby zapamiętać, ale nie udało mi. Mogę myśleć tylko o Magdalena, a inny imię po prostu nie przyszło mi do głowy. Dlatego moje pierwsze słowy były: "Dziękuję, dziękuję, jak masz na imię?" "Ah, jednak zapomniałeś? Mam na imię Ania, Ania Schlosser. Na pewno nie dlatego, że jeden z moich przodków mieszkał na zamku, ale dlatego, że on montował zamki w drzwi. Później, kiedy się czujesz lepiej, możesz powiedzieć mnie swoje imię i to, co szukasz tutaj." Teraz byłem już pewien, że nie pamiętam jej imię. Spojrzałem na nią bardziej precyzyjne. Kiedy patrzałeś z daleka, na jej postaci i jej przycięte włosy, mogłeś odgadnąć to była mężczyzna. Nawet z bliska, nic nie wskazywało na to ze pod grubej koszuli byli piersi. Dlaczego od razu wiedziałem, po moim przyjeździe tutaj, wiedziałem że to była dziewczyna? Tylko jej głos zdradzał ze chodzi o dziewczynę, była tak wysoka i miękkie, jak nie można oczekiwać od mężczyzna. Tylko mogła być jej głos, że  natychmiast po przyjeździe, wiedziałem że to może być tylko dziewczyna. Spojrzałem na jej rękach. Przypominały też z mężczyzny, kościsty i silny. Podobno cały jej życzę pracowała dużo i ciężko. Ale z miękkością, jak ona zajmowała się z jej ręce na mnie, jeszcze raz zdradziła dziewczynę w nią, a jej usta, co było naprawdę usta dziewczyny.

 
Bij het ademen had ik pijn in mijn longen, daarom vermeed ik het om te praten. Mijn lichaam was van het dagenlange stil liggen, als verlamd, maar het meisje wou me schijnbaar nog niet van de riemen, die me aan de bodem hielden, bevrijden. Ze had me meteen op de eerste dag haar naam genoemd. Maar ik had er niet goed op gelet, en hem bij het inslapen vergeten. Nu probeer ik hem met alle moeite weer in mijn geheugen te brengen, maar het was hopeloos. Ik kon alleen maar aan Magdalena denken, en een andere meisjesnaam kwam gewoon niet bij me op. Daarom waren mijn eerste woorden: ’Dank je, dank je, hoe heet je?’ ‘Ah, dat ben je dus vergeten? Ik heet Ania, Ania Schlosser. Zeker niet omdat één van mijn voorouders op een slot gewoond heeft, maar omdat hij sloten in deuren bouwde. Later als het je beter gaat, kun je me ook jouw naam noemen, en wat je hier te zoeken hebt.’ Ik was er nu zeker van, dat ik de naam niet meer zou kunnen vergeten. Ik bekeek haar nu wat preciezer. Van ver af had men naar haar figuur en haar kort geschoren haar, eerder een man kunnen vermoeden. Ook van dichtbij, was er onder het grove hemd geen aanwijzing van een boezem te zien. Waarom wist ik dan meteen bij mijn aankomst hier, dat het om een meisje ging? Alleen haar stem verraadde het meisje, ze was zo hoog en zacht, als men van een man niet kon verwachten. Het zal dan ook haar stem geweest zijn, waardoor ik meteen bij mijn aankomst wist, dat het alleen een meisje kon zijn. Ik bekeek haar handen. Ook die leken op die van een man, knokig en sterk. Schijnbaar had ze in haar leven al veel en hard gewerkt. Maar met de zachtheid hoe ze met haar handen bij me omging, dat verraadde weer het meisje in haar, en haar mond, dat was werkelijk een meisjesmond.


zaterdag 30 mei 2015

Magdalena z Blumendorf 60

"Leżeć nieruchomo, tak że rany w plecach nie znowu zaczyna krwawić. Ja ci zaraz daje cos do picie. Nie miałeś nic, ostatnie dwa dni." Miała jar przy niej i wzięła łyk z tego. Potem pochylił się nade mną, przycisnęła usta do ust i przycisnął z jej języku trochę moje wargi otwarty i puściła pyszne bulionu mięsnego z jej ust powoli w mojego. To powtarza ona kilka razy, i oba szybko nauczyliśmy się tej metody. "Teraz śpi znowu chwila," powiedziała do mnie. Dopiero teraz zauważyłem, że byłem przywiązany do podłogi z wieloma paskami, z pewnością, aby się nie ruszać w moim śnie. Zamknąłem oczy wdzięczne i zasnąłem wystarczająco szybko.

Dwa dni tak otrzymałem bulionu mięsnego z ust dziewczyny, i stałem się silniejszy.Trzeci dzień włożyła mi małe kawałki kurczaka w ustach, który mogę żuć, bez ruszać się. Rozmawialiśmy trochę w pierwszy dzień. Pierwszą rzecz ona wyjaśniła mi była dlaczego mój pobyt jest w stodole. Powiedziała, że mieszka  sama i zawsze musi się bać, że motłoch pchają do jej dom. Ona umie się całkiem dobrze bronić, ale ja była całkowicie bezbronna. W starej stodole, nikt by mnie znaleźć. Wtedy ona powiedziała mi, że postawiła miska między moje nogi i położyła tam mój ogonek. Jeśli czuję potrzebę, mogę po prostu puścić siusiu. Ona będzie troszczyć o reszta.
 
Blijf heel stil liggen, zodat de wond in je rug niet weer begint te bloeden. Ik zal je zo meteen iets te drinken geven. Je hebt al twee dagen niets meer binnen gekregen.’ Ze had een kruik langs haar staan en nam hieruit een slok. Vervolgens boog ze zich over mij heen, drukte haar lippen op mijn mond en drukte met haar tong mijn lippen een beetje uit elkaar en liet een heerlijk smakende vleesbouillon uit haar mond heel langzaam in de mijne lopen. Dit herhaalde ze nog meerdere malen, en beide leerden we snel deze werkwijze. ‘Slaap nu maar weer een tijdje’ zei ze tegen mij. Ik merkte nu pas, dat ik met meerdere riemen aan de vloer vast gebonden was, zeker, om me in mijn slaap niet te kunnen bewegen. Ik sloot dankbaar de ogen en sliep ook gauw genoeg in.


Twee dagen heb ik zo van vleesbouillon uit een meisjesmond mogen genieten, en werd steeds sterker. De derde dag stak ze me kleine stukjes kippenvlees in mijn mond, die ik kauwen kon, zonder te bewegen. We hadden ook de eerste dag al wat met elkaar gesproken. Het eerste wat ze me uitlegde, was mijn verblijf in de schuur. Ze zei, dat ze alleen woonde, en steeds weer bang moest zijn dat gespuis haar huis wilde binnendringen. Zij kon zichzelf dan wel best goed verdedigen, maar ik was helemaal weerloos. In de oude schuur zou niemand me zoeken. Vervolgens zei ze me, dat ze een schaal tussen mijn benen had gezet en mijn geslachtsdeel erin gelegd. Als ik de behoefte had, hoefde ik het maar eenvoudig weg te laten lopen. Zij zou voor het verdere zorgen.

 

zondag 24 mei 2015

Magdalena 59

ogród szkolne
 
Kiedy byłem w pobliżu Jelenia Góra, chciałbym jechać do rodzina Kachel, ale nie mogłem się zdecydować. Miałem wrażenie, że wtedy zdradziłem Magdalena i liczyłem jej już do umarłych. Więc pojechałem z powrotem. Kiedy wyjechałem z drodze powrotnej, na droga handlowy, szukać Magdaleny w jakiś odległej wsi, trafiło mnie nagle strzałę w plecy z zasadzka. Rozbójnik musiała mnie widzieć i myślec, że był w stanie mnie ograbić. Dałem mój koń klapsa, i on pogalopował. Strzałka odbiła się przy każdym kroku konie w górę iw dół, i tak bólalo okropny, ale nie byłem w stanie go wyciągnąć. Po jakiś czas koń zaczynał chodzić wolniej. Potem poszło mnie lepiej. Kiedy przyjechałem do wsi, ledwo mogłem dotrzeć do pierwszego domu. Na moje wolanie, dziewczyna wyszła z domu, i pomogła mi zsiąść z konia. W jedno szarpnięcia wyciągała strzałkę w moja plecach, jakby ona to co dzień. Potem zauważyłem tylko, że z każdym oddechem, krew pływał z moimi plecami, i straciłem przytomność.

Oprzytomniałem się leżącego na skórowy kocu w stodole. Była noc, byłem sam. Mój klatka piersiowej i pleców bardzo bolały, pachniało na starym słomy i siana. Gdzieś słyszałem parskanie koni. Musiałem leżeć tak przez długi czas, a potem prawdopodobnie zasnąłem ponownie. Zauważyłem nagle, że byłem nacierane na twarze z chustka zimnej wody, i otworzyłem oczy. Dziewczyna pochyliła się nade mną i śmiał się przyjaźnie.
 
Toen ik vlakbij Hirschberg was, zou ik graag naar de familie Kachel gereden zijn, maar ik kon niet beslissen. Ik had het gevoel, dat ik Magdalena daar mee zou opgeven, en tot de doden tellen. Zo reed ik weer terug. Toen ik onderweg op de terugweg, van de handelsroute afweek, om in een afgelegen dorp naar Magdalena te zoeken, trof me plotsklaps, vanuit een hinderlaag een pijl in de rug. Een struikrover moest me gezien hebben, en dacht me buit afhandig te kunnen maken. Ik gaf mijn paard een klap, en het galoppeerde er vandoor. De pijl wipte bij elke stap op en neer, en deed veel pijn, ik kon er echter niet bij om hem eruit te trekken. Na een tijdje liep ik het paard langzamer lopen. Dan ging het mij beter. Toen ik bij het dorp kwam, kon ik nog net het eerste huis bereiken. Op mijn roepen kwam een meisje naar buiten, dat me bij het afstijgen hielp. Ze trok met één ruk de pijl uit mijn rug, alsof het een bezigheid was, die ze elke dag deed. Daarna merkte ik alleen nog, dat bij elke ademhaling, bloed uit mijn rug schoot, en ik verloor het bewustzijn.

Ik kwam weer bij, liggend op een leren deken in een schuur. Het was nacht, ik was alleen. Mijn borst en rug deden veel pijn, het rook naar oud stro en hooi. Ergens hoorde ik een paard snuiven. Ik moet zo een lange tijd gelegen hebben, en ben daarna waarschijnlijk weer ingeslapen. Ik merkte plotseling, dat met een lap koel water over mijn gezicht gewreven werd, en opende mijn ogen. Het meisje boog zich over mij, en lachte me vriendelijk toe.




zondag 17 mei 2015

Magdalena z Kwieciszowice 58

Zittau, 13 czerwca 1426
Wczoraj wróciłem do Zittau. Cztery tygodnie temu, nie mogłem już wytrzymać. Nie było zbyt wiele praca, bo cały handel jest na ostatnich nogach, ze względu na napadów Husytow. Na wiosną był całą armię z nich, ponad 400 zawodników przed Zittau, i zniszczeli wszystkich przedmieścia. Mieszkańcy udało jeszcze uciekać stamtąd za murami miasta, bo ostrzegali nas w czasie o ich atak. Również w naszym domu byli wielu uciekinierów przypisane i są nawet teraz, pozostają tam, bo ich domy zostały zniszczone. Nasza dom handlowe wygląda bardziej jak gospodarstwo, gdzie kilka panów sądzą. Jest chaos. Stary porządek już nie ma.


Dzięki Bógu armia Husytów odszedł, ale spowodował też ogromne szkody w obszarze Zittau. Ojciec stara się pomagać naszym dzierżawcy, aby mogli siać po raz drugi. Inaczej musimy się bać możemy obawiać się głodu tej zimy.

I znowu pojechałem kierunek Jelenia Góra i pytałem o, i szukałem Magdalena we wszystkich wioskach i karczmy. "Głuchonieme dziewczyna powinna  bardzo rzucać w oczy", myslalem i miałem nadzieję, że znajdę jakiś trop od nią. Ale wszystko było na próżno. W Kwieciszowice nikt jej nie widział. Wiele, który pytałem o nią, ale nikt nie mógł sobie przypomnieć, głuchonieme dziewczyny. Ona naprawdę tylko była znane u sługi furmani w karczma poprzez  jej tańce wieczorowe. Także karczmarz najpierw zaprzeczył , kiedy zapytałem go o głuchonieme dziewczyny. Dopiero wtedy, gdy powiedziałem mu całą moją historię, przyznał, że Magdalena żyła bez nazwy u niego. Była dzieckiem która miała około trzech lat i była pozostawione przez wozem handlowe, i nikt nie zadał sobie trudu troszczyć się o . Ona była zadowolony, że mogła spać koło ognisko. Kiedy zniknęła rok temu, też nikt nie zauważył.
 
 
Zittau, 13 juni 1426 
Gisteren ben ik weer in Zittau aangekomen. Vier weken geleden hield ik het niet meer uit. Er was in het handelshuis niet veel werk, want de hele handel ligt op zijn gat vanwege de Hussitenovervallen. In het voorjaar was een heel leger van hen met meer als 400 ruiters voor Zittau, en heeft de voorsteden verwoest. De bevolking kon van daar nog achter de stadsmuren vluchten, want we werden op tijd over hun opmars gewaarschuwd. Ook in ons huis waren veel vluchtenden ondergebracht, en zijn daar ook nu nog gebleven, omdat hun huizen verwoest zijn. Onze handelshof lijkt meer op een boerenhof, waarop meerdere heren het voor het zeggen hebben. Het is een chaos. De oude orde is weg.
 
Het Hussitenleger is God zei dank vertrokken, maar heeft ook in de omgeving van Zittau grote schade aangericht. Vader probeert bij onze pachters te helpen, zodat ze nog een tweede keer kunnen zaaien. Anders moeten we bang zijn voor een hongersnood deze winter.
 
Ik ben weer richting Hirschberg gereden en heb in alle dorpen en herbergen naar Magdalena gezocht en gevraagd. ‘Een doofstom meisje moet toch bijzonder goed opvallen’, bedacht ik mij, en hoop steeds op het één of andere spoor. Maar alles was tevergeefs. Ook in Blumendorf had niemand haar gezien. Vele, die ik naar haar vroeg, konden zich überhaupt niet aan een stom meisje herinneren. Ze moet daar werkelijk alleen de voerknechten in de herberg, door haar avondlijke dansen bekend geweest zijn. Ook de waard ontkende eerst, toen ik hem naar een stom meisje vroeg. Pas toen ik hem mijn hele verhaal vertelde, gaf hij toe, dat Magdalena zonder naam bij hem geleefd had. Ze was als kind van ongeveer drie jaar door een voerwagen bij hem achtergelaten, en niemand had zich om haar bekommerd. Ze was tevreden geweest, om bij de vuurplaats te kunnen slapen. Toen ze een jaar geleden verdween, had dat ook niemand gemerkt.